De nachtelijke praatsessie van Real voor 'de wedstrijd van de eeuw'

Zelden werd een wedstrijd in Madrid zo gehypet als de clash in de (toen nog) Amsterdam Arena. De Koninklijke had in 1966 voor het laatst beslag gelegd op de belangrijkste Europese beker voor clubs, een opmerkelijke droogte voor een club die de eerste vijf edities van het toernooi won.

'Dat seizoen hadden we het heel lastig in La Liga', verhaalt Roberto Carlos tegen The Players' Tribune. 'Juventus stond voor het derde jaar op rij in de finale en gold als de favoriet. De avond vooraf kon niemand van ons de slaap vatten. Normaal gingen we om 22.00 uur slapen, maar die ene keer zaten we tot 4.00 uur 's nachts in de lobby van het hotel met elkaar te praten. Niet omdat we bang waren voor Juventus, we hadden wel veel respect.'

Op 20 mei 1998 maakte een treffer van Predrag Mijatovic het verschil: Real Madrid, met Clarence Seedorf in de gelederen, was weer Europa's beste. 'Juventus kreeg heel veel kansen, maar wij wonnen met 1-0. Niet zozeer onze kwaliteit, maar onze motivatie maakte het verschil. Wij wilden het meer dan zij.'

Na de finale in Amsterdam bloeide de liefdesrelatie tussen Real Madrid en de Cup met de Grote Oren weer helemaal op. Ook in 2000 en 2002 zegevierde De Koninklijke in het miljardenbal, telkens met Roberto Carlos als de man met de vele rushes op de linkerflank.

• Meer over

• Real Madrid