Zo opende Adrie Koster in 'een historisch seizoen' de poort naar Europa
PRO

Zo opende Adrie Koster in 'een historisch seizoen' de poort naar Europa

Via zijn mobiel vernam Adrie Koster (65) misschien wel het grootste succes uit zijn trainerscarrière. Europees voetbal met Willem II. Hoewel het startbewijs achter de vergadertafel werd vergeven, beschouwt Koster het als de bekroning op een ongekend seizoen. ‘Ik zie dit als een prijsje.’

Hoe bent u de afgelopen maanden doorgekomen?

‘Ik heb veel op de mountainbike gezeten. Af en toe is er via videovergaderingen contact geweest met de clubleiding over de laatste ontwikkelingen. Er moesten beslissingen worden genomen, ook over spelers met aflopende contracten bijvoorbeeld. Het is een vreemde periode geweest, waarin je als sportliefhebber merkt wat een belangrijke rol topsport inneemt in je leven en in de rest van de maatschappij. Niet alleen via het werk, maar ook via alle evenementen die je volgt op de televisie. Na twee maanden thuiszitten ben ik al dolgelukkig dat we nu weer in kleine groepjes mogen trainen, maar dat is natuurlijk maar een heel klein stapje. Duels mogen nog niet en wanneer er weer een competitie begint is nog maar de vraag. We kunnen nergens naar toewerken, want er staat geen stip aan de horizon.’

Kunnen jullie de nieuwe aanwinsten zoals Leeroy Owusu, Kwasi Wriedt en Derrick Köhn eerder bij de groep halen?

‘Daar hebben we wel naar gekeken, maar zij staan nog onder contract bij hun huidige clubs. De jongens die we zelf hadden verhuurd aan andere clubs – Victor van den Bogert en Justin Ogenia – trainen wel gewoon bij ons. Maar aanwinsten zoals Wriedt en Köhn komen over uit Duitsland en daar zijn ze gewoon volop aan het trainen. Dat is natuurlijk wel apart. Venlo en Mönchengladbach liggen een half uurtje rijden uit elkaar. Bij VVV mag niks, bij Borussia gaan ze het seizoen afmaken.’

Hoe hoorde u dat Willem II Europees voetbal had gehaald?

‘Willem II heeft het Europese ticket verdiend, het is gewoon een heel knappe prestatie’

‘Het was afwachten wat er in Zeist uit de vergadering zou komen. Ik had die middag contact met Joris Mathijsen, onze technisch directeur. Heel verrassend was het niet meer, want het lag in de lijn der verwachting dat de KNVB de richtlijnen van de UEFA zou gaan volgen. Op basis daarvan wisten we dat we in aanmerking zouden komen voor Europees voetbal. Wij spelen natuurlijk ook liever de competitie uit, dus je bent niet euforisch als de uitslag dan bekend wordt. Ook vanwege de bizarre tijd waarin we leven. Maar ik voelde wel gepaste blijdschap. Ik hou nog een kleine slag om de arm, want de UEFA moet nog bepalen of de KNVB de juiste beslissing heeft genomen. Dat horen we pas eind mei. Niet iedereen is tevreden met de beslissing die is genomen.’

FC Utrecht heeft advocaten in de arm genomen om het besluit juridisch aan te vechten. Heeft u daar begrip voor?

‘Net als iedereen vind ik het heel sneu dat ze de bekerfinale niet spelen. Maar je moet zo’n finale wel eerst winnen natuurlijk, voordat je aanspraak kan maken op een Europees ticket. In dit hele verhaal zijn er winnaars en verliezers. Daarom zeg ik ook: bij mij overheerst gepaste blijdschap, maar ik besef ook heel goed hoe frustrerend het voor FC Utrecht moet zijn dat het seizoen niet is uitgespeeld. Dezelfde discussie zie je rond promotie en degradatie. Daar heeft de UEFA geen richtlijnen voor, dat ligt bij de KNVB. Welke beslissing je ook neemt, er zijn altijd clubs de dupe. De leiders van de KNVB zijn niet te benijden, want ze hebben knopen moeten doorhakken die niemand graag had doorgehakt.’

Was u voorstander van promotie en degradatie?

‘Als je naar mijn persoonlijke mening vraagt wel. De uitkomst geen promotie en degradatie toe te passen, was voor mij een verrassing. Ik kon me helemaal vinden in de woorden van Marc Boele (directeur Coöperatie Eerste Divisie, red.) achteraf. Maak je boven in de ranglijst je keuzes op sportieve gronden, dan zou het consequent zijn dat onder in óók te doen. Dat was goed uit te leggen geweest, omdat er zowel onder in de Eredivisie als boven in de Eerste Divisie behoorlijke afstanden op de ranglijst waren gecreëerd. Uit de peiling bleek ook dat zo’n besluit zou worden gesteund door een groot deel van de clubs. Ik laat nu trouwens mijn sporthart spreken en vertegenwoordig hier geen standpunt namens de club.’

