Waarom de Europese grootmachten de NEC-opleiding op de voet volgen
© Pro Shots
PRO

Waarom de Europese grootmachten de NEC-opleiding op de voet volgen

Het vlaggenschip van NEC beleeft met de negende en de achtste plaats in de Keuken Kampioen Divisie zijn slechtste periode in 25 jaar, maar er gloort hoop aan de horizon. De jeugdopleiding floreert als nooit te voren en biedt een levenslijn richting betere tijden. ‘We hebben zes jeugdinternationals in het eerste elftal, dat is ongekend.’

Ajax en PSV hadden serieuze interesse en ook Premier League-sensatie Wolverhampton Wanderers wilde hem dolgraag hebben, maar Dirk Proper (in actie op hoofdbeeld) zette afgelopen week zijn handtekening onder een nieuw contract bij NEC. De achttienjarige middenvelder ziet de club uit Nijmegen als de ideale plek om zich verder te ontwikkelen. Het maakt NEC apetrots, zo vertelde algemeen directeur Wilco van Schaik bij de presentatie: ‘Dirk is de laatste jaren het gezicht van onze academie geweest. Dit is een heel mooi moment voor NEC. Na Anthony Musaba, Ole Romeny en Bart van Rooij is hij de volgende talentvolle exponent van onze opleiding, je zou het de gouden generatie kunnen noemen’, aldus Van Schaik.

Ook voor Romeny is buitengewoon veel buitenlandse belangstelling, onder meer Manchester City en Juventus hopen de twintigjarige aanvaller weg te plukken uit Nijmegen. Musaba brak afgelopen seizoen op stormachtige wijze door en werd twee weken geleden voor ruim twee miljoen euro verkocht aan AS Monaco. Na Hakim Ziyech en Cyriel Dessers is de negentienjarige Musaba daarmee voorlopig de duurste uitgaande transfer van alle Nederlandse profclubs deze zomer. Het moge duidelijk zijn: de NEC-academie is hot. Het roept de vraag op: wat is het geheim? Om op die vraag een antwoord te geven, spreken we met vier hoofdpersonen die de opleiding door en door kennen.

SCOUTEN

Het begint allemaal met het binnenhalen van talent. Zowel in de jeugd als bij het eerste elftal onderscheidt NEC zich op dat vlak al enige tijd. De afgelopen vijf jaar verdiende de club ruim twaalf miljoen euro aan spelers van 21 jaar of jonger. Ferdi Kadioglu en Jay-Roy Grot werden op zeer jonge leeftijd al opgenomen in de academie, spelers als Arnaut Danjuma Groeneveld, Anthony Limbombe en Alireza Jahanbakhsh sloten aan bij de hoofdmacht, waar ze direct indruk maakten en al snel voor een flink bedrag verkocht werden.

Wilco van Schaik: 'Bij die gesprekken zijn ook weleens spelers afgehaakt, dat is ook helemaal niet erg, die passen dan niet bij ons’

‘De basis voor ons succes ligt in de scouting’, vertelt Van Schaik. ‘Nick Kersten en Iddo Roscher zijn daar de grondleggers van. Nick kwam dertien jaar geleden als vrijwilliger binnen en is inmiddels doorgegroeid tot hoofd scouting van het eerste elftal. Zijn manier van kijken naar spelers is onderscheidend. Hij ziet specifieke kwaliteiten, maar kijkt ook naar de persoonlijkheid die erachter zit. Voordat we spelers aannemen in onze opleiding, voeren we intake-gesprekken. Wat zijn je dromen in het voetbal en daarbuiten? Hoe hard ben je bereid om te werken om die dromen te bereiken? Uit wat voor familie kom je? Dat zijn lange gesprekken, maar je leert een speler dan wel écht kennen. We benaderen vaak ook oud-ploeggenoten en oud-trainers van zo’n speler: wat voor type is hij? Verzorgt hij zichzelf goed? Zo weten we precies wat we in huis halen. Bij die gesprekken zijn ook weleens spelers afgehaakt, dat is ook helemaal niet erg, die passen dan niet bij ons.’

