Vijf tips voor de nieuwe bondscoach van Oranje
PRO

Vijf tips voor de nieuwe bondscoach van Oranje

Met een eenvoudige zege op Roemenië is een einde gekomen aan de derde ambtstermijn van Dick Advocaat als bondscoach. Hoog tijd om in kaart te brengen wat de vijf punten zijn waarop zijn opvolger de meeste winst kan boeken met het Nederlands elftal.

1. Benut je wapens

(Het team maakt de ster)

Stel je voor dat een team beschikt over één speler van absolute wereldklasse. Stel je voor dat de dribbel zijn grootste wapen is. En stel je dan voor dat hij in de allesbepalende kwalificatiewedstrijd geen enkele keer zijn directe tegenstander passeert, omdat hij niet de kans gehad heeft om ook maar één dribbel in te zetten.

Dat is geen vreemdsoortig gedachte-experiment, maar de reële situatie bij het Nederlands elftal. Tijdens de 4-0 afstraffing in Parijs noteert Arjen Robben geen enkele dribbel. In plaats van Frankrijk het leven zuur te maken, loopt Robben tot op de achterlijn mee te verdedigen met zijn directe tegenstander. Bij gebrek aan verzorgd positiespel krijgt hij bovendien tijdens de kwalificatiereeks de bal vooral aangespeeld door de rechtsback. Robben moet dan aannemen met een man kort in de rug, vaak ook nog eens met een overmacht aan tegenstanders in de directe nabijheid. Een land dat zo omgaat met zijn beste speler, kan moeilijk succes verwachten.

De situatie bij het Nederlands elftal (links) versus de situatie bij Bayern München (rechts) voor Arjen Robben. In Oranje krijgt hij de bal van een back, waarna hij met de rug naar het doel staat en een beslissende actie inzetten schier onmogelijk is. Bij Bayern wordt hij ingespeeld door een middenvelder, waardoor hij direct het vizier richting doel heeft en bepalend kan zijn.
De situatie bij het Nederlands elftal (links) versus de situatie bij Bayern München (rechts) voor Arjen Robben. In Oranje krijgt hij de bal van een back, waarna hij met de rug naar het doel staat en een beslissende actie inzetten schier onmogelijk is. Bij Bayern wordt hij ingespeeld door een middenvelder, waardoor hij direct het vizier richting doel heeft en bepalend kan zijn.

Het simpele gegeven dat het strijdplan afgestemd moet worden op de specifieke kwaliteiten van de beste spelers, is verre van hogere wiskunde. Dit staat los van discussies over 4-3-3, 4-4-2 of 5-3-2, en zelfs van defensieve of offensieve intenties. Robben is daar zelf het beste voorbeeld van. Louis van Gaal haalt op het WK 2014 het maximale uit zijn mogelijkheden met een countertactiek. In diezelfde periode blinkt Robben wekelijks uit bij Bayern München in het ultradominante spelconcept van Pep Guardiola. De gemene deler is dat beide coaches binnen de gekozen speelwijze accenten leggen die het voor Robben makkelijker maken om wedstrijden te beslissen.

Voor de nieuwe bondscoach gaat het benutten van de wapens van zijn beste spelers een nog urgenter vraagstuk worden. In het nieuwe Oranje loopt namelijk geen voetballer als Arjen Robben meer rond die wedstrijden kan beslissen zonder de steun van zijn ploeggenoten. Als de loopbaan van de beoogde nieuwe steunpilaren als Daley Blind, Kevin Strootman, Georginio Wijnaldum, Quincy Promes en Memphis Depay iets laat zien, dan is het dat zij een elftal om zich heen nodig hebben dat hen in hun kracht laat spelen. De opvolger van Dick Advocaat moet daarom een team zien samen te stellen dat de ster kan maken.

2. Stop met mandekking

(Met elf ezels win je geen wedstrijden)

De dag dat Nederland zijn laatste interland onder Dick Advocaat speelt, is tevens de dag waarop het exact 25 jaar geleden is dat Ernst Happel is overleden. In de jaren zestig levert deze Happel een niet te onderschatten bijdrage aan de opmars van het Nederlandse voetbal. Zo is het de Oostenrijkse succestrainer die de 4-3-3-formatie naar de Eredivisie brengt, evenals het concept zonedekking. ‘Als je aan mandekking doet, dan stuur je elf ezels het veld op’, luidt een van zijn beroemdste quotes.

