Johan Cruijff had een zak geld nog nooit zien scoren. Niks tegenin te brengen natuurlijk. Dat neemt niet weg dat voetbal wel van een spelletje is geëvolueerd naar een miljardenindustrie. In de rubriek Munten & Punten bespreekt VI-verslaggever Tom Knipping onderwerpen op de grens van commercie, financiën en sportieve prestaties. In aflevering 34 bekijken we de tien transfertrends van deze zomer.
1. Langzaam op weg naar herstel
Met de 85 miljoen euro die Manchester United neertelde voor de Engelse aanvaller Jadon Sancho lijkt het alsof er geen crisis gaande is. Het is alvast hoger dan de duurste speler vorig jaar — toen Chelsea tachtig miljoen betaalde voor Kai Havertz. Terwijl nu toch meer dan vorig jaar duidelijk is dat clubs op langere termijn de effecten gaan voelen van de mondiale gezondheidscrisis. Hoewel de verkoop van Sancho niet symbolisch is voor een totale revival van de markt, zijn enkele aankopen uit de hoogste prijscategorie wel indicatief voor het optimisme bij de clubs. Ze weigeren de spelersprijzen aan te passen aan het gedaalde inkomstenpeil en gaan er nog altijd vanuit dat de spelershandel volledig zal herstellen. Naar verwachting zal dat herstel nog een paar jaar duren, want in het seizoen 2020/21 werd behoorlijk ingeleverd. De transfereconomie kromp met 41 procent (drie miljard euro). Ter nuance: ondanks deze inzinking was er geen sprake van een crash. Met 4,49 miljard euro viel de markt terug naar het niveau van 2015/16. Daarmee werd de enorme inflatie van de afgelopen jaren uitgewist, want tussen 2015 en 2020 was de markt bijna verdubbeld. Daar werden door insiders toen al vraagtekens bij geplaatst. ’Corona zal zorgen voor een herijking op de transfermarkt, de tijd van duurder, sneller en meer is voorbij’, voorspelde Karl-Heinz Rummenigge niet lang na het uitbreken van de pandemie. Hoewel dat een volstrekt logische redenering leek, blijkt maar weer eens dat de transferbusiness moeilijk met andere sectoren is te vergelijken. Corona heeft er voor gezorgd dat een versnelling is teruggeschakeld, maar van de door Rummenigge voorspelde reset is geen sprake. Het is niet zo dat clubs massaal besloten om voorlopig alleen nog maar te putten uit de eigen opleidingen. Ondanks de enorme onzekerheid en ingestorte begrotingen gaven clubs in het seizoen 2020/21 meer uit dan in alle jaren voor 2015. Gezien de bedragen die midden in een crisis toch nog worden uitgegeven, is de verwachting dat de markt weer zal opkrabbelen zodra de pandemie voorbij is. Experts voorspellen dat het zeker nog tot 2023 duurt voordat het niveau van 2019 weer kan worden aangetikt.