VERANTWOORDELIJKHEID GEVEN

Wanneer de jonge voetballers eenmaal binnen zijn, wordt duidelijk waarom die gesprekken hebben plaatsgevonden. NEC stimuleert spelers nadrukkelijk om zelf de verantwoordelijkheid voor hun carrière te nemen. ‘We stellen in de jeugd het individu voorop, we proberen ze een bepaalde intrinsieke motivatie aan te leren’, legt Van Schaik uit. Volgens Proper is dat de grote kracht van de NEC-academie: ‘In de jeugd wordt er heel veel druk op spelers gelegd: Maak nou je eigen plan voor een training. Zorg dat je tijdens de training echt actief bezig bent met de vraag: wat wil ik beter doen? We worden gevraagd om zelf na te denken over hoe we ons willen ontwikkelen. Heel precies bezig zijn met hoe je als speler en als persoon wil groeien. Dat is in mijn ogen het grote verschil tussen NEC en andere clubs en het is denk ik ook de reden dat er bij NEC zoveel spelers doorbreken’, zegt Proper, die vorig jaar Europees kampioen werd met Oranje Onder-17.

NIET ONDERSCHATTEN

Het is nogal wat om te vragen van spelers die op jonge leeftijd aansluiten in de opleiding, zij zijn immers nog kinderen of pubers. ‘Dat klopt, maar je moet jongens van die leeftijd niet onderschatten. Ze kunnen vaak op jonge leeftijd al heel goed vertellen wat hun dromen zijn en waar ze goed en minder goed in zijn. Je moet ze serieus nemen en de regie over durven te dragen’, stelt Roscher. Hij werkte 25 jaar lang als jeugdtrainer en later hoofd opleiding bij NEC en is één van de regisseurs van de florerende academie. ‘Iddo is de persoon van wie ik het meest geleerd heb tot nu toe’, benadrukt Proper.

Wilco van Schaik: 'We halen spelers heel vroeg naar het eerste en geven ze speelminuten in dat team. Dan speel je elke twee weken voor acht- tot tienduizend man.'
© Pro Shots
Wilco van Schaik: 'We halen spelers heel vroeg naar het eerste en geven ze speelminuten in dat team. Dan speel je elke twee weken voor acht- tot tienduizend man.'

Afgelopen maart vertrok Roscher bij NEC om te beginnen aan een nieuwe uitdaging, eerst bij de KNVB en vanaf september als hoofd opleiding bij FC Twente en Heracles Almelo, maar toen hij hoorde dat zijn voormalige pupil een nieuw contract ging tekenen, was hij de eerste die Proper opbelde. ‘Op het trainingsveld ben ik af en toe best streng voor Dirk geweest, maar daarbuiten was dat absoluut niet nodig. Hij is het schoolvoorbeeld van een verantwoordelijke jongen die, ook met hulp van zijn familie, verstandige keuzes maakt. Hij past perfect in de opleiding van NEC. Dat is een veilige, maar ook intense omgeving, waar zelfregulatie heel belangrijk is. Bij sommige spelers past dat goed, anderen ligt dat minder. Daar selecteren we ook op. Ik wil overigens niet beweren dat dit de enige weg naar succes is, je moet het meer zien als het kiezen van een school. Bij het ene kind past een bepaalde school en bij het andere kind juist helemaal niet. Dit is voor ons de beste werkwijze binnen het – vergeleken met de topclubs – beperkte budget en het is belangrijk dat we daar de juiste spelers bij hebben.’

BINNENBOORD HOUDEN

Proper wordt al jarenlang gevolgd door Ajax, PSV en Feyenoord en ging in het verleden al eens langs om bij die clubs in de keuken te kijken. Als international van de jeugdelftallen van Oranje speelt hij veel samen met leeftijdsgenoten die die stap wel gemaakt hebben. Het is misschien wel een makkelijkere weg naar succes, maar Proper ziet meer heil in het pad dat hij met NEC heeft ingeslagen. ‘Bij Ajax, PSV en Feyenoord loopt natuurlijk ontzettend veel talent, maar je ziet bij ons echt spelers met heel specifieke kwaliteiten, dat is omdat ze constant bezig zijn met de vraag: Wat zijn mijn sterke punten en hoe kan ik die ontwikkelen? Dat nemen we heel serieus en we steken elkaar daar ook in aan, dat vind ik heel mooi. Bart van Rooij en ik staan tegenwoordig anderhalf uur voor het begin van de training al op het veld om aan onszelf te werken.’

