George Best kocht speciaal een kaartje om Le God te aanschouwen

Reacties

November is voor Voetbal International de Maand van het Engelse voetbal. In onze Premier League-special komen onder de noemer Fabulous Fifty de vijftig meest memorabele spelers uit die grootste voetbalcompetitie op aarde voorbij. Op VI.nl plaatsen we elke dag zo’n sieraad of bad boy in het voetlicht. Deze keer: Matt Le Tissier, de Premier League-ster met een buikje.

George Best kocht speciaal een kaartje om Le God te aanschouwen
MATT LE TISSIER
*Saint Peter Port, 14 oktober 1968
PREMIER LEAGUE-DUELS (GOALS) 270 (100)
CLUBS 1986-2002 Southampton, 2002-04 Eastleigh, 2013 Guernsey FC
PREMIER LEAGUE-SPELER VAN DE MAAND December 1994, Oktober 1996

Zomaar een wedstrijd van Southampton, ergens midden jaren negentig. Matt Le Tissier doet bij balverlies weer eens niet mee en sjokt over het veld. Plots rolt de bal zijn kant uit. Op zo’n 35 meter van het doel kijkt hij even op, een moment van calculatie vlak voordat hij de doelman met een krachtige uithaal kansloos laat.

Typisch Le Tissier. Liever lui dan moe, maar grossierend in spectaculaire doelpunten. Zijn techniek, timing en inzicht waren van de buitencategorie, waardoor Arsène Wenger de aanvallende middenvelder eens met Michel Platini vergeleek. Hetzelfde voetbalintellect, dezelfde fijne trap. George Best was een fan, kocht speciaal voor Le Tissier een kaartje, en hij was lang niet de enige. Alan Shearer, als analist voor BBC’s Match of the Day vaak kritisch, noemde Le Tissier het grootste natuurtalent met wie hij samenspeelde. De oud-spits startte zijn loopbaan in 1988 bij Southampton en zat vier jaar met hem in de kleedkamers. ‘Hij deed dingen waar je mond van openviel’, aldus Shearer. ‘En het was alsof niets hem enige moeite kostte. En dan zijn goals… Sommigen waren adembenemend. Eén keer, terwijl ik nota bene als zijn tegenstander op het veld stond, moest ik mezelf inhouden niet te applaudisseren.’

‘Sommige goals waren adembenemend. Eén keer, terwijl ik nota bene als zijn tegenstander op het veld stond, moest ik mezelf inhouden niet te applaudisseren’

Veelzeggend is de bijnaam die de supporters van Southampton hem schonken: Le God. Omdat Le Tissier tussen 1986 en 2002 onafgebroken voor The Saints schitterde, zijn teams al die jaren op zijn schouders droeg en de club liefst vier keer voor degradatie behoedde.

En dan te bedenken dat hij voor een topspeler nogal bizarre eetgewoonten bezat, verzot als hij was op de bekende fastfoodketens. De ontbijtjes en hamburgers vond hij er zalig, maar ook voor vette worst en andere lekkernijen kon je hem ’s nachts wakker maken. Een beginnend buikje was het gevolg. Managers knepen een oogje toe, zó veel klasse stond er tegenover.

Nakomertje

Zijn roots liggen op Guernsey, een van de Britse Kanaaleilanden waar de tijd lijkt stil te staan. Bewoners doen er ’s nachts hun huizen niet op slot, levend op het trage ritme van de golfslag. Guernsey is slechts 63 vierkante kilometer groot en telt zo’n zestigduizend inwoners. Matthew Paul Le Tissier werd er op 14 oktober 1968 geboren, de laatste van vier zonen die vader Marcus en moeder Ruth op de wereld zetten.

Matts broers Mark, Kevin en Carl groeiden alle drie uit tot getalenteerde voetballers en Matt sloot zich bij het stel aan. Spelend op de hobbelige stranden kweekte hij zijn oogstrelende techniek. Daar, in de branding, moeten zijn dromen zijn ontstaan. Prof worden en spelen voor Engeland. Le Tissier werd een Spurs-fan met Glenn Hoddle als idool.

Hij was zich bewust van zijn talent. Als dertienjarige ontmoette hij geen enkele weerstand. Snel was Le Tissier niet, maar dat compenseerde hij met zijn inzicht. Z’n broers Kevin en Carl sloegen aanbiedingen van Engelse profclubs af. Verteerd door heimwee konden ze Guernsey nog geen dag missen. Le Tissier putte er de motivatie uit wél te slagen. Het geduld van Southampton hielp, hij mocht op het eiland zijn school afmaken en waagde in de zomer van 1985 als zestienjarige de oversteek.

