Pochettino, Guardiola, Klopp en waarom de ene pressing de andere niet is
© Pro Shots
PRO

Pochettino, Guardiola, Klopp en waarom de ene pressing de andere niet is

Trainers die de reputatie hebben dat ze tegenstanders wegblazen met hoge druk zijn nog nooit zo populair geweest. De stijl van coaches als Mauricio Pochettino, Jürgen Klopp en Pep Guardiola leidt over de hele wereld tot kopieergedrag. Toch is de ene pressing de andere niet. Tijd voor een historische zoektocht naar de verschillende manieren van druk zetten.

Provocerende pressing, Bielsa en Lobanovski

Pressingstijlen vallen te categoriseren naar drie variabelen: de wedstrijdfase van het spel, de hoogte van het verdedigende blok en het soort druk dat gegeven wordt. Binnen deze kaders kunnen daarnaast allerlei details verschillen op basis van de individuele kwaliteiten van een spelersgroep, waardoor in de praktijk verschillende teams nooit op exact dezelfde manier pressen. Desondanks kan het zinvol zijn om wat meer orde aan te brengen in de chaos, om spraakverwarring te voorkomen.

In de pers winnen de termen gegenpressing, counterpressing en vijfsecondenregel de laatste jaren sterk aan populariteit. In sommige gevallen wordt de hele visie van een coach gereduceerd tot deze begrippen, terwijl dit in werkelijkheid slechts een fractie van het spel beschrijft. Een voetbalwedstrijd bestaat uit vier hoofdmomenten: aanvallen, verdedigen en de twee omschakelmomenten daartussen. Gegenpressing, counterpressing en de vijfsecondenregel beschrijven slechts het gedrag van een ploeg in de omschakeling van aanvallen naar verdedigen. Teams die als doel hebben om de bal binnen een paar tellen terug te winnen, hebben verschillende opties om dit doel te bereiken. Deze omschakelmomenten staan los van de stijl die een ploeg hanteert als het in de verdedigende organisatie staat. Daar is Atlético Madrid waarschijnlijk het beste voorbeeld van. Wanneer de ploeg van trainer Diego Simeone op de helft van de tegenstander de bal verliest, zet het direct agressief druk. Lukt het niet om zo het balbezit te heroveren, dan zakt Atlético met elf man gegroepeerd terug op de eigen helft.

Waar op het veld druk gezet wordt, is de tweede onderscheidende factor. De meest extreme variant is om door te jagen tot op de doelman van de tegenstander. Dit wordt in andere sporten zoals basketbal en hockey de ‘full-court press’ genoemd. In de jaren zeventig loopt Nederland voorop in het toepassen van deze spectaculaire stijl, dankzij coaches als Ernst Happel en Rinus Michels. Slechts spelersgroepen met exceptionele kwaliteiten zijn in staat op deze manier succesvol te zijn, dus ontstaan in de loop der jaren conservatievere varianten. Daarin is het nog steeds het uitgangspunt om de tegenstander op te sluiten, maar gebeurt dat pas rond de middenlijn. Medium block, half-court press en provocerende pressing zijn termen die gebruikt worden om dit te omschrijven. Het idee hierachter wordt treffend omschreven door Louis van Gaal tegen De Voetbaltrainer: ‘Zo creëren we eerst de ruimte en benutten we die daarna met de snelheid van onze aanvallers.’ Soms is de verdediging de beste aanval. De derde optie is een laag blok, waarin de tegenstander pas vastgezet wordt in de buurt van het eigen doel. De kampioensploeg van Leicester City is een recent voorbeeld van deze variant.

