Zinloos geweld, helden en Fritz Korbach

data-height="138" data-width="120" data-align="clear" data-caption="" src="http://www.vi.nl/upload/3e671434-1d51-494e-99d5-528d66bc8cd2_image5146816907834601598.jpg" /> Vorige week ben ik door de media dagelijks voor een lafaard uitgemaakt. Of ik de krant las, naar de radio luisterde of televisie keek, het maakte niet uit. Na de dramatische gebeurtenis in Venlo en het overlijden van René Steegmans kwamen er louter helden aan het woord. Ik wist niet dat Nederland zoveel moedige mensen telde. Ze waren het er allemaal over eens dat de omstanders hadden moeten ingrijpen. Zij hadden dat in ieder geval wél gedaan. Zelfs Johan Remkes, onze demissionaire minister van Binnenlandse Zaken, bezondigde zich aan demagogische, gespierde teksten. Hij zou de dader een ?gigantische rotschop? hebben gegeven. Het was waarschijnlijk een trieste samenloop van omstandigheden dat al deze helden niet ter plaatse waren toen Joes Kloppenburg, Meindert Tjoelker, Marianne Roza, Froukje Schuitmaker en Daniël van Cotthem het slachtoffer werden van zinloos geweld.

De redactie van dit blad zetelt in Gouda. Ik woonde vijftien jaar in de Goudse binnenstad, maar ben intussen gevlucht naar een dorp. Gevlucht voor het toenemende zinloze geweld. In het verleden mocht je dat niet zeggen, omdat je dan meteen voor racist of extreem-rechtse reactionair werd uitgemaakt, maar Gouda wordt, zoals veel steden, geterroriseerd door Marokkaanse jongeren. Generaliseren zou heel ongenuanceerd zijn, maar de politie geeft toe dat er in deze betrekkelijk kleine stad meer dan tien Marokkaanse jeugdbendes opereren. Het begrip normen en waarden is volledig aan deze jongelui voorbijgegaan. Zodra je ze aansprak op hun criminele en stuitende gedrag, werd je meteen ernstig bedreigd. Mijn woonplezier werd erdoor vergald, ik voelde me niet veilig meer in mijn eigen stad. Ik heb in die periode zoveel zinloos geweld en intimiderende incidenten gezien, dat ik liever een straatje omging dan daadwerkelijk in te grijpen.

Het is een wonder dat het excessieve straatgeweld zo vaak met een sisser afliep. Tijdens het jaarlijkse jazz-festival bezocht ik met mijn vrouw een optreden van Kaz Lux op de Markt. Een groepje Marokkaanse jongeren misdroeg zich, maar bijna niemand durfde er iets van te zeggen. Onder de aanwezigen was slechts één held. Hij sprak de jongelui aan op hun gedrag en voordat de omstanders zich realiseerden wat er gebeurde, werd hij neergestoken. Voor ons was dat de bekende druppel. We hebben ons huis verkocht en zijn vertrokken. Dan maar een lafaard, maar op straat regeert het recht van de sterkste en daar mag je je gezin niet aan blootstellen.

Ook in Venlo is de hoofdverdachte een Marokkaan. Desondanks is de Marokkaanse gemeenschap er verontwaardigd over dat de media hier melding van maken. Dan word je meteen geconfronteerd met de termen discrimineren en stigmatiseren, terwijl het toch de hoogste tijd is de problemen onder ogen te zien en man en paard te noemen. En voor de zoveelste keer kijk ik hoopvol naar de politici die voortdurend hun ongerustheid en onvrede uitspreken, vooraan lopen in de zoveelste stille tocht en vervolgens overgaan tot de orde van de dag. En de ontevreden kiezers gaan steeds vaker bij nieuwe of dubieuze partijen shoppen. Je moet wel erg optimistisch zijn om vertrouwen te hebben in de toekomst. Een recent onderzoek van de politie, in samenwerking met de Halt-bureaus, wees uit dat de jeugdcriminaliteit toeneemt en verhardt. Vorig jaar maakten vijftigduizend jongeren zich schuldig aan criminaliteit. In het verleden waren dat vooral zestienjarigen, maar tegenwoordig plegen veertien- en vijftienjarigen steeds meer serieuze delicten.

De maatschappij heeft mij al van de binnenstad naar een dorp verbannen, maar ik maak me ook ernstig zorgen over de agressieve sfeer in voetbalstadions. Voetbal is prachtig, maar het randgebeuren gaat me steeds meer tegenstaan. Het agressieve gedrag van zich supporter noemende sfeerverpesters en de kwetsende spreekkoren van mensen zonder enig normbesef bederven het plezier in mijn werk. Zodra ik in een column of op televisie mijn mening geef over een club, een speler of een trainer, levert dat meteen een stapel bedreigende brieven en e-mails op. Desondanks probeer ik te blijven communiceren met deze supporters, al word je er regelmatig moedeloos van.

Na het televisieprogramma Rondom Tien probeerde ik een paar woordvoerders van supporterskernen duidelijk te maken dat je niet eens meer mag juichen zodra je club scoort. Dat is al een reden om in elkaar geslagen te worden. Dan hoop je dat de gesprekspartners het roerend met je eens zijn, maar niets was minder waar. Ze vroegen zich af waar ik het over had. Natuurlijk word je in elkaar geslagen zodra je juicht na een doelpunt. Dat gebeurt overal, volgens de heren, en hoort erbij. Over zinloos geweld gesproken... Op dergelijke momenten verlang ik altijd naar mijn VUT en naar de veilige kantine van mijn dorpsclub. Ik ben bang dat ik de nostalgische romantiek van het gezellige, veilige voetbalstadion niet meer meemaak, want een mentaal zieke minderheidsgroepering heropvoeden duurt jaren. Het is slechts een schrale troost, maar het voetbal is te sterk om ten onder te gaan aan deze destructieve domoren.

Intussen hoop ik op de terugkeer van een uniek voetbaldier. Fritz Korbach is een man om van te houden, iedere voetbal-insider heeft een zwak voor hem. Daarbij komt dat hij een enorme staat van dienst heeft als trainer. Desondanks viel hij buiten de boot en deze week las ik dat hij boos is op de beleidsbepalers van FC Groningen. Hij schijnt geen kandidaat te zijn als trainer van Groningen omdat zijn levenstijl te uitbundig is. Korbach vindt dat geen chique opmerking en voelt zich beschadigd. Die selectieve verontwaardiging is niet terecht. Onder het motto ?s avonds een vent, ?s morgens een vent, deed hij vroeger als laatste het licht uit in het café om de volgende morgen als eerste op het trainingsveld te staan.

Intussen is het een publiek geheim in het voetbalwereldje dat Korbach een alcoholprobleem heeft, alleen lijkt hij het zelf nog niet te beseffen. Bij De Graafschap werd hij een paar keer betrapt op het rijden onder invloed. Bij Heracles Almelo bleek de fles jus d?orange in het kantoor van de trainer voor de helft met jenever te zijn gevuld en hij verscheen al eens met dubbele tong pratend op de televisie. Voor de belangenvereniging Coaches Betaald Voetbal was dat een reden Korbach professionele hulp aan te bieden, maar de werkloze trainer ontkende een alcoholprobleem te hebben. Intussen heeft de zoon van Korbach de hulp ingeroepen van Riemer van der Velde. Ik hoop dat de SC Heerenveen-voorzitter zijn vriend zover krijgt dat hij zich door deskundigen laat begeleiden. Want dan wordt Fritz Korbach weer een aantrekkelijke werknemer voor iedere ambitieuze profclub.

Bekijk hier al onze video's