Topscorers van weleer aan het woord: bestaat de typische Eerste Divisie-spits nog?
© Pro Shots
PRO

Topscorers van weleer aan het woord: bestaat de typische Eerste Divisie-spits nog?

De Keuken Kampioen Divisie is het walhalla voor een nummer 9. De pure afmaker waant zich vooral bij een ploeg die om de prijzen speelt in een paradijs. Met drie topscorers van weleer – Sjoerd Ars (foto boven), Johan Voskamp en Jack Tuijp – beschouwen we het fenomeen Eerste Divisie-spits.

Het was eigenlijk puur toeval en totaal niet vooraf bedacht, maar juist afgelopen week was het precies tien jaar geleden dat Johan Voskamp de avond van zijn leven beleefde als voetballer. Zijn acht goals in de met 12-1 gewonnen wedstrijd met Sparta tegen Almere City staan voor eeuwig in de boeken, hij zal er voor altijd aan worden herinnerd. ‘Het is toch een soort jubileum’, lacht de Westlander als zijn octet goals tijdens zijn Sparta-debuut ter sprake komt. ‘Het hoort bij me, jij begint er ook weer over. Prima hoor, het is gewoon een toffe herinnering.’

Voskamp is zo’n spits die altijd vereenzelvigd zal worden met de Eerste Divisie. Veel en makkelijk scorend op het tweede plan, maar niet van Eredivisie-niveau. Veel Eerste Divisie-topscorers die dat stempel opgeplakt kregen gingen hem voor en velen traden in zijn voetsporen. Zo ook Sjoerd Ars en Jack Tuijp. Vergroeid met de Eerste Divisie, scherpschutters uit vervlogen tijden. Met de drie succesvolle spitsen van weleer bespreken we het fenomeen Eerste Divisie-spits.

‘In het rechterrijtje van de Eredivisie wordt wat anders gevraagd’

Wat is dat precies voor spits? Is het erg om zo te worden gezien? Waarom lukt het zelden in de Eredivisie? Wat is precies het verschil tussen de Ere- en Eerste Divisie voor een puntspeler? Wie zijn de nieuwe namen op de topscorerslijst? Op zoek naar antwoorden bij drie mannen die samen goed waren voor 358 treffers op het tweede niveau van Nederland en 24 in de Eredivisie (Tuijp dertien, Voskamp elf en Ars nul). ‘In het rechterrijtje van de Eredivisie wordt wat anders gevraagd.’

Topscorerrecords door de jaren heen (1)

Joop Schuman
meeste goals in één seizoen

Of het record van Joop Schuman ooit nog zal worden gebroken, is maar zeer de vraag; zijn 44 treffers in het seizoen 1961/62 voor SC Heracles lijken nooit meer te achterhalen. Even dachten we dat het ervan zou komen in het seizoen 2016/17, toen Tom Boere namens TOP Oss afstevende op een ongelofelijk aantal goals. We reisden er zelfs voor naar Almelo om met enkele Heracles-archivarissen de boeken in te duiken en de magistrale 44 van Schuman te ontleden. De productie van Boere stagneerde echter, hij bleef steken op 33 doelpunten. Schuman en Boere zijn twee van acht spelers die vaker dan dertig keer trefzeker waren in één jaargang. De anderen zijn: Dick Tol (1956/57, Volendam, 35 goals, en 1966/67, Volendam, 33), Sjaak Roggeveen (1967/68, Holland Sport, 31), Aad Koudijzer (1968/69, SVV, 32), Ad van de Wiel (1987/88, RKC Waalwijk, 34), Ton Cornelissen (1990/91, NAC Breda, 35) en Erik Tammer (1991/92, Excelsior, 33).

Bejubeld

Net als Voskamp begrijpen Ars en Tuijp maar al te goed dat ze om hun mening gevraagd worden. We kunnen simpelweg niet om ze heen gezien het imponerende aantal goals op hun cv, al merkt de nuchtere Volendammer op dat dat best mag. ‘Het is geweest, hè, ik heb ervan genoten, hoor, nu is het aan anderen.’ Ars kent zijn status als geen ander. ‘Ik heb nog steeds de meeste Eerste Divisie-goals achter mijn naam, toch?’

Ook Voskamp koestert de herinneringen. ‘Het is heel simpel, als spits leef je voor doelpunten. Natuurlijk gaat het om de prestatie met de ploeg, maar dat is een soort valse bescheidenheid. Spitsen moeten goals maken, worden erop afgerekend als ze het niet doen en bejubeld als ze het wél doen. Ik heb de topscorersprijzen in de woonkamer staan, hoor. In dat seizoen van die acht goals in Almere eindigde ik als eerste, het jaar ervoor miste ik die plek nog. Toen deed Michael de Leeuw het in het laatste jaar van Veendam net iets beter.’

Sjoerd Ars: ‘Ik was er ziek van als ik niet scoorde en we toch wonnen’

Ook Ars scoorde aan de lopende band. ‘Ik had specifieke kwaliteiten in en rond de zestien, daar moest het spel van de ploeg ook wel op worden afgestemd. Het was heel simpel, ik was een pure spits. Zo’n topscorerstitel leeft bij spitsen, het gaat om scoren. Dat geeft voldoening en bovendien vertrouwen. Spitsen zijn vooral met zichzelf bezig. Ik was er ziek van als ik niet scoorde en we toch wonnen.’

