Technisch directeur Joris Mathijsen van Willem II had zijn zaakjes prima voor elkaar voor aanvang van dit seizoen. Zo leek het althans. Nu is de Brabantse club, deelnemer aan de voorronde van het Europa League-toernooi, plotseling in de onderste regionen van de Eredivisie terug te vinden en moeten Mathijsen, trainer Adrie Koster en zijn staf en de spelersgroep Willem II behoeden voor meer onheil. Er zijn zorgen in Tilburg, maar er is ook hoop op betere tijden. Mathijsen kijkt terug en vooruit.
Hoe groot zijn de zorgen?
‘Laat duidelijk zijn dat we te laag staan, de zorgen zijn er zeker. We kunnen onmogelijk tevreden zijn. We doen er elke dag alles aan om weg te komen van de plek waar we staan. De buitenwereld heeft daar een mening over. Voor ons is het keihard dat we staan waar we staan. We hadden dat duidelijk niet verwacht, zeker niet na vorig seizoen. Er zijn wel verschillende aanwijsbare factoren, maar die gelden niet als excuses. Blessures, coronaperikelen, we hebben er wel mee te maken gehad. Dat analyseren we. We moeten goed kijken wat we moeten veranderen, waar we moeten verbeteren. We zien dat het er in zit, maar niks gaat vanzelf. Alles draait om vertrouwen hebben.’
