Nederland opent het EK met een wedstrijd die gewonnen moet worden, tegen Polen. In deze analyse een tactische beschouwing van de eerste opponent: een stugge ploeg met vijf verdedigers én een speelplan waarin de afwezige sterspeler Robert Lewandowski normaal gesproken centraal staat.
Jagiellonia Bialystok heeft de macht gegrepen in het Poolse voetbal. De club uit het Noordoosten is afgelopen seizoen voor het eerst in de geschiedenis kampioen geworden in de Ekstraklasa. Bovendien wordt de nationale ploeg geleid door oude bekenden van de club. Sinds drie jaar is Cezary Kulesza de voorzitter van de bond. Zijn vorige klus: elf jaar Jagiellonia Bialystok leiden. Kulesza heeft in die rol Michal Probierz benoemd tot bondscoach. De president kent hem van zijn vorige baan. Probierz begint bij Jong Polen en krijgt promotie na de mislukking met Fernando Santos.
Santos weet hoe een EK gewonnen kan worden. Hij heeft dat in 2016 met Portugal geflikt. Alleen lijkt hij zijn baan bij Polen niet zo serieus te nemen. De geroutineerde trainer is zelden bij duels in de Ekstraklasa te vinden. De resultaten corresponderen met zijn arbeidsethos. Santos verliest drie van de eerste vijf kwalificatiewedstrijden. Dat levert hem een bliksemontslag op.
Met Probierz aan het roer krabbelt Polen op. Hij blijft in zijn eerste acht duels als bondscoach ongeslagen. Dankzij een gewonnen strafschoppenserie tegen Wales levert die reeks via de play-offs een EK-ticket op. Hoewel Polen geen champagnevoetbal speelt, is de stabiliteit terug.
Polen zal tegen het Nederlands elftal mikken op resultaat via een strijdplan dat afgestemd is op de belangrijkste spelers. Jakub Kiwior (Arsenal), Przemyslaw Frankowski (Lens), Nicola Zalewski (AS Roma), Piotr Zielinski (Napoli) en Robert Lewandowski (Barcelona, afwezig tegen Oranje) voetballen in een rol die bij hun kwaliteiten past.