Feest op 6 december 2019 in de Johan Cruijff Arena na de stunt van Willem II bij regerend landskampioen Ajax (0-2). ‘Met de winst op PSV in eigen huis en de zeges in Amsterdam en Alkmaar is het een historisch seizoen geworden.’
© Pro Shots/Toin Damen
Feest op 6 december 2019 in de Johan Cruijff Arena na de stunt van Willem II bij regerend landskampioen Ajax (0-2). ‘Met de winst op PSV in eigen huis en de zeges in Amsterdam en Alkmaar is het een historisch seizoen geworden.’

In hoeverre geeft het behalen van Europees voetbal voldoening?

‘Als je de hele competitie bekijkt, staan we terecht op de vijfde plaats. Driekwart is gespeeld, dus dit Europese ticket is wel verdiend. Het is gewoon een heel knappe prestatie. Als je voor het seizoen de vijfde plaats voor Willem II had voorspeld na 26 wedstrijden, dan had ik gezegd: Droom verder. Er was heel wat weggevallen bij ons. Fran Sol, Renato Tapia, Daniel Crowley, Diego Palacios, Alexander Isak. Dat hebben we goed kunnen opvangen en het team is enorm naar elkaar toegegroeid. De spelers zijn jong, enorm gedreven en hebben wat voor elkaar over. Er zit een complementaire staf en een goed management omheen. Alles klopte en dan kun je tot zo’n uitschieter komen.’

‘Wij spelen natuurlijk ook liever de competitie uit, maar ik voelde wel gepaste blijdschap’

Waar had u Willem II voor het seizoen ingeschat?

‘Het doel was stabiel in de middenmoot mee te draaien en het linkerrijtje aan te vallen. Je hebt altijd te maken met pieken en dalen. In een goed seizoen kan het een keer zevende zijn, in een minder seizoen dertiende. Maar dat we de lat nu al zo hoog konden leggen en zo lang tussen de topclubs stand zouden houden op de ranglijst, had ik niet verwacht. De goede start van de competitie en het vrij gunstige programma hebben een rol gespeeld. We begonnen tegen clubs die op papier gelijkwaardig waren aan ons. PEC Zwolle, Fortuna Sittard, FC Emmen en Heracles Almelo troffen we in de eerste zes weken. Wedstrijden die we een seizoen eerder gelijkspeelden, wonnen we nu steeds. Dat gaf het elftal een boost.’

Het totale spelersbudget van Willem II is lager dan het salaris van Hakim Ziyech. Hoe verklaart u het succes?

‘Er zit een goed evenwicht in het team. Er zijn spelers gehaald met snelheid voorin, die ook dreiging konden brengen op het moment dat we uitwedstrijden tegen de sterkere teams speelden. Tegen topploegen moesten we op bepaalde momenten terugplooien, onder de druk uit voetballen en profiteren van de ruimtes die zij lieten in verdedigend opzicht. Maar we hebben zelf ook op de juiste momenten druk gezet en initiatief getoond. Dat hebben we onder meer uit tegen Ajax en AZ laten zien.’

Willem II won die wedstrijden met goed voetbal en niet dankzij een paar luizige uitbraken.

‘Zolang ik er plezier in heb en er zijn clubs die mij nog willen als trainer, zie ik geen reden ermee te stoppen.’
© Pro Shots
‘Zolang ik er plezier in heb en er zijn clubs die mij nog willen als trainer, zie ik geen reden ermee te stoppen.’

‘Dat is ook wat tot de verbeelding heeft gesproken. Er zijn wedstrijden geweest waarin het minder goed lukte, maar dan waren we niet angstig om sneller de diepte te zoeken. We hebben voetballers die ook dát spel beheersen. Het zit daardoor gewoon goed in elkaar en dat had niemand verwacht, gezien onze beperkte middelen. Vooral in de thuiswedstrijden hebben we de tegenstanders goed onder druk kunnen zetten, met aanjagers zoals Pol Llonch en Driess Saddiki. Verdedigend stond het als een huis en zijn we erop vooruitgegaan met de komst van Sebastian Holmén, die centraal ook nog eens een goed koppel bleek met Jordens Peters. Blessures konden we redelijk goed opvangen zonder dat we een heel brede selectie hadden. Dat zie je wel vaker trouwens; in een goed draaiend team is het natuurlijk wat makkelijker invallen. Met de winst op PSV in eigen huis en de zeges in Amsterdam en Alkmaar is het een historisch seizoen geworden. Als je meerdere klinkende resultaten boekt tegen de grote clubs, is dat geen toeval meer. Dan moet je als team toch iets goeds doen.’