Spelend op de hobbelige stranden van Guernsey kweekte hij zijn oogstrelende techniek. Daar, in de branding, moeten zijn dromen zijn ontstaan

Zijn stijl was dan allang gevormd. Hij oogde nonchalant, dromerig bijna. Pas in balbezit kwam hij tot leven, met prachtige passes of een avontuurlijke dribbel. Zijn harde schoten oogstten meteen bewondering, al liet Southampton-manager Chris Nicholl hem vanaf zijn debuutseizoen 1986/87 langzaam rijpen. Fysiek kwam de speler nog tekort. Op 4 november 1986 maakte Le Tissier zijn eerste twee doelpunten voor The Saints, in een League Cup-duel met Manchester United (4-1). ‘Indirect leidde ik zo het ontslag in van United-manager Ron Atkinson’, zou Le Tissier later terugkijken. ‘Alex Ferguson zou hem opvolgen, dus ik geloof niet dat ik de concurrenten van United die dag een dienst bewees, haha.’

Gestaag werd hij beter. Twintig competitiegoals en een uitverkiezing tot Young Player of the Year markeerden tijdens het seizoen 1989/90 zijn doorbraak. De fans van Southampton waren weinig technische raspaardjes gewend. Ze zongen liedjes voor hem en sloten Le Tissier voor altijd in hun hart. Met Rodney Wallace en Alan Shearer vormde hij een geweldig trio, ook omdat manager Nicholl de tactiek volledig op hem afstemde. Het was dé manier zijn kolossale talent te laten stralen. Le Tissier verdedigde geen meter mee, maar al zijn medespelers voetbalden zonder morren in zijn dienst. Dat het bescheiden Southampton in 1990 als zevende finishte, was grotendeels zijn verdienste.

Net zo hard viel de club weer omlaag. Defensieve problemen lieten The Saints in 1991 als veertiende eindigen en Nicholl kreeg zijn ontslag. Ian Branfoot werd zijn opvolger. ‘Een enorme blunder van het bestuur’, keek Le Tissier terug. Branfoot was een man van kick and rush. Hij dwong zijn spelers voortaan lange ballen te hanteren. Het mooie spel verdween en de aanhang was verbijsterd.

Privileges

En Le Tissier? Die werd naar de rechterzijkant verbannen, als een gekooide tijger. Branfoot verbood hem te zwerven. De teamprestaties namen af, zeker toen de club ook nog Alan Shearer aan Blackburn Rovers verkocht. Ondanks maandenlange protesten van fans werd Branfoot pas begin 1994 ontslagen. Zijn vertrek zorgde bij Le Tissier voor opluchting. ‘Door het lelijke voetbal en de vele nederlagen konden supporters op het laatst zijn bloed wel drinken.’ De nieuwe man was Alan Ball, in 1966 het jongste lid van de Engelse WK-selectie. Met zijn aantreden brak voor Le Tissier de mooiste tijd van zijn leven aan.

Ball formeerde tijdens zijn eerste training een opstelling. Negen veldspelers. Drie man achterin, vier op het middenveld en twee spitsen. Le Tissier liet hij langs de kant staan. Ball liep naar hem toe, duwde hem met zachte hand naar het veld en nam het woord. ‘Luister jongens! Dit is veruit jullie beste man en de kortste weg naar succes. Ik zet hem in het midden. Geef hem de bal, zo vaak als je kunt. Vraag jezelf steeds af: Kan ik Le Tissier aanspelen? Hij doet de rest wel voor jullie.’

‘Luister jongens! Dit is veruit jullie beste man en de kortste weg naar succes. Geef hem de bal, zo vaak als je kunt’

Le Tissier was verrukt. Ineens waande hij zich twee keer zo sterk. Vertrouwen als doping, met alle denkbare privileges die hij zich kon voorstellen. Heerlijk rondzwerven, passjes geven, prachtig scoren. Hij zou het waarmaken. Op 14 februari 1994 won Southampton mede dankzij drie goals van Le Tissier met 4-2 van Liverpool en het was de blauwdruk voor de maanden die volgden. Krachtig nam hij Southampton bij de hand. Sturend en scorend sleepte hij zijn elftal weg bij de degradatiestreep, met acht goals in de laatste vijf competitieronden.

