Deze zomer gaan de nieuwe financiële spelregels van de UEFA in. Na een overgangsperiode krijgen de clubs een bestedingslimiet op de spelersmarkt opgelegd. Wat betekent dit voor de verhoudingen in het Europese voetbal en gaat dit de Nederlandse topclubs helpen?
Dit verhaal is afkomstig uit het VI-weekblad. Bekijk hier wat er nog meer in de laatste editie staat!
Bij de invoering van de Champions League, dertig jaar geleden, was er nog geen sjeik, oligarch of hedgefonds te bekennen. Begrotingen lagen redelijk dicht bij elkaar. De eerste tien edities kenden dan ook acht verschillende winnaars. Maar rond de eeuwwisseling veranderde het beeld. Aandeelhouders namen de ereterrassen over, het grote geld werd steeds dominanter en de bezetting in de eindfase van de Champions League werd steeds monotoner. Als reactie lanceerde UEFA-voorzitter Michel Platini het revolutionaire Financial Fair Play. Het doel: streven naar zwarte cijfers. Dat moest leiden tot twee positieve effecten. Eén: een gezondere industrie met lagere schulden. Twee: voorkomen dat een paar superclubs aan de hand van miljardairs de rest op een onoverbrugbare afstand zouden zetten. De droom om Europees kampioen te kunnen worden moest voor zoveel mogelijk clubs levend blijven. Ook voor outsiders als Ajax en FC Porto.