Welk moment vindt u kenmerkend voor deze ploeg?

‘Iedereen noemt natuurlijk al snel de zeges tegen de grote clubs, maar ik denk eerder aan Heerenveen-uit. We hadden het daar heel moeilijk, maar trokken op karakter toch de 1-2 over de streep. Toen dacht ik wel: Potdomme, dit zit wel heel goed in elkaar.

‘De leiders van de KNVB zijn niet te benijden, ze hebben knopen moeten doorhakken die niemand graag had doorgehakt’

Tijdens de winterstop van 2018/19 stond Willem II vrij kleurloos twaalfde. Daarna is de opgaande lijn ingezet. Wat is er toen veranderd?

‘Met de eindsprint in dat seizoen en vooral het behalen van de bekerfinale werden de investeringen voor het grote publiek zichtbaar. In de jaren ervoor was al doorgeselecteerd en toen Willem II mij vroeg als coach, deden ze dat met het oog op de huisstijl die ze bij het eerste elftal en de jeugd wilden gaan inpassen. Vóór mijn komst zei de club eerlijk dat de selectie nog niet helemaal was afgestemd op de beoogde speelwijze. In het eerste jaar had Willem II te maken met veel gehuurde spelers. Ook daar wilde de club van af. Er moest meer kapitaal op het veld komen te staan, waardoor Willem II meer financiële armslag zou krijgen. Afgelopen jaar hebben we nog spelers gehuurd, maar dan met een optie tot koop. Vangelis Pavlidis, Marios Vrousai, Mike Trésor Ndayishimiye. Daarbij moet ik wel eerlijk zeggen dat ik het als een pittige opgave zag de opgaande lijn dit seizoen door te trekken. Er kwamen veel nieuwe spelers van wie je het nog maar moest afwachten. Mats Köhlert had drie keer meegedaan in de Tweede Bundesliga en had nog geen enkele ervaring op het hoogste niveau. Zo waren er meer. Ché Nunnely; prima in Jong Ajax in de Keuken Kampioen Divisie, maar hoe gaat die zich manifesteren in de Eredivisie? Er waren best veel vraagtekens.’

In hoeverre heeft u zelf invloed op de scouting en de aankopen?

‘We scouten vooral in Nederland en Duitsland, dus soms ben ik in staat naast de scouting ook zelf spelers te bekijken. Als ik dat niet kan, zorgen we ervoor dat we de spelers digitaal goed kunnen bekijken. Niet dat de beslissing bij een trainer moet liggen, maar het is voor iedereen lekker als de trainer een goed gevoel heeft bij een speler die wordt gecontracteerd. De club moet het beleid bepalen, maar ik heb wel inspraak. Uiteraard benutten we de netwerken van Martin van Geel, Joris Mathijsen, hoofd scouting Gerard Wielaert en de stafleden. We hebben ons oog ook dit jaar weer laten vallen op een aantal voetballers uit Duitsland. Kwasi Wriedt, een spits, en Derrick Köhn, een linkervleugelverdediger, spelen met Bayern München in de derde liga. Op de lagere Duitse niveaus lopen genoeg jongens die in de Nederlandse competitie passen. De culturen zijn vergelijkbaar en er is wel wat klasseverschil met de Eredivisie, maar voor de meesten is dat relatief snel te overbruggen.’

‘Als je voor het seizoen de vijfde plaats voor Willem II had voorspeld na 26 wedstrijden, dan had ik gezegd: Droom verder’

U wekt niet de indruk dat u maar enigszins genoeg heeft van het werk. Vanwaar die drive?

‘Ik heb weleens gezegd dat ik niet doorga tot mijn zeventigste.’

Dick Advocaat zegt ook al vijftien jaar dat hij aan zijn laatste klus bezig is.

‘Dick en ik zijn qua leeftijd uitzonderingen in de Eredivisie, maar trainer is wel een ervaringsvak. Zolang ik er plezier in heb en er zijn clubs die mij nog willen als trainer, zie ik geen reden ermee te stoppen. Na Saoedi-Arabië heb ik me even afgevraagd of ik nog aan iets nieuws moet beginnen. Maar ja, toen kwam Willem II. Ik had er eind jaren tachtig, begin jaren negentig vijf jaar gewerkt, als assistent- en als hoofdtrainer. In die tijd was je blij als er zeven- of achtduizend toeschouwers waren en lag er nog een sintelbaan om het veld. Willem II heeft een behoorlijke facelift ondergaan. De trainingsvelden lagen er al, maar daar staat sinds kort een mooie accommodatie omheen. De businessruimtes zijn opgeknapt en we zijn nu bezig met de kleedkamers en de kantoren. De club is volop in beweging en leeft enorm. Iedereen wil erbij horen en midden in de coronacrisis heeft de hoofdsponsor alweer verlengd. De sfeer en beleving zijn ongekend. Dat geeft de spelers een enorme kick. Je moet er toch niet aan denken dat we straks zonder publiek zouden moeten spelen.’