De derde onderscheidende variabele is het verschil tussen mandekking en zonedekking. Mandekking is de meest primitieve vorm van pressing: als iedere speler zijn directe tegenstander dekt, wordt het lastig om verzorgd op te bouwen. De legendarische WM-formatie van Herbert Chapman is de eerste succesvolle toepassing hiervan in de jaren twintig van de vorige eeuw. Hoewel dit destijds geldt als defensieve innovatie, leidt dit nog niet bepaald tot stabiliteit in het verdedigen. In de jaren vijftig en zestig kijkt niemand op van uitslagen als 7-3 en 4-4 in grote wedstrijden. Bij mandekking over het hele veld levert ieder verloren gevecht om de bal direct gevaar op. Daar is catenaccio het antwoord op. Een van de aanvallers wordt ingeruild voor een extra verdediger - ‘de grendel’ - die ingrijpt als een medespeler zijn man kwijt is. Later komen Louis van Gaal en Marcelo Bielsa met een aanvallende vertaalslag op dit idee. Zij beginnen met een organisatie met een extra verdediger ten opzichte van de aanvallers van de tegenstander en beginnen met druk geven als een speler vanuit zijn opponent doorjaagt op de vrije man aan de bal. Dit concept werkt vooral goed in de periode kort na de afschaffing van het oprapen van de terugspeelbal in 1992. Veel keepers zijn dan nog niet in staat om het spel goed te hervatten met de voeten, waardoor deze simpele pressingvariant vaak voldoende is om een lange bal af te dwingen. Inmiddels is de klassieke mandekking in de internationale top nagenoeg uitgestorven en vervangen door zonedekking. Manchester United-middenvelder Michael Carrick vat het principe hierachter kernachtig samen. ‘Loop niet achter je tegenstander aan, maar verdedig de ruimte. Sluit de afspeelmogelijkheden af, probeer de tegenstander te dwingen de bal te spelen in de richting die jij wilt. Dat doe je door juist niet de speler te volgen, maar de ruimte te verdedigen en de afspeelpass te onderscheppen.’ De eerste teams die in Europa succes boeken met zonedekking komen vanachter het IJzeren Gordijn, waar de visie dat het collectief sterker is dan het individu vertaald wordt naar het voetbalveld. Viktor Maslov en Valeri Lobanovski zijn hierin de voorlopers. Ernst Happel is in West-Europa een innovator op dit gebied: ‘Als je aan mandekking doet, dan stuur je elf ezels het veld op’, luidt een van zijn beroemdste quotes. Via Arrigo Sacchi, Helmut Gross en Ralf Rangnick is een nieuwe generatie Duitse trainers besmet geraakt door dit idee. Tegen VI concludeert Rangnick dat Nederland deze laatste slag gemist heeft: ‘Ploegen als Liverpool of Bayer Leverkusen vallen je met twee of drie spelers aan als jij de speler in balbezit bent. Steeds weer, negentig minuten lang. Nederlandse clubs hebben in mijn beleving moeite om die vertaalslag naar het moderne voetbal te maken. Nederlanders kijken nog steeds naar het spel met de ogen van Wat kunnen we doen als we de bal hebben? Wij redeneren volgens het principe: Wat moeten we doen als we de bal nìet hebben? Pressen dus.’

De zijlijn is de beste verdediger ter wereld
Pep Guardiola

De laatste jaren zoeken steeds meer teams de grijstinten tussen zonedekking en mandekking op. Deze ploegen verdedigen in eerste instantie de ruimte, maar proberen tegelijkertijd tegenstanders in opgezette vallen te lokken. Dat kan het best geïllustreerd worden met de meestgebruikte val: een pass naar de zijkant. ‘De zijlijn is de beste verdediger ter wereld’, zegt Pep Guardiola daarover. Doordat tegenstanders beperkt worden in hun opties door de zijlijn, is het mogelijk om daar alle afspeelopties rondom de bal af te sluiten met situationele mandekking. Een aantal spelers verlaat dan tijdelijk zijn vaste zone om een specifieke tegenstander te dekken. Lukt het niet om op deze manier de bal te veroveren, dan keert het elftal terug in de zonestructuur. Vooral Argentijnse trainers uit de school van Bielsa passen dit concept vaak toe.

