In de week dat PIM Peter Blangé de KNVB verliet, begon de eigenlijk voor die baan bestemde Robin van Galen (46) aan zijn functie als technisch bestuurder bij Excelsior. Met een frisse blik kijkt de waterpolocoach naar de voetbalwereld. ‘Die Sampaoli was helemaal de weg kwijt, rijp voor een infuus.’
Per 1 juli bent u officieel de technische bestuurder bij Excelsior?
‘Dat klopt, maar ik ben eigenlijk al zeven maanden bezig. Eind vorig jaar vroegen Ferry de Haan en Wouter Gudde (directie Excelsior, red.) me om als technische man toe te treden tot het bestuur. Ik had het druk zat en had makkelijk kunnen zeggen dat ik er geen tijd voor had, maar als iets je aanspreekt vervalt dat argument. Als ik een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van de club, dan doe ik dat graag. Ik heb niet zo heel veel verstand van voetbal, maar wel van sport, van processen en van mensen.’
Wat heeft u al gedaan in de afgelopen zeven maanden?
‘Vooral observeren. In mijn rol kijk ik vooral en voer ik gesprekken. Iemand door een andere bril naar een organisatie laten kijken kan geen kwaad. Ik beweer niet dat ik de wijsheid in pacht heb, ik stel me dienstbaar op. Het is een vrijwillige functie, mijn beroep is waterpolocoach. Ik heb een mening en die geef ik. Ik merk dat dat gewaardeerd wordt. Het is een rol achter de schermen, uitvoeren is aan anderen. Ik ben twee halve dagen per week op de club. Laat mij lekker op de achtergrond bezig zijn, ik hoef niet op de voorgrond.’
Bij op de achtergrond blijven horen ook geen grote interviews.