‘Spelen zonder publiek is niks, het went nooit’

Dat gaat waarschijnlijk wel gebeuren.

‘Dat is niks. Het went nooit. Ik heb er in elk geval zelf een beetje ervaring mee. In mijn tijd in Tunesië (bij Club Africain, red.) was het vanwege veiligheidskwesties niet stijf uitverkocht, kan ik je vertellen…’

Is het vak veelomvattender geworden in de loop der jaren?

‘Dat wel, maar daar groei je in mee. Ik weet nog goed dat ik op het bord een kruisje en een rondje zette, met de namen erbij. Tegenwoordig heb je de ondersteuning van videoanalisten en databases. De informatie is oneindig, maar het mooie is wel: ondanks alle ondersteuning zie je toch vaak met het blote oog dat het goed zit. Op basis van ervaring en je intuïtie weet je al of je bijvoorbeeld harder of minder hard moet trainen. Door de data krijg je vaak een bevestiging, maar het is niet zo dat de data leidend zijn. Ik denk dat het timmermansoog altijd nodig zal blijven.’

U haalde twee bekerfinales, die allebei verloren gingen. Op papier lijkt deze mijlpaal met Willem II het grootste succes uit uw trainersloopbaan. Hoe ziet u dat?

‘Ik zie het als een prijsje. Het is uniek, want het is vijftien jaar geleden dat Willem II voor het laatst Europees heeft gevoetbald. Met Club Brugge heb ik behoorlijk wat Europese wedstrijden gespeeld, maar dat is natuurlijk wel een topclub in België. Dat is toch wat logischer dan met Willem II Europa in.’

Che Nunnely passeert PSV-doelman Lars Unnerstall, op weg naar de uiteindelijke 2-1 overwinning. Ook Nick Viergever is kansloos.
© Pro Shots
Che Nunnely passeert PSV-doelman Lars Unnerstall, op weg naar de uiteindelijke 2-1 overwinning. Ook Nick Viergever is kansloos.

Uw directie heeft vijftien procent loon ingeleverd. De werkgeversorganisatie FBO en de spelersvakbonden adviseren salariskortingen voor spelers. Vindt u dat dit ook voor trainers moet gelden?

‘Zolang er zonder publiek wordt gespeeld, heeft het management van Willem II besloten salaris in te leveren. Daarnaast gaat de clubleiding in gesprek met de staf en de spelers. Ik kan het wel begrijpen. Niemand weet hoelang dit nog gaat duren. Mag er lange tijd geen publiek in de stadions komen, dan gaan veel clubs flink in de problemen komen. Nu al doen clubs een beroep op de overheid, dan ontkom je er niet aan zelf ook het goede voorbeeld te geven. Je kunt niet zomaar je handje ophouden als je zelf geen inspanning levert om de club draaiende te houden. Ook ten opzichte van supporters en sponsors, die nu vier wedstrijden missen waarvoor ze al hadden betaald, is dat wel zo netjes. Er worden van iedereen offers gevraagd. Het moet van twee kanten komen.’

Competitiestart, transferwindow, financiële mogelijkheden, selectie; bijna alles is onzeker. Hoe gaat u daarmee om?

‘De club leeft enorm, iedereen wil erbij horen. Dat geeft de spelers een enorme kick’

‘Door te accepteren dat er nu weinig is dat je onder controle hebt. Het is moeilijk nu naar een competitiestart toe te werken of beleid te maken. We hebben één voordeel: bij ons lopen er niet zo veel contracten af. Al voordat het virus uitbrak, hebben we zakengedaan op de transfermarkt, waardoor we onze zaakjes redelijk goed voor elkaar hebben. Met de komst van Owusu, Wriedt, Köhn en Görkem Saglam is onze selectie al vrij compleet. De kern van onze ploeg blijft gewoon staan. Ik denk dat er veel clubs zijn die het nu moeilijker hebben dan Willem II. Stel dat je veel aflopende contracten hebt en voor het seizoen 2020/21 nog geen spelers had vastgelegd toen de crisis begon, dan sta je voor een grotere uitdaging dan wij. Er worden hier ook geen gekke salarissen betaald. Met ons spelersbudget zaten we de laatste jaren aan de lage kant, maar dat kan nu een voordeel zijn. Andere clubs zullen waarschijnlijk concessies moeten doen aan de ambities die ze hadden. Hier is die druk wat minder groot. Ik heb er alle vertrouwen in dat Willem II daardoor straks sterk uit deze crisis zal komen.’