Moderne backs moet je opleiden, niet kopen
PRO

Moderne backs moet je opleiden, niet kopen

Geen positie is de afgelopen decennia aan zoveel verandering onderhevig geweest als die van vleugelverdediger. Waar backs nog niet zo heel lang geleden nog vooral ballen moesten afpakken en vervolgens inleveren bij een ploeggenoot die wel kon voetballen, voegen deze spelers zich aanvallend tegenwoordig vaak bij het middenveld. Dat betekent dat het takenpakket totaal veranderd is. Uit data blijkt hoe lastig Eredivisie-clubs dergelijke spelers kunnen vinden in het buitenland.

Toen Arne Slot in de zomer van 2023 naar de tactische rol van zijn vleugelverdedigers keek, betekende dat slecht nieuws voor een buitenlandse back. 'We bouwen anders op, met onze backs die we meer naar binnen laten spelen, zodat we in de opbouw makkelijker driehoekjes kunnen maken en het spel sneller gaat.' Dat paste bij de kwaliteiten van Lutsharel Geertruida en Quilindschy Hartman. Alleen paste een Noorse rechtsachter minder bij dat tactische plan. 'Dat kon niet met Marcus Pedersen als rechtsback.'

Pedersen is een vleugelverdediger van het profiel dat tien jaar geleden modern werd genoemd. Met linksbenige buitenspelers op rechts en rechtsbenige vleugelaanvallers op links ontstond behoefte aan backs met paardenlongen. Spelers die negentig minuten lang heen en weer konden sprinten langs de lijn, zodat de aanvaller voor hen het veld niet breed hoefde te houden. Elke club leek op zoek naar zijn eigen Dani Alves of Marcelo. Technisch vaardige verdedigers die met voorzetten voor assists konden zorgen.

Vleugelverdedigers uit die mal bleken voor Eredivisie-clubs prima te scouten. PSV ontdekte met Santiago Arias, Jetro Willems, Denzel Dumfries en Angeliño tal van backs met dat profiel. Zij vervulden met hun traptechniek de taak die vroeger voor Sjaak Swart en consorten was weggelegd: spitsen bedienen met assists.

Tot recent een nieuwe transformatie volgde. Backs gaven in de voorgaande Premier League-jaargang veel minder assists dan in de vier seizoenen daarvoor.

Dankzij een innovatie van Pep Guardiola werd weer wat anders gevraagd van vleugelverdedigers. Dat vergrootte andermaal de uitdaging voor Eredivisie-clubs op de transfermarkt.

In Nederland was namelijk dezelfde trend te zien als in Engeland. Backs werden de afgelopen jaren steeds vaker gebruikt als middenvelder in de opbouw.

In 2018/19 waren vleugelverdedigers nog vooral aan de zijkanten te vinden in de Eredivisie. Toen vonden nog geen tien procent van de balcontacten van de backs van AZ, Ajax, Feyenoord en PSV plaats in de as van het veld.

Vijf jaar later is dat percentage gestegen naar dertien. Vooral bij Feyenoord was die trend extreem. Ruim zeventien procent van de balcontacten van vleugelverdedigers vond dit seizoen plaats in de as van het veld.

Zowel Geertruida als Hartman is tijdens de opbouw veelvuldig in het centrum te vinden om daar een extra middenvelder te worden. Alleen het Ajax van 2020/21 – met Noussair Mazraoui en Daley Blind als backs – komt enigszins in de buurt bij het percentage balcontacten in de as van Feyenoord deze jaargang.

Visualisatie van de balcontacten van Lutsharel Geertruida in open spel.
Visualisatie van de balcontacten van Lutsharel Geertruida in open spel.
Visualisatie van de balcontacten van Quilindschy Hartman in open spel.
Visualisatie van de balcontacten van Quilindschy Hartman in open spel.

In de voorbereiding is Slot druk bezig geweest met de nieuwe rol van Hartman. 'Wat ik heel graag van Quilindschy zie, omdat het zo’n goede voetballer is, is dat hij ook als linksback het middenveld in beweegt', aldus de trainer van Feyenoord na de oefenwedstrijd tegen Benfica. 'Het leuke was dat hij het vandaag niet veel gedaan heeft, maar die éne keer dat hij het deed, wel een prachtige assist gaf.'

Quilindschy Hartman voor zijn assist tegen Benfica.
© ESPN
Quilindschy Hartman voor zijn assist tegen Benfica.

'Als je zo goed kan voetballen, zo comfortabel bent aan de bal, dan hoor jij ook een rol in te kunnen vullen naast de controleur', verklaart de trainer van Feyenoord. 'Zoals Oleksandr Zinchenko dat doet bij Arsenal, en we kunnen allemaal de andere voorbeelden bedenken bij grote clubs. Bij ons heeft Geertruida dat vorig jaar ook gedaan.'

Zinchenko is het schoolvoorbeeld van het type back dat het afgenomen decennium aan populariteit gewonnen heeft. Hij is opgeleid als middenvelder en is pas later in zijn carrière door Pep Guardiola omgeschoold tot linksachter. Vanuit die rol duikt hij aanvallend op in de as van het veld.

