Johan Cruijff had een zak geld nog nooit zien scoren. Niks tegenin te brengen natuurlijk. Dat neemt niet weg dat voetbal wel van een spelletje is geëvolueerd naar een miljardenindustrie. In de rubriek Munten & Punten bespreekt VI-verslaggever Tom Knipping onderwerpen op de grens van commercie, financiën en sportieve prestaties. In aflevering 46 bekijken we de transferlasten van de Eredivisie-clubs.
De winterse transferperiode is weer ten einde. Het aantal aankopen in de Eredivisie bleef gering en dat is eigenlijk meestal zo. Hoewel de KNVB gemiddeld zes- tot achthonderd spelersoverschrijvingen per jaar registreert, zijn de investeringen in transfersommen in Nederland beperkt. Clubs contracteren vooral transfervrije spelers en huurlingen. Volgens FIFA-gegevens importeerden de 34 profclubs sinds 2017 voor gemiddeld 102 miljoen euro per jaar nieuwe spelers. Deze investeringen worden in de boekhoudingen niet ineens verwerkt, maar afgeschreven gedurende de looptijd van het spelerscontract.
Voorbeeld: PSV kocht Joey Veerman voor zes miljoen van SC Heerenveen. Veerman tekende voor vierenhalf seizoen. Dit komt dus neer op een jaarlijkse afschrijving van 1,3 miljoen (de uitkomst van 6 miljoen gedeeld door 4,5). Op het moment dat een speler wordt verkocht of wanneer hij zijn contract heeft uitgediend, verdwijnen deze kosten uit de boeken. Alle afschrijvingen samen zijn dus een weergave van de investeringen die in het recente verleden zijn gedaan om de selectie samen te stellen. Samen met de salarissen die worden uitgegeven, is deze post een goede ranglijstvoorspeller. Immers; hoe hoger de transferinvestering, hoe meer punten je zou verwachten. Voor het salarisklassement van de Eredivisie verwijzen we naar aflevering 42.
Gerelateerde artikelen