Voskamp heeft er wel een verklaring voor dat makkelijk scorende spelers in de Eerste Divisie niet altijd in de Eredivisie hetzelfde konden doen. ‘Het niveau is gewoon hoger, de handelingssnelheid ligt veel hoger. Waar je in de Eerste Divisie tijd hebt om een keuze te maken, moet je een niveau hoger veel sneller handelen. Daar komt bij dat je als spits in een ploeg die aanvallend speelt beter tot je recht komt als afmaker. In de Eredivisie bij een ploeg die vecht tegen degradatie is dat anders.’

Topscorerrecords door de jaren heen (2)

Van Velzen en Tuijp
drie keer de beste schutter

Twee spelers veroverden drie keer de topscorerstitel in de Eerste Divisie. Jack Tuijp legde in de seizoenen 2007/08, 2011/12 en 2012/13 als speler van FC Volendam beslag op de ereprijs, Peter van Velzen ging hem jaren eerder al voor. De Zuid-Hollander eindigde tweemaal namens het voormalige SVV bovenaan (in de seizoenen 1984/85 en 1989/90) en één keer als aanvalsleider van RKC Waalwijk (1985/86). Acht spelers maakten tot twee keer toe de meeste goals: Dick Tol (FC Volendam), Joop Schuman (SC Heracles), Gerdo Hazelhekke (FC Wageningen), Peter Houtman (FC Groningen), Remco Boere (Vitesse en ADO Den Haag), Michel van Oostrum (FC Emmen), Harry van der Laan (SC Cambuur en FC Den Bosch) en Berry Powel (FC Den Bosch en De Graafschap).

Jack Tuijp: ‘Ik was geen spits die rendeert in een elftal dat tegen degradatie knokt’

Ars onderschrijft die mening. ‘Als clubs twijfelen of je het aankunt, krijg je snel het stempel Eerste Divisie-spits opgeplakt. Het is overigens geen schande zo te boek te staan. Het is ook geen abc’tje dat je het even in de Eredivisie waarmaakt. In negen van de tien gevallen kom je als veel scorende Eerste Divisie-spits terecht bij een club met een andere benadering van het spel, niet bij een topclub. In het rechterrijtje van de Eredivisie wordt wat anders gevraagd, dan kom je minder in de zestien en krijg je veel minder kansen per wedstrijd. En je hebt te maken met wat betere verdedigers natuurlijk. Dat heeft mij en andere spitsen vaak opgebroken.’ Tuijp ondervond dat ook. ‘Ik was geen spits die rendeert in een elftal dat tegen degradatie knokt, ik moest in een aanvallend team spelen. Het vraagt nu eenmaal wat anders dan in een aanvallend team om de bovenste plek spelen. Dat zie je nu nog steeds. Robert Mühren is eigenlijk het beste voorbeeld.’

Jack Tuijp glipt op 20 september 2016 langs MVV-speler Leroy Labylle. ‘Martijn Kaars van FC Volendam is een geboren afmaker.’
© Foto: Pro Shots/Martijn Buskermolen
Jack Tuijp glipt op 20 september 2016 langs MVV-speler Leroy Labylle. ‘Martijn Kaars van FC Volendam is een geboren afmaker.’

Grote stap

Eerste Divisie-spitsen zouden dus eigenlijk de stap naar een subtopper in de Eredivisie moeten maken om in hun kwaliteit benut te worden. ‘Maar die clubs scouten in een ander segment, weet Voskamp. ‘Subtoppers zullen heus de Eerste Divisie-topscorers doorlichten en vinden altijd wel een reden om het niet aan te durven. In het linkerrijtje van de Eredivisie een vaste waarde worden is nu eenmaal best een grote stap. Eredivisie-clubs kunnen of willen vaak ook geen gok of risico nemen en bovendien leiden ze zelf ook spelers op die de stap naar het eerste moeten kunnen maken. Maar er zijn ook uitzonderingen natuurlijk. Lars Veldwijk bij Excelsior, dat zag je direct. Groot, sterk, fysiek, een eindstation; dat kan hogerop ook. Cyriel Dessers vind ik ook een mooi voorbeeld. Die was bij NAC in de Eerste Divisie ook goed. Ik zei dat direct al, ik heb er wel een neusje voor om dat te zien. Als je op hetzelfde veld staat en je ziet zo’n spits aan het werk, dan herken je dat heel snel. Qua snelheid en kracht, dat was materiaal voor de top.’