Al dat ontwikkelen heeft voor NEC echter weinig zin, als de grootste talenten continu worden weggepikt voor ze überhaupt minuten in het eerste elftal hebben gemaakt. Dat gebeurt bij veel clubs aan de lopende band, de pareltjes komen bij de topclubs terecht, die raken op hun beurt hun paradepaardjes kwijt aan buitenlandse grootmachten als Chelsea, Manchester City en Manchester United. NEC heeft niet de illusie daar immuun voor te zijn, maar door een eerlijk en realistisch ontwikkelingsplan te schetsen, weet de club toch veel spelers binnenboord te houden. Van jongs af aan onderhouden spelers en hun families intensief contact met de club, zaakwaarnemers worden er zo lang mogelijk buiten gelaten.

Nick Kersten: ‘We doen beloftes aan onze spelers en ze merken dat we die ook nakomen’

‘We doen beloftes aan onze spelers en ze merken dat we die beloftes ook nakomen’, vertelt Nick Kersten. Hij was dertien jaar geleden de scout die Proper naar NEC haalde en was er woensdag ook bij toen de middenvelder zijn eerste volwaardige profcontract tekende. Een dag later sloeg NEC een nieuwe slag door Mathias de Wolf (18) over te nemen van Club Brugge. ‘Dat is een enorm groot talent. Het is eigenlijk wel gek dat we zo’n jongen kunnen halen, maar dat hij voor ons kiest, is een teken dat we op de goede weg zijn. Hij was enthousiast over het plan dat we voor het geschetst hebben en dus komt hij van Brugge helemaal naar Nijmegen.’

LAATSTE PUZZELSTUKJE

Een van de belangrijkste beloftes die NEC aan zijn talenten doet is perspectief bieden op speeltijd in het eerste elftal. Van Schaik: ‘Je ziet heel vaak dat het daar misgaat bij clubs. Jonge jongens worden heel snel gebracht, dan lukt het even niet en dan verdwijnen ze weer. Ik denk dat het heel belangrijk is om jonge jongens goed te begeleiden. Om het persoonlijke ontwikkelingsplan dat ze vanuit de jeugd hebben, door te trekken naar het eerste elftal. Daar hebben we een klimaat voor gecreëerd, een topsportklimaat. We hebben specialisten op het gebied van voeding, mentale en fysieke kracht en ga zo maar door. De aandacht die onze spelers in de jeugd krijgen, krijgen ze ook in het eerste elftal. We hebben drie trainers, dat is voor een club in de Eerste Divisie echt veel, maar daar kiezen we bewust voor, omdat we heel veel jonge spelers hebben die gewoon veel aandacht nodig hebben. Vaak zitten met beelden, vaak een-op-een-gesprekken, individuele trainingen en trainingen per linie. Het ontwikkelen gaat ook bij het eerste elftal door, dat staat niet stil.’

Bart van Rooij, een van de talentvolle exponenten van NEC.
© Pro Shots
Bart van Rooij, een van de talentvolle exponenten van NEC.

Roscher vult aan: ‘Dat is het laatste en misschien wel belangrijkste puzzelstukje: de cultuur uit de jeugdopleiding doortrekken naar het eerste elftal, zodat de stap niet te groot is. Die stap is het belangrijkste en het moeilijkste gedeelte. Daar hadden we in het verleden moeite mee. Spelers als Patrick Joosten en Sylla Sow hebben het profvoetbal gehaald, maar niet bij NEC. Sinds een aantal jaar is dat veranderd. Uit de lichtingen van 1998, 1999, 2000, 2001 en nu ook 2002 zijn veel spelers doorgedrongen tot de hoofdmacht en zijn sommigen al voor een mooi bedrag verkocht.’

Voor Proper was dat perspectief één van de grootste redenen om zijn contract in Nijmegen te verlengen tot medio 2023. ‘Voor mij was het heel belangrijk dat ik de komende seizoenen veel ga spelen. Ik denk dat het vooruitzicht bij NEC hartstikke goed is. Ik moet gewoon ontzettend veel minuten gaan maken en wie weet wat er daarna gebeurt’, vertelt hij.