Door bovenstaande categorisering van pressing in de wedstrijdfase van het spel, de hoogte van het verdedigende blok en het soort druk dat gegeven wordt, kan makkelijker inzichtelijker gemaakt worden waar de verschillen in pressingstijlen precies uit bestaan. We diepen dit verder uit aan de hand van Tottenham Hotspur (Mauricio Pochettino), Liverpool (Jürgen Klopp) en Manchester City (Pep Guardiola), aangezien deze teams in dezelfde competitie drie verschillende pressingstijlen tot uitvoer brengen.

Pochettino-press

Onder Mauricio Pochettino hanteert Tottenham Hotspur een van de meest agressieve pressingvormen in de Premier League. De 45-jarige Argentijn is een workaholic die de speelstijl van Spurs vanaf zijn eerste werkdag naar zijn hand heeft gezet. In zijn debuutseizoen 2014/15 lukt het direct om zijn kenmerkende pressingvoetbal te introduceren, maar vooral in topwedstrijden ontbreekt het Tottenham dan nog aan de juiste balans.

Dat heeft te maken met de manier waarop de Pochettino-press is opgebouwd. In navolging van zijn leermeester Marcelo Bielsa begint de Spurs-coach met een extra verdediger ten opzichte van de aanvallers van de tegenstander. Dit betekent dat Tottenham in deze eerste jaren tegen twee spitsen opereert met een driemansdefensie en tegen drie aanvallers een 4-2-3-1 als basis heeft. Vanuit die organisatie probeert Tottenham de tegenstanders naar de zijkant te drukken, zodat gekanteld kan worden naar de zijkant.

Bovenstaande situatie uit de thuiswedstrijd tegen Manchester City van vorig seizoen is daar een goed voorbeeld van. Als The Citizens richting de vleugel bewegen, sluit Spurs de weg naar de andere kant af en wordt de zonestructuur opgegeven voor situationele mandekking. Zo krijgt Tottenham het voor elkaar rond de bal een overtal te hebben, omdat twee City-spelers aan de andere kant van het veld geheel vrijgelaten worden.

Deze situationele mandekking wordt gecombineerd met een extreem hoog blok. ‘Wij hanteren een andere stijl van pressing dan Jürgen Klopp bij Borussia Dortmund’, legt Pochettino zelf uit. ‘Wij zetten druk tot aan de doelman van de tegenstander, zij spelen met een medium block. Die stijlen zijn niet met elkaar te vergelijken. Ik zeg niet dat mijn stijl beter is, alleen dat het anders is. De manier van pressen hangt af van jouw ideeën, jouw cultuur, jouw filosofie, jouw voetbalidentiteit. Ik houd ervan om hoog druk te zetten en wij geloven dat we de keeper onder druk kunnen zetten.’

De risico’s van een dergelijke stijl zijn duidelijk: als teams als Manchester City onder de druk uit kunnen spelen, dan komen verdedigers in directe gevechten terecht in enorme ruimtes. Alleen spelers met exceptionele kwaliteiten kunnen zich in dergelijke situaties staande houden en daar heeft Tottenham er weinig van. Door geduldig te bouwen aan een vaste kern, gaat dit ieder seizoen een stuk beter. Nieuwkomers als Eric Dier, Toby Alderweireld en Victor Wanyama maken de stijl steeds succesvoller: in 2014/15 krijgt Spurs 53 tegendoelpunten in de Premier League, in 2016/17 zijn dat er nog 26.

In topduels slaagt Tottenham er desondanks niet in om tegenstanders negentig minuten lang de zuurstof te ontnemen. De uitwedstrijd tegen AS Monaco (2-1 verlies) in de groepsfase van de Champions League is daarvan het meest treffende voorbeeld. Bij beide treffers spelen de Monegasken met een haast kinderlijk gemak onder de druk van Spurs uit, om vervolgens toe te slaan op de vleugel waar Tottenham een man tekortkomt. Dat blijkt geen incident. Pochettino en consorten eindigen als derde in hun poule in het miljoenenbal en verliezen toppers tegen Chelsea, Manchester United en Liverpool.

De nieuwe organisatie van Tottenham Hotspur in topwedstrijden: een zeer compacte 5-3-2-formatie.
De nieuwe organisatie van Tottenham Hotspur in topwedstrijden: een zeer compacte 5-3-2-formatie.