Het lijkt erop dat je één of meerdere social media-scripts op VI.nl hebt uitgeschakeld. Daarom worden er geen social posts of liveblogs geladen. Wijzig hier je instellingen.

In gesprek met Rio Ferdinand (zie video hierboven) duidt Zinchenko het tactische idee achter die rol. 'Als ik naar het midden ga tijdens de opbouw, en we zijn al ergens, laten we zeggen in het midden van het veld, als je de manager bent van het andere team, en je speelt 4-4-2 of 4-3-3, wat ga je doen qua hoge druk? Wat ga je tegen je rechtsbuiten zeggen? Als de rechtsbuiten mij gaat volgen, is mijn werk gedaan.'

Zinchenko helpt in dat scenario namelijk de ploeggenoten voor hem. 'Ik zal mijn vleugelspeler – Martinelli, Sané, Sterling, Bukayo [Saka] – in de een-tegen-een achterlaten. Als ik hen in die positie, met die ruimte vijftien keer per wedstrijd aanspeel, dan heb ik mijn werk gedaan. Indien hij niet zijn back passeert en geen assists geeft, dan is dat niet mijn probleem. Ik lok de tegenstander en creëer de ruimte.'

© Viaplay

Het andere scenario is dat de tegenstander kiest om Zinchenko niet te volgen. 'Dan sta ik twee-tegen-een op het middenveld met onze controleur tegen hun nummer 10', aldus de Oekraïner.

© Viaplay

De vleugelverdediger op het middenveld stelt tegenstanders dus voor een duivels dilemma: goede dribbelaars aan de zijkant in een-tegen-een-duels achterlaten versus controle over de as opgeven.

Een extra voordeel van deze positionering is dat rechte ballen van back op buitenspeler vermeden worden. 'Ik houd niet van dat soort rechte lijnen tussen de spelers aan de zijkant', aldus Arsenal-manager Mikel Arteta over die passes in een teambespreking. 'Waarom? Als de vleugelverdediger in die situatie de vleugelaanvaller aanspeelt, dan staat hij met de rug naar het doel. Hij kan het spel dan niet niet verder brengen. Er zit altijd iemand in zijn rug. Hij kan niet vooruit spelen.'

Het lijkt erop dat je één of meerdere social media-scripts op VI.nl hebt uitgeschakeld. Daarom worden er geen social posts of liveblogs geladen. Wijzig hier je instellingen.

Dat verandert met een back aan de binnenkant. Die kan vleugelaanvallers met diagonale passes bereiken, waardoor deze dribbelaars direct een actie kunnen inzetten.

© Viaplay

Zeker voor een rechtspoot op links – zoals Leandro Trossard in bovenstaande situatie – is dat voordelig. Aangezien Trossard opengedraaid aan kan nemen met zijn goede rechterbeen en meteen een actie kan inzetten.

Voor Guardiola is dat bij Bayern München de belangrijkste aanleiding geweest om deze innovatie met zijn vleugelverdedigers door te voeren. 'Wie zijn onze spelers die niet te stoppen zijn? De vleugelaanvallers: Franck Ribéry en Arjen Robben', valt te lezen in Pep Confidential, het boek over zijn periode bij Bayern. 'We moeten dat wapen gebruiken. We moeten superieur zijn in de as én de breedte benutten met diagonale passes.'

Een ander voordeel van backs aan de binnenkant is dat dit een elftal minder kwetsbaar maakt in de omschakeling. Staan beide vleugelverdedigers hoog en breed om voorzetten te geven, dan krijgt de tegenstander veel ruimte om counters te plaatsen. Kijk maar naar Ajax dit seizoen.

'Als je in Duitsland een bal verliest, dan slachten ze je met de counter', lacht Guardiola als hem gevraagd wordt naar zijn backs aan de binnenkant. 'Dat gebeurde toen onze vleugelverdedigers nog breed stonden. Met deze spelers in het midden hadden we meer controle over counters. (..) Maar de belangrijkste reden is om meer opties in de as te hebben, om korte passes te spelen.'

Om soortgelijke redenen is Trent Alexander-Arnold tijdens het aanvallen naar het middenveld geschoven door Jürgen Klopp. 'Hij stond soms iets te ver naar voren en de laatste lijn wat te ver naar achteren', aldus Klopp over zijn tactische omzetting 'De ruimtes op het middenveld waren vaak ook te groot en de aanval verdedigde niet altijd goed. Dan kan het totaal in elkaar storten. Trent was dan te laat terug in positie.'

Alexander-Arnold kreeg om die reden bakken vol kritiek. 'Ze zeiden plots dat vleugelaanvallers sneller waren dan hij', lacht Klopp. 'We hadden al een paar jaar in ons achterhoofd dat we daar een verandering konden doorvoeren. Hij verdedigt nog steeds als rechtsback, maar hij speelt aanvallend meer centraal in plaats van ver naar voren.'

© Viaplay

Tegelijkertijd met deze omzetting met Alexander-Arnold heeft de linksachter van Liverpool een teruggetrokken rol gekregen, als derde centrale verdediger in de opbouw. Dat levert een offensieve veldbezetting op met een blok van vijf achter de bal. Door deze nieuwe tactiek zijn The Reds veel minder kwetsbaar geworden voor counters en lukt het weer vaak om de bal direct na balverlies te heroveren.