Iddo Roscher: ‘De opleiding van NEC is een veilige, maar ook intense omgeving, waar zelfregulatie heel belangrijk is’

Van Schaik legt uit: ‘We halen spelers heel vroeg naar het eerste en geven ze speelminuten in dat team. Ze kunnen op jonge leeftijd ook kiezen voor de stap naar een topclub, maar dan kom je toch in het beloftenelftal terecht of zit je misschien één of twee jaar op de bank. Bij ons speel je elke twee weken voor een stadion van acht- tot tienduizend man. We spelen aanvallend voetbal onder druk en met de ambitie bovenin mee te doen. Ik ben ervan overtuigd dat jongens van deze leeftijd daar het meest van leren. Daar kiezen wij voor, dat is ons beleid. Die jongens weten dat we onze beloftes nakomen als ze gewoon hun best blijven doen, daarom kiezen ze voor ons. Je kunt je ook in de top van de Eerste Divisie namelijk in de kijker spelen, dat bewijzen jongens als Musaba en Groeneveld. We hebben nu zes jeugdinternationals bij het eerste elftal lopen, dat is natuurlijk ongekend. Ik denk dat meer dan de helft van de selectie van ons eerste elftal bestaat uit spelers uit onze eigen jeugd.’

International Arnaut Danjuma Groeneveld, hier tegenover Jérôme Boateng in het Nations League-duel met Duitsland, verliet NEC in 2018 voor een flink bedrag en vertrok naar Club Brugge.
International Arnaut Danjuma Groeneveld, hier tegenover Jérôme Boateng in het Nations League-duel met Duitsland, verliet NEC in 2018 voor een flink bedrag en vertrok naar Club Brugge.

Roscher: ‘Natuurlijk is het makkelijker om jonge talenten speelminuten te geven in de Eerste Divisie dan bij een topclub. Maar ik denk dat het ook in de Eredivisie mogelijk is. Kadioglu ging naar Fenerbahçe, dat is een topclub. Grot ging naar Leeds, dat is ook een grote club in Engeland en Musaba is verkocht aan Monaco, dat is een internationale topclub. Dan zouden die jongens zich volgens mij ook in de Nederlandse competitie staande moeten kunnen houden.’

INVESTEREN

Een andere voorwaarde voor het succes van de NEC-opleiding is: financiële risico’s durven nemen. Meer centen, meer talenten. ‘De academie is heel belangrijk voor ons en dus investeren we er veel geld in’, vertelt Van Schaik. ‘Om de talenten goed te begeleiden bij hun stap naar het eerste elftal hebben we een begeleidingsstaf van top-acht Eredivisie-niveau. Bovendien hebben we tien scouts in dienst, dat is ook niet voor iedere club weggelegd, maar dat betekent wel dat we jongens als De Wolf en Elayis Tavsan kunnen aantrekken. Het kost allemaal geld, maar we krijgen er ook transfersommen van topacht Eredivisie-niveau voor terug. Het is een bewuste keuze. Er zijn veel clubs die geen academie hebben, die zijn ook minder kosten kwijt. Wij nemen daar als club meer risico’s, maar dat is ook een beetje het ondernemen dat in ons zit. We hebben er altijd vertrouwen in dat die transfers er komen, omdat onze strategie en manier van werken gewoon kwaliteit oplevert.’

BLAUWDRUK

‘De laatste drie jaar hebben we bij NEC een totaalplan van academie tot het eerste elftal gecreëerd. Er ligt nu een blauwdruk die je ook bij een andere club neer zou kunnen zetten. Als je zo’n proces vijf of tien jaar de kans geeft, zal het ook daar gebeuren. Het begint allemaal met visie en beleid’, stelt Van Schaik. ‘De legacy van Roscher staat, hij begint nu bij Twente/Heracles aan een nieuwe uitdaging. Wij krijgen met Dennis te Braak iemand die bij Feyenoord in de keuken heeft gekeken en die nu zijn accenten gaat toevoegen aan de basis en visie van Roscher. We zijn namelijk nog lang niet uitgeleerd. Bij het eerste elftal zijn we harder en vaker gaan trainen en dus moet nu ook de academie bijschakelen, want we mogen natuurlijk niet stil blijven staan.’

Gerelateerde artikelen