Dit seizoen besluit Pochettino zijn stijl licht te veranderen. Het vaste uitgangspunt van een verdediger extra ten opzichte van de aanvallers van de tegenstander verdwijnt. Daarnaast jaagt Tottenham niet altijd meer door tot op de doelman. Tegen Borussia Dortmund, Real Madrid en Liverpool wordt gekozen voor een medium block en boekt Spurs succes met counters in de ruimte die hiermee gecreëerd wordt. ‘Dit gevoel om competitief te zijn op het allerhoogste niveau is iets wat lang ontbroken heeft. We zijn erin geslaagd om onze ideeën opnieuw uit te vinden’, stelt Pochettino tevreden vast.

In bovenstaande situatie uit de wedstrijd tegen Liverpool is te zien wat voor gevolgen dat in de praktijk heeft. Het onderliggende principe is nog altijd hetzelfde: de tegenstander wordt ingesloten met situationele mandekking. Alleen hebben de verdedigers nu minder ruimte in hun rug en is een extra speler beschikbaar om problemen op te vangen. In dit geval is rechtsback Kieran Trippier doorgestapt op de linksback van de tegenstander, maar zijn zone kan nu afgedekt worden door een andere verdediger. Hierdoor ontstaat alsnog de 4-2-3-1-structuur waarin Spurs gewend is om druk te zetten, maar als het niet lukt om de bal te heroveren, dan kan het elftal terugvallen in een stabiel blok. Deze variatie maakt Tottenham tot nu toe weerbaarder in topwedstrijden.

TeamPasszuiverheidEigen helftHelft Tottenham
Tottenham (2017/18)71,8885,0961,18
Tottenham (2016/17)71,1383,5562,37
Voor tegenstanders is het dit seizoen makkelijker geworden om een pass te versturen tegen Tottenham Hotspur. Dit wordt veroorzaakt door de passzuiverheid op de eigen helft, want op de helft van Tottenham is het juist moeilijker om een bal te laten aankomen. Cijfers die wijzen op een lichte verandering van het strijdplan van Spurs.

Daarmee bewijst Tottenham ten opzichte van zichzelf in eerdere seizoenen al hoe pressingstijlen van elkaar kunnen verschillen. Slechts het veranderen van de hoogte van het blok heeft grote gevolgen voor de intensiteit van de pressing, wat een weerslag heeft op de resultaten in topwedstrijden.

Heavy Metal Football

Waar het Tottenham Hotspur van Mauricio Pochettino de hedendaagse vaandeldrager is van de Argentijnse school van Marcelo Bielsa, speelt Liverpool in de geest van Valeri Lobanovski en Arrigo Sacchi. Geen hoog blok, maar provocerende pressing en zonedekking in plaats van (situationele) mandekking. De gedachte is dat zo de ruimte gecreëerd wordt om na herovering toe te slaan op de counter, via de snelheid en creativiteit van Philippe Coutinho, Sadio Mané, Mohamed Salah en Roberto Firmino.

Zelf omschrijft manager Jürgen Klopp deze stijl als ‘Heavy Metal Football’. In de pers is vooral veel aandacht voor de omschakelmomenten van aanvallen naar verdedigen waarbij agressief naar voren wordt gedrukt, maar dat is slechts een element van de pressing. Minstens zo belangrijk is de strategie tijdens het verdedigen, waarin Liverpool een bewuste keuze maakt om wat verder in te zakken en ruimtes af te dekken in plaats van tegenstanders.

‘Alles draait om timing’, probeert Klopp deze keuze te verklaren tijdens Monday Night Football. ‘We willen tegenstanders de mogelijkheid geven om op te bouwen. Als wij met een heel hoog blok staan, dan spelen ze niet. Wij willen de speler aan de bal de kans geven om te passen, zonder dat dit een échte kans is. Het is meer een schijnmogelijkheid.’