Topscorerrecords door de jaren heen (3)

Volendam levert
de meeste topscorers

FC Volendam leverde het vaakst de topscorer van de Eerste Divisie af. Drie keer Jack Tuijp en tweemaal Dick Tol maakt al vijf, de zesde winnaar uit het vissersdorp is Wim Tol in het seizoen 1980/81. Excelsior staat tweede op dit lijstje met vier topscorerstitels. Piet den Boer, Erik Tammer, David Connolly en Lars Veldwijk vormen het kwartet topschutters uit Rotterdam-Kralingen. Vijf ploegen hadden drie keer de winnaar van het klassement in de gelederen: Heracles Almelo (Joop Schuman tweemaal en Folkert Velten), FC Emmen (Michel van Oostrum, Donny de Groot) VVV-Venlo (Maurice Graef, Sandro Calabro en Ralf Seuntjens), NEC (Henk Grim, Sjoerd Ars en Ferdy Druijf) en SC Cambuur (Johan Zuidema, Harry van der Laan en Robert Mühren).

Ars bevestigt de lezing van Voskamp. ‘De moderne spits is fysiek sterk, balvast en is dodelijk in de afronding. Veel meer een mobile striker die vanuit de omschakeling toeslaat. Het type-spits in de internationale top is door de jaren heen veranderd en dat zie je overal terugkomen. In de Eerste Divisie blonk vaak een ander soort spits uit. Je wordt in stelling gebracht en moet scoren. Sommige ploegen namen en nemen op de koop toe dat ze met tien of tienenhalve man op het veld staan.’

Ars noemt twee namen van spelers die in de Eerste Divisie excelleerden die wel de kenmerken van de moderne spits bezitten. ‘Vincent Janssen vind ik een mooi voorbeeld. Maakte gewoon zijn goals voor Almere City voordat het allemaal begon, hè. En Andrija Novakovic die een paar jaar geleden bij Telstar speelde. Als je zo’n type hebt, pas je daar ook je spel op aan. Ik ben ook benieuwd waar Ferdy Druijf terecht gaat komen. Die kende bij NEC twee jaar geleden een prima seizoen als topscorer, vind ik ook een goede spits die meer in zijn mars heeft. Maar de stap naar een basisplek bij AZ lijkt groot. Eigenlijk moet die gewoon ergens iedere week spelen om nog beter te worden.’

Tuijp noemt Reda Kharchouch nog. ‘Geen typische Eerste Divisie-spits in mijn ogen. Ik vind dat een mooi voorbeeld van een speler die met kracht en snelheid een eind komt. Ik verwacht dat hij gezien zijn fysiek ook bij Sparta van waarde gaat zijn. Kharchouch is geen typische afmaker, geen pure goalgetter, maar een teamspeler die makkelijk scoort.’

Johan Voskamp (midden) passeert al shirtjetrekkend FC Den Bosch-keeper Simon van Beers op 26 oktober 2013 en maakt een van zijn drie treffers. Sparta won met 7-1.
© Foto: Pro Shots/Kai in ‘t Veen
Johan Voskamp (midden) passeert al shirtjetrekkend FC Den Bosch-keeper Simon van Beers op 26 oktober 2013 en maakt een van zijn drie treffers. Sparta won met 7-1.

Wie de nieuwe topscorers worden weet natuurlijk niemand. ‘Ik heb al een half jaar lang geen Eerste Divisie-wedstrijden gezien, maar dat geldt natuurlijk voor iedereen’, reageert Voskamp gevat. ‘Ik volg vooral spelers met wie ik zelf nog speelde, maar er zullen nieuwe jongens opvallen. Het is de Eerste Divisie hè, je kunt je naam vestigen en dan word je over tien jaar gebeld…’

Johan Voskamp: ‘Eredivisie-clubs kunnen of willen vaak geen gok of risico nemen’

Tuijp ziet dicht bij huis wel een speler die komend seizoen in zijn voetsporen kan treden. ‘Martijn Kaars staat bij Volendam in de spits. Dat is een geboren afmaker, een echte noem ik dat. Het moet heerlijk voor hem zijn om in een ploeg te spelen die zo lekker voetbalt. Volendam staat er goed op, dan weet je dat de spits gaat opvallen qua aantal goals.’ Een opvolger voor Tuijp dient zich aan dus? ‘Hij mag het proberen, laten Robert Mühren en Kaars het maar uitvechten voor die topscorerstitel.’ Ars komt na lang denken nog met een andere naam. ‘Ik ben nieuwsgierig naar die jongen die Dordrecht bij de reserves van Vitesse heeft weggehaald, Nicolas Agrafiotis. Ik heb hem weleens gezien en vind dat een interessante spits. Er duiken altijd spelers op die niemand nog echt kent, hij kan er zo eentje zijn.’ Soms verdwijnen topscorers na een goed seizoen ook plotseling uit beeld. Ars vraagt zich hardop af waar Pedro Marques is gebleven. ‘Die jongen speelde vorig seizoen eerst bij Dordrecht en daarna bij Den Bosch. In Den Bosch schoot hij bijna iedere bal die hij voor zijn voeten kreeg binnen. Echt een ouderwetse afmaker. Als clubs nog een spits zoeken, zou ik die eens proberen.’

Research leert dat Marques vorig seizoen door Dordrecht en Den Bosch gehuurd werd van Sporting Portugal en nu in Portugal wacht op een nieuwe werkgever. Scoren in de Eerste Divisie geeft duidelijk geen enkele garantie.