Johan Cruijff had een zak geld nog nooit zien scoren. Niks tegenin te brengen natuurlijk. Dat neemt niet weg dat voetbal wel van een spelletje is geëvolueerd naar een miljardenindustrie. In de rubriek Munten & Punten bespreekt VI-verslaggever Tom Knipping onderwerpen op de grens van commercie, financiën en sportieve prestaties. In aflevering 27 belichten we de jaarcijfers van Real Madrid.
Een paar maanden geleden besteedden we in deze rubriek aandacht aan FC Barcelona. De Catalanen waren als eerste superclub in de problemen gekomen door de coronacrisis. Door hoge salarissen en enorme investeringen in spelers was de club van Ronald Koeman boven haar stand gaan leven. De coronacrisis leidde direct tot een verlies van bijna honderd miljoen euro. En dan moet de zwaarste klap nog komen: vorig seizoen hadden de clubs maar een paar maanden last van corona, dit seizoen wordt een langere periode gespeeld zonder publiek. Niet alleen het grootste stadion van Spanje staat leeg, maar ook het Barça-museum (goed voor 58 miljoen per jaar) en de megafanshops in de stad moesten dicht. Het einde van de problemen is voorlopig nog niet in zicht.
In dat kader is het interessant om eens een blik te werpen op de aartsrivaal: Real Madrid. Hoe presteert de grootste concurrent van FC Barcelona? Afgelopen week publiceerden de Madrilenen het verslag over 2019/20. Gaat het daar ook zo slecht of is Real beter bestand tegen de crisis? Precies een jaar geleden leken alle seinen op groen te staan voor Barça. Voor het eerst kon de club zeggen dat ze Real Madrid voorbij was gestreefd in verdiensten. Terwijl bij Real - onder meer door het vertrek van Cristiano Ronaldo - de inkomsten stagneerden, maakte FC Barcelona een mooie groei door. Met een omzet van 841 miljoen kwam het miljard in zicht.
