'Beginnersfouten in Nijmegen'
Het collectief van NEC werd de voorbije weken uit onverwachte hoek bedreigd. Achter de schermen stonden trainer Ernest Faber en algemeen directeur Bart van Ingen tegenover elkaar. Het zorgde voor flinke scheuren in een goed huwelijk. De strijdbijlen lijken net op tijd begraven.
Het was een kostbaar punt dat NEC zaterdag wegsleepte uit het Abe Lenstra Stadion. Het 36ste punt alweer dit seizoen. Een teken dat het collectief niet was gebroken de voorbije weken. Je zou het bijna vergeten, maar NEC speelde vorig jaar gewoon nog in de Eerste Divisie. Tijdens de winterstop leek het dan ook wel Walhalla aan de Waal. In plaats van de ingecalculeerde degradatiestrijd was de Nijmegen Eendracht Combinatie zowaar de beste promovendus van Europa. Coach Ernest Faber was met zijn team eigenlijk al zeker van nog een jaar Eredivisie.
Intussen is NEC ietwat gezakt en staat de ploeg achtste. ‘Als we daar aan het einde van het seizoen nog staan, hebben we een topprestatie geleverd’, weet Faber. De coach is intussen de kroonprins van het Nederlandse trainersgilde. ‘Ik ben nog liever prins Carnaval’, moppert Faber, altijd grinnikend als we hem met die titel confronteren. Gelukkig kan hij weer grinniken. De afgelopen weken leerde hij belangrijke lessen. Lessen die het verschil maken tussen een prins en een koning. Heel Nederland mocht meegenieten van de Santos-soap. Een episode die alleen maar verliezers opleverde. Faber liep met open ogen in de valkuil, die er al vanaf de eerste dag lag in Nijmegen.
Faber vergat even zijn prioriteiten en ging mee in de wens van de clubleiding om in de tweede helft van het seizoen spelers met aflopende contracten minder speeltijd te geven. Iets waar hij in de aanloop naar het duel met De Graafschap van twee weken geleden ook openlijk over sprak. ‘We willen ook spelers ontwikkelen.’