Kenners schaarden Le Tissier inmiddels bij de beste voetballers van Engeland. Bondscoach Terry Venables liet hem op 9 maart 1994 debuteren als international, vriendschappelijk tegen Denemarken (1-0). Maar een glansrijke interlandloopbaan zou hij nooit krijgen, zijn optredens bleven beperkt tot vijf relatief korte invalbeurten en drie basisplaatsen. Le Tissier dacht de reden wel te kennen. ‘Mezelf inpassen in een bestaande formatie was nooit mijn kracht’, blikte hij eens terug. ‘Daarbij voelde ik bij Venables nooit het volledige vertrouwen, hij selecteerde me onder druk van de publieke opinie. In die spaarzame optredens overtuigde ik ook niet echt, eerlijk is eerlijk. Na Venables werd Glenn Hoddle bondscoach, met wie ik een moeizame relatie onderhield. Waarom precies heb ik nooit kunnen achterhalen.’

Alleen voor Southampton zou hij schitteren, ook omdat Le Tissier aanbiedingen van Engelse topclubs afwimpelde. Chelsea, Liverpool en zelfs zijn jeugdliefde Tottenham Hotspur konden hem niet overhalen. ‘Ik was oprecht van mijn club gaan houden’, verklaarde hij. ‘Zou ik elders gelukkiger zijn? Ik kon het me niet voorstellen. Geld was nooit een drijfveer voor me. Daarbij was ik in Southampton intens geliefd, de mensen hielden van me. Dat gevoel was me alles waard.’ Le Tissier zou zijn aanhang in de jaren die volgden niet teleurstellen.

Wandelend museumstuk

Al nam zijn invloed vanaf 1995 wel af, Southampton kwam steeds minder aan aanvallen toe en zou van strijden tegen degradatie een traditie maken. Zijn rol veranderde ook. Manager Ball was in 1995 naar Manchester City verhuisd. Diens opvolgers waren er wat minder van gecharmeerd dat Le Tissier alleen bij balbezit meedeed. Soms zetten ze de vedette op de bank, met als redenatie dat bij tegenspoed geharde krijgers gevraagd waren, geen raspaardjes. Evengoed zou Le Tissier zijn status aan de Engelse zuidkust nóg groter maken. Tot drie keer toe, in 1996, 1997 en 1999, ontsnapte Southampton op de laatste speeldag aan degradatie. Telkens was het Le Tissier die in de nerveuze slotweken, soms op het allerlaatste moment, met goed spel en enkele prachtgoals het onheil afwendde. Inmiddels was hij een cultheld voor het leven geworden.

‘In Southampton was ik intens geliefd, de mensen hielden van me. Dat gevoel was me alles waard’

Vanaf 1998 begon zijn lichaam hem in de steek te laten. Een gescheurde pees in zijn linkervoet bleef een zwakke plek. Om zijn voet te ontlasten ging Le Tissier net iets anders lopen, wat weer zeurende spierpijntjes in zijn benen opleverde. Enkel- en hamstringklachten verdwenen op den duur steeds langzamer. In zijn laatste vijf seizoenen speelde hij slechts 86 competitieduels. Geruisloos verdween hij van de bühne. Wie hem die laatste jaren nog zag, slenterend, speurend naar een pass of een schot op doel, aanschouwde een wandelend museumstuk. Een groots voetballer met het hart van een amateur.

In het einde schuilde nog de mooist denkbare symboliek. Een puur, ouderwets kippenvelmomentje. Het gebeurde op 19 mei 2001, in een thuiswedstrijd tegen Arsenal. Het was de allerlaatste officiële wedstrijd die Southampton afwerkte op The Dell, voor de verhuizing naar het huidige St. Mary’s. Le Tissier begon op de bank en mocht in de 74ste minuut bij een 2-2 stand invallen. Het vervolg laat zich al bijna raden. Hij scoorde op schitterende wijze en zette vlak voor tijd de 3-2 eindstand op het bord, het 161ste competitiedoelpunt van zijn leven. Na vier duels tijdens het seizoen 2001/02 bekende hij huilend aan toenmalig Southampton-manager Gordon Strachan te moeten stoppen. Zijn chronische blessures waren te pijnlijk geworden.

Bekijk hier al onze video's
Gerelateerde artikelen
Praat mee

Om mee te kunnen praten, moet je ingelogd zijn met je VI-account.

Reacties worden op dit moment geladen.