Inmiddels wordt die rol van teruggetrokken linksachter bij Liverpool ingevuld door Joe Gomez. Hoewel dit vooral ingegeven lijkt door blessures, kan hij daar door zijn opleiding als centrale verdediger prima functioneren. Zoals Manchester City met Manuel Akanji, John Stones, Josko Gvardiol of Nathan Aké ook vaak centrale verdedigers als teruggetrokken back gebruikt. Arsenal doet datzelfde met Ben White op rechts.

In Nederland is Ruud van Nistelrooij voorloper geweest met een soortgelijke rol voor Jordan Teze bij PSV. Peter Bosz gebruikt de rechtsachter – die opgeleid is als centrale verdediger – nog steeds op die positie. Ook bij Ajax (met Daley Blind en Devyne Rensch), AZ (Pantelis Hatzidiakos) en Feyenoord (Lutsharel Geertruida) zijn dergelijke opbouwpatronen zichtbaar geweest.

Daarmee volgt de Eredivisie de trendbeweging van de internationale top, waarin backs aanvallend op twee manieren opereren:

1. Als extra centrale verdediger in de opbouw

2. Als extra middenvelder in de opbouw

Dat soort spelers zijn lastig te scouten. In de competities waar Nederlandse clubs zoeken naar potentiële versterkingen, zijn vleugelverdedigers die ook op het middenveld uit de voeten kunnen op de vingers van één hand te tellen.

Sowieso blijkt uit de cijfers van de voorgaande tien seizoenen hoe lastig het is om backs in het buitenland te vinden die van toegevoegde waarde zijn. Nicolás Tagliafico, Jonas Svensson, Mattias Johansson, Santiago Arias en Philipp Max zijn in die periode de enige volwassen buitenlandse aankopen geweest die meerdere seizoenen basiskracht werden bij Ajax, AZ, Feyenoord of PSV. Van dit kwintet is alleen Arias met een flinke transferwinst verkocht.

Backs uit de eigen opleiding zijn in die periode succesvoller geweest. Zo heeft bij Ajax in de voorgaande tien jaar steeds een speler van De Toekomst de meeste minuten gemaakt als rechtsachter.

Bij AZ is de laatste acht jaar hetzelfde gebeurd op de linksbackpositie.

Ridgeciano Haps is opgevolgd door Thomas Ouwejan, die op zijn beurt uit het elftal gespeeld is door Owen Wijndal. De huidige linksachter van Antwerp FC is daarna opgevolgd door Milos Kerkez, die al op jonge leeftijd werd overgenomen van AC Milan. De Hongaar komt daarmee in dezelfde categorie als Yukinari Sugawara: jonge spelers die het laatste deel van hun opleiding in Nederland voltooid hebben.

Net als AZ heeft Feyenoord het afgelopen decennium de kas gespekt met vleugelverdedigers uit de eigen opleiding. Zowel op rechts als links zijn verschillende spelers doorgebroken die later verkocht zijn aan clubs in topcompetities.

*Zelfopgeleid

PSV is in de Nederlandse top de uitzondering op de regel met relatief veel geslaagde aankopen op de backposities. Al zijn met Jordan Teze en Joshua Brenet ook twee vleugelverdedigers uit de eigen opleiding doorgebroken.

*Zelfopgeleid

Ajax is in Nederland de club die het slechtst begrepen heeft dat moderne backs makkelijker via de opleiding te produceren zijn dan via de scouting. In tien jaar tijd is met Jorge Sánchez, Owen Wijndal, Sean Klaiber, Maximilian Wöber, Rasmus Kristensen, Nicolás Tagliafico en Luis Orejuela circa veertig miljoen gespendeerd aan nieuwe vleugelverdedigers. Van dat rijtje is alleen Tagliafico uitgegroeid tot onbetwiste basiskracht.

Waarom veel van deze aankopen mislukt zijn in Amsterdam, is het best verwoord door Sánchez zelf. 'De Mexicaanse competitie is ook heel anders dan hier. Er worden heel andere dingen van je gevraagd. Bij het binnendoor gaan, het kiezen van positie naar binnen. In Mexico gaat alles via de buitenkant. Ik moest altijd aan de lijn blijven staan. Hier sta ik bijna altijd als centrale verdediger en als wij aanvallen, moet ik altijd naar binnen komen.'

Voor een Mexicaan die zijn hele leven tegen de zijlijn heeft gestaan, is een tactische rol als extra middenvelder lastig. Terwijl dit voor Noussair Mazraoui – die in de jeugd ook op het middenveld gespeeld heeft, net als Geertruida en Hartman – een kolfje naar zijn hand is.

De moderne invulling van de backpositie vraagt nu eenmaal om een alleskunner. Die zijn op de transfermarkt onbetaalbaar, maar vanuit de jeugd zijn die goed op te leiden. Door spelers vroeg kennis te laten maken met verschillende posities.

Gerelateerde artikelen