Misschien is het een geluk bij een ongeluk dat Happel niet meer mee heeft hoeven maken dat Oranje een halve eeuw na zijn innovaties terug bij af is. Zowel Danny Blind als Dick Advocaat slaagt er niet in om Nederland op een fatsoenlijke manier in de zone te laten verdedigen. Dus wordt naar Robben gewezen als de Wit-Russische linksback Maksim Volodko scoort tegen Oranje, terwijl het een compleet achterhaald idee is dat hij tot in zijn eigen zestien achter zijn man moet aanlopen. Dat is de paradox van mandekking: de zwarte piet kan altijd worden toegeschoven aan een individu, terwijl de problemen in de hand gewerkt worden door de manier waarop het collectief geïnstrueerd is.

Ondertussen plukken landenteams met een fractie van de individuele kwaliteiten van Oranje de vruchten van het succesvol toepassen van zonedekking. Kijk naar IJsland. Kijk naar Zweden. Kijk naar Polen. In essentie is de speelwijze van deze teams bij balbezit van de tegenstander eenvoudig: maak met twee rijtjes van vier en twee spitsen daarvoor het veld zo klein mogelijk. Wanneer dat goed uitgevoerd wordt, heeft bijna elk team moeite om daar doorheen te voetballen.

Doelpunten maken is in de mislukte kwalificatiereeksen niet het grootste probleem geweest

Voor de nieuwe bondscoach moet het op orde krijgen van de defensieve organisatie de eerste prioriteit zijn. Een nationaal team heeft een gebrek aan gezamenlijke trainingsuren en collectief verdedigen is sneller aan te leren dan collectief aanvallen, waardoor het logisch is om dat als eerst op te pakken. Niet in de laatste plaats omdat doelpunten maken in de mislukte kwalificatiereeksen niet het grootste probleem geweest is. Oranje heeft in aanloop naar Rusland zelfs meer gescoord dan Frankrijk, alleen heeft de defensie dubbel zoveel doorgelaten. Het goede nieuws is dat dit meer zit in de gekozen tactiek dan in de kwaliteit van de spelers. Landen als Zweden, IJsland en Turkije hebben individueel geen betere verdedigers gehad dan Nederland, ze hebben simpelweg als collectief beter verdedigd.

3. Domineer het middenveld

(Die dubbele bezetting op de vleugel is hopeloos achterhaald)

Als iets het spel van het Nederlands elftal in de laatste jaren kenmerkt, dan is dat het eindeloze geschuif in de breedte. In negen van de tien kwalificatiewedstrijden is een verdediger de Oranje-international die het vaakst de bal heeft. De nieuwe bondscoach moet zo snel mogelijk zien af te rekenen met dergelijke statistieken, want deze zijn symbolisch voor een elftal dat niet in staat is om het middenveld te domineren.

Wanneer de spelers ontbreken om op basis van individuele superioriteit het middenveld in handen te krijgen, moet dat gecompenseerd worden door een goede veldbezetting. Jarenlang is dat het handelsmerk geweest van Nederlandse teams, maar in het huidige Oranje is daar weinig van terug te zien. Van inschuivende verdedigers of inzakkende aanvallers is zelden sprake. Hierdoor zijn de middenvelders vaak overgeleverd aan een overtal van tegenstanders. Geen wonder dat Kevin Strootman en Georginio Wijnaldum bij hun clubs veel beter tot hun recht komen.

Dat Nederland ondanks de matige bezetting op het middenveld grossiert in balbezit, heeft te maken met de manier waarop de zijkanten bespeeld worden. Waar de buitenbanen bij vrijwel alle internationale topclubs het terrein zijn geworden van atletische vleugelverdedigers die de hele flank bestrijken, staan de backs en buitenspelers bij Oranje vaak nog tegen de lijn geplakt. Tegenstanders vinden het prima als de bal daar vervolgens rondgespeeld wordt, want dit zijn niet de zones waaruit het grootste gevaar gesticht wordt.

Het ontbreken van een spits is een nadeel dat ook een voordeel kan hebben

De nieuwe bondscoach heeft 1001 mogelijkheden om aan de slag te gaan met het middenveldvraagstuk. Test bijvoorbeeld eens met een back die in balbezit als extra middenvelder opereert. Als Fabian Delph dat kan, dan kan Daley Blind dat ook. Vergelijkbare trucs kunnen uitgehaald worden met de spitspositie. Dat een overduidelijke kandidaat voor die plek ontbreekt, is een nadeel dat ook een voordeel kan hebben. Dit geeft Oranje namelijk de mogelijkheid om hiermee te spelen. De ene keer kan daar een bewegelijke vleugelaanvaller staan, de andere keer een middenvelder die tussen de linies komt. Of experimenteer eens met een formatie met drie centrumverdedigers, wat bijna altijd leidt tot meer bezetting in het centrum. Zomaar wat opties die kunnen helpen om als vanouds de grip op het middenveld te krijgen.