Net als Tottenham lijkt Liverpool dit seizoen te kiezen voor een wat lager blok. Op de eigen helft worden tegenstanders bijna volledig met rust gelaten, wat het voor Liverpool makkelijker zou moeten maken om twee keer per week een stabiel hoog niveau te halen. Veel zoden zet dit nog niet aan de dijk. Liverpool is nog net zo kwetsbaar als vorig jaar tegen teams uit het rechterrijtje en de nederlagen tegen Manchester City (5-0) en Tottenham Hotspur (4-1) lijken vroeg een einde te maken aan de titelaspiraties. De verdedigers lijken dichter in de buurt van hun eigen doel niet extra in hun kracht te komen.

Liverpool probeert tegenstanders richting zones te lokken waar het een overtal kan veroorzaken, zodat daar de bal kan worden veroverd.
Liverpool probeert tegenstanders richting zones te lokken waar het een overtal kan veroorzaken, zodat daar de bal kan worden veroverd.

Vooral de nederlaag tegen Tottenham is pijnlijk, omdat Liverpool daarin niet slaagt om het vertrouwde concept goed uit te voeren. Spurs speelt de passes in de zones waar The Reds een overtal kunnen creëren, maar vervolgens wordt de bal niet veroverd. Zo leidt bovenstaande situatie niet tot een herovering voor Liverpool, maar tot een open kans voor Tottenham. Om de simpele reden dat Harry Kane de gelegenheid krijgt zichzelf uit deze penibele situatie te redden. ‘Op de beslissende momenten gaven we niet thuis’, reageert een furieuze Klopp na afloop. ‘We hebben het Tottenham veel te makkelijk gemaakt.’

Een punt dat Klopp illustreert door te verwijzen naar de openingstreffer, waar Tottenham bij een inworp ontsnapt aan de pressing van Liverpool. ‘We waren daar. We hadden meer spelers dan Tottenham en toch kwamen zij door. Was dat perfect gedaan door Tottenham? Nee. Was het enigszins gelukkig? Ja. Moeten we voorbereid zijn op dit soort situaties? Ja, en normaal gesproken zijn we dat ook. Alles is duidelijk, iedereen heeft een taak, alleen hebben we het niet gedaan.’

Duidelijk is in elk geval dat het idee achter de pressing van Liverpool totaal anders is dan bij Tottenham. The Reds zetten minder hoog druk en maken geen gebruik van mandekking bij het vastzetten. Opbouwen tegen Liverpool is daardoor een totaal andere uitdaging dan opbouwen tegen Tottenham.

Guardiola’s vijftienpasses-regel

Wie de cijfers erop naslaat, komt tot de conclusie dat geen team in Engeland zo agressief druk zet als Manchester City. Een beeld dat enigszins vertekend is doordat balbezit het grootste verdedigende wapen van Pep Guardiola en consorten is. Als een elftal langdurig de bal heeft, dan wordt de tegenstander teruggedrongen in een compacte organisatie en dat maakt het relatief eenvoudig om de bal snel weer terug te winnen. Zeker als tijdens het aanvallen in de veldbezetting al rekening gehouden wordt met dit moment, zoals bij Manchester City gebeurt.

In het boek Herr Pep introduceert Guardiola daarvoor de vijftienpasses-regel. ‘Het is onmogelijk om goed om te schakelen van aanvallen naar verdedigen zonder eerst vijftien opeenvolgende goede passes te geven. Onmogelijk. Balbezit is belangrijk als het doel is om die vijftien passes te geven in het midden van het veld, zo de structuur te behouden en die van de tegenstander te verstoren. Die passes moeten met snelheid uitgevoerd worden en met een concreet doel. Terwijl jij die passes geeft en je positie kiest, achtervolgt de tegenstander je overal met de bedoeling om de bal af te pakken. En dáár, zonder dat hij het zich realiseert, raakt hij compleet gedesorganiseerd. En als jij de bal verliest, dan staat de speler die de bal heeft afgepakt waarschijnlijk alleen, omringd door jouw ploeggenoten die de bal snel kunnen terugpakken of op zijn minst kunnen verhinderen dat de tegenstander een snelle tegenaanval kan opzetten. Voor deze gecoördineerde transitie hebben we die vijftien passes nodig.’