Daley Blind is opgeleid als middenvelder, maar speelt bij Manchester United vooral als linksback. Dat geeft mogelijkheden om tactische trucs met hem uit te halen.
Daley Blind is opgeleid als middenvelder, maar speelt bij Manchester United vooral als linksback. Dat geeft mogelijkheden om tactische trucs met hem uit te halen.

Voor het domineren van het middenveld heeft Advocaat zijn opvolger tegen Roemenië alvast een voorzet gegeven. In tegenstelling tot in de wedstrijd tegen Schotland laat Daley Blind zich dit keer niet onnodig uitzakken tussen de twee centrale verdedigers, waardoor hij consequent op het middenveld te vinden is. Daarnaast komt Steven Berghuis vanaf de rechterkant regelmatig naar binnen om tussen de linies te opereren, wat bijdraagt aan een betere veldbezetting. Wellicht de eerste aanzet naar een speelwijze zoals die van Spanje, waar met David Silva en Isco spelmakers vanaf de buitenkant naar binnen bewegen om de grote rondo te spelen.

4. Alles draait om beweging

(Vergeet 4-3-3 of 5-3-2, alles draait om principes)

De nieuwe bondscoach zal nieuwe dynamiek moeten toevoegen aan het aanvalsspel van Oranje. Het moderne voetbal kenmerkt zich door ruimtes die extreem klein zijn, omschakelmomenten die elkaar in een razend tempo opvolgen, voortdurende positiewisselingen en spelers die zelden staan op de plaats die voor hen is ingeruimd op het tactiekbord. Alles draait daarin om beweging en variatie, ingrediënten die noodzakelijk zijn om de steeds beter georganiseerde defensies van tegenstanders kapot te spelen.

In deze nieuwe wereld kan voetbal niet meer teruggebracht worden tot een formatie en een aantal looplijnen. Spelprincipes zijn het antwoord op de snel veranderende omstandigheden. Geen dichtgetimmerde ijzeren wetten, maar flexibele richtlijnen. Denk bijvoorbeeld aan een spelprincipe als het creëren van numerieke superioriteit rondom de bal. Dit maakt de spelers duidelijk wat er moet gebeuren, niet hoe dat moet gebeuren. Dit geeft veel meer mogelijkheid tot variatie en beweging dan een specifieke opdracht binnen een bepaalde formatie.

De discussie moet de komende tijd daarom ook niet gaan over de vraag of 4-3-3 nog wel van deze tijd is. Of de variant waarin gepleit wordt voor een buitenlandse bondscoach die breekt met de Nederlandse dogma’s. Veel interessanter is het om de vraag te stellen of de uitgangspunten van de Hollandse School vertaald kunnen worden naar spelprincipes die passen bij de moderne tijd. Welke formatie de nieuwe bondscoach daar vervolgens opplakt, is eigenlijk volstrekt irrelevant.

5. Werk aan standaardsituaties

(We zijn niet meer zo goed dat we zonder kunnen)

Nederland heeft de afgelopen WK-kwalificatiereeks één doelpunt gemaakt uit een hoekschop. Thuis tegen Wit-Rusland wordt een corner van Wesley Sneijder uit de doelmond weggekopt, waarop Quincy Promes het vanaf ruim twintig meter probeert met een volley. De bal vliegt door het poortje van twee Wit-Russen op fortuinlijke wijze binnen. Niet bepaald het schoolvoorbeeld van een treffer die het resultaat is van eindeloze arbeid op het trainingsveld.

Quincy Promes viert de enige goal uit een hoekschop. Met twee directe vrije trappen zorgt Memphis Depay voor de restant van de treffers uit standaardsituaties in de laatste kwalificatiereeks.
Quincy Promes viert de enige goal uit een hoekschop. Met twee directe vrije trappen zorgt Memphis Depay voor de restant van de treffers uit standaardsituaties in de laatste kwalificatiereeks.

Een nieuwe bondscoach die werk maakt van de dode spelmomenten, kan zomaar rekenen op een bonus van vier of vijf extra treffers in de kwalificatiereeks. Dat kan het verschil zijn tussen kwalificatie en voor de derde keer op rij een eindtoernooi missen. IJsland is wat dat betreft het schoolvoorbeeld. Door in te zetten op verre inworpen, vrije trappen en hoekschoppen compenseren de Scandinaviërs voor hun gebrekkige voorhoede. Nederland heeft met Jetro Willems ook een speler in huis die ver kan inwerpen, maar die kwaliteit komt pas tot zijn recht sinds hij overgestapt is naar Eintracht Frankfurt.

Rendement uit standaardsituaties begint met een besef van de eigen tekortkomingen. Nederland heeft niet langer de kwaliteit om tegenstanders op te rollen, dus moet gezocht worden naar andere manieren om wedstrijden te winnen. Een 1-0 zege via een slim ingestudeerde vrije trap is ook gewoon drie punten waard.

Gerelateerde artikelen