In bovenstaande situatie uit de League Cup-wedstrijd tegen Wolverhampton Wanderers is zichtbaar wat Guardiola hiermee in de praktijk bedoelt. Als City op de rechterflank de bal verliest, staan vijf spelers direct in positie om de bal te heroveren. Wolves staat nog in de defensieve organisatie en heeft daardoor slechts twee man rond de bal. Omdat bij City in dit soort gevallen duidelijke afspraken zijn - bijvoorbeeld over de linksback en linksbuiten die naar binnenkomen om het veld klein te maken - is het bijzonder lastig om voetballend een oplossing te vinden. Zo zorgt de structuur in balbezit ervoor dat The Citizens nauwelijks pressing nodig hebben om de bal terug te winnen.

Op de momenten dat Manchester City wél moet verdedigen, is de pressing een compromis tussen de varianten van Tottenham Hotspur en Liverpool. Niet heel vreemd voor een trainer die gevormd is door vaandeldragers van beide pressingscholen. Pep Guardiola speelde onder Louis van Gaal bij Barcelona, haalde inspiratie op bij Marcelo Bielsa in Argentinië en werd in zijn Duitse periode bij Bayern München beïnvloed door tegenstanders als Jürgen Klopp en Roger Schmidt. Deze elementen komen allemaal terug in het huidige Manchester City.

Net als Tottenham Hotspur speelt Manchester City vaak met een extreem hoog blok. Guardiola wil tegenstanders niet uitlokken om kort op te bouwen, maar probeert de bal zo snel mogelijk terug te winnen. Dat doet City vanuit een zonestructuur, waarbij een sterke focus ligt op het centrum. De intentie is om zo tegenstanders naar de zijkant te dwingen, zodat de opponenten daar met behulp van de zijlijn ingesloten kunnen worden. Een stijl die behoorlijk veel lijkt op datgene wat Liverpool probeert te doen.

Eenmaal aan de zijlijn schuift Manchester City steeds meer op richting situationele mandekking. Bovenstaande situatie uit de competitiewedstrijd tegen Chelsea is daar een goed voorbeeld van. Waar de spelers aan de rechterkant van City vooral bezig zijn het veld klein te maken, wordt op links een soort mandekking toegepast. Daarin spelen vleugelspelers als Leroy Sané (omcirkeld) een sleutelrol, omdat zij vanaf de flank de taak hebben om door te drukken naar het centrum. Een taakopvatting die heel erg vergelijkbaar is met die van de buitenspelers van Tottenham wanneer daar 4-2-3-1 gespeeld wordt.

In de dit seizoen door City gebruikte 5-3-2-formatie ligt de focus in extremere mate op zonedekking. Dan wordt afhankelijk van de positie van de bal geschoven van 5-3-2 naar 4-4-2 en weer terug, zonder dat veel aandacht geschonken wordt aan variaties op mandekking. Hetzelfde geldt in feite voor de spaarzame situaties waarin The Citizens met elf man op eigen helft terechtkomen. Dan is 4-1-4-1 de uitgangsformatie en wordt vooral aandacht besteed aan het klein maken van de ruimtes tussen de linies en het bezet houden van alle zones. Dat wordt overigens op een flexibele manier gedaan: als een verdediger uitstapt, dan is het wachten op een middenvelder die terugzakt en zijn positie in de achterhoede overneemt.

Wie Manchester City moeiteloos deze stijlen ziet afwisselen, ziet daarin de schaduwen van het werk van de oerdenkers in het voetbal. Niets is nieuw en tegelijkertijd verandert continu alles door het vinden van verrassende combinaties. Allemaal op jacht naar de droom die pressingliefhebbers als Pep Guardiola in de greep houdt: een tegenstanders zo opsluiten dat ze geen enkele van eigen helft afkomen. Een illusie die zo krachtig is dat stijlen gemixt zullen blijven worden en de perfecte steeds meer benaderd wordt. Precies daarom is het belangrijk om te blijven begrijpen dat de ene pressing de andere niet is, en ook nooit zal worden.