Wat voor technisch directeur haalt Feyenoord in huis met Frank Arnesen?
PRO

Wat voor technisch directeur haalt Feyenoord in huis met Frank Arnesen?

Zodra hij klaar is met de revalidatie van een operatie aan zijn knie, begint Frank Arnesen met Operatie Feyenoord. De Rotterdammers maakten zijn komst woensdag officieel. Maar wat voor technisch directeur haalt de club in huis? Wat is zijn visie? Hoe gaat hij te werk? VI dook in zijn verleden. ‘Ik loop nooit ergens voor weg.’

Wie wil weten wat Frank Arnesen van plan is met Feyenoord, hoeft alleen maar de persconferentie terug te kijken van zijn presentatie bij Anderlecht. Daar trad Arnesen bijna een jaar geleden in dienst, ook als technisch directeur en diep weggestopt in het Constant Vandenstock Stadion, gaf hij die januaridag al iets prijs van hoe hij denkt over voetbal én de manier waarop hij te werk gaat. Anderlecht was toen – en nu nog steeds trouwens – een club die je wel kunt vergelijken met Feyenoord: momenteel alleen nog groot in naam en historie.

Het was juist dat verleden dat Arnesen naar Brussel trok en misschien ook wel een beetje weemoed. Bij Anderlecht kende hij als voetballer twee goede jaren (1983-85), voordat hij naar PSV trok om daar zijn carrière te besluiten. ‘Anderlecht moet terug naar waar het ooit was’, zei Arnesen. Die woorden kan hij een-op-een zó uitspreken als Feyenoord hem binnenkort presenteert.

Dat Arnesen uiteindelijk niet slaagde bij Anderlecht is, een ander (politiek) verhaal, maar wat hij van plan was, werd wél helder. Die visie neemt hij mee naar Rotterdam. Wie zich een beetje verdiept in de nieuwe technisch directeur, weet dat hij zich op de volgende punten zal concentreren:

Frank Arnesen viert in 1992 de landstitel van PSV als assistent van coach Bobby Robson.
© Pro Shots
Frank Arnesen viert in 1992 de landstitel van PSV als assistent van coach Bobby Robson.

Scouting & opleiding

‘Scouten moet voelen alsof je op een eerste date gaat’

‘Ik wil zo snel mogelijk mijn scouts leren kennen’, zei Arnesen ook bij Anderlecht. Op die manier heeft hij zijn hele carrière gewerkt. Scouting is in de beleving van de Deen dé levensader van iedere club, ‘de pijler’, zoals hij het zelf omschrijft, een essentiële factor, gecombineerd met de jeugdopleiding. In de visie van de Deen gaat het erom dat je als club altijd weet welke spelers je binnenhaalt, dat je kunt inschatten of ze passen, qua talent, maar ook karakter. En dat je kunt voorspellen hoe ze zich gaan ontwikkelen. Kopen, ontwikkelen, presteren, verkopen; nog steeds de snelste manier om succes te boeken én geld te verdienen.

Voor de camera’s van PSV TV, legde Arnesen het ooit zo uit. ‘Als iemand 28 jaar is en heel goed, maar óók heel duur, krijg je geen geld terug. Dan kunnen alleen clubs zoals Real Madrid hem kopen. Ik heb bij mijn clubs nooit geld uitgegeven, maar wel geïnvesteerd. Ik haal liever een speler van 22 jaar of jonger, dan iemand die in de toekomst niks meer oplevert.’ Bij zijn presentatie in Brussel ging hij er nog dieper op in. ‘Als je een slechte speler binnenhaalt, kun je die wel beter maken’, aldus Arnesen. ‘Maar ik vind dat je een góéde speler heel goed moet maken. Alleen: dan gaat het erom dat je wel de juiste spelers haalt. En dan praat ik niet alleen over jongens van een jaar of twintig voor je eerste elftal, maar ook over talentjes van acht, negen jaar oud. Als je die vroeg binnen krijgt, kun je ze echt ontwikkelen naar de visie van je club. Maar dat kan weer alleen wanneer je als club weet wáár ze zijn. Daarom is scouting zo belangrijk.’

In de visie van de Deen gaat erom dat je als club altijd weet welke spelers je binnenhaalt, dat je kunt inschatten of ze passen, qua talent, maar ook karakter

En moeilijker, in de tijd van nu. Arnesen: ‘Toen ik bij PSV werkte en we Ronaldo naar Eindhoven haalden, waren we bijna de enige club die actief was in Brazilië. Ik liep daar samen met Suárez, een oude scout van Internazionale. Uiteindelijk waren wij sneller dankzij een beetje hulp van Romário en zijn agent Branchini. Zo kwam Ronaldo naar Eindhoven. Dat is nu niet meer voor te stellen. De markt is totaal anders. Bij vrijwel iedere grote club in Europa is de scouting tegenwoordig zó groot en uitgebreid, dat het veel moeilijker is bij zulke spelers te komen. Maar tegelijkertijd is het ook niet onmogelijk. Mijn stelregel is dat je altijd een goed verhaal moet hebben voor een speler, een toekomstplan. Uitleggen wat je wilt, wáárom je hem wilt hebben, maar ook wat de risico’s zijn van spelen bij een grote club.’

De scouts van Feyenoord kunnen in ieder geval aan de bak onder Arnesen, of beter: ze moeten houden van hun werk, zo vertelde hij bij zijn aanstelling als td van PAOK Saloniki. ‘Een scout moet de adrenaline door zijn aderen voelen stromen als hij een wedstrijd bekijkt. Het moet voelen alsof je op een eerste date gaat.’

Als manager van PSV in 1995.
© Pro Shots
Als manager van PSV in 1995.

Transfers

‘Geef spelers een beetje tijd’

Een technisch directeur is er voor het aan- en verkoopbeleid van een club, maar verwacht van Frank Arnesen niet meteen spektakel. De Deen komt binnen tijdens de winterse window, sowieso een lastige periode. ‘De markt in januari is beperkt’, weet hij. ‘Vaak kun je alleen spelers halen die terugkomen van een blessure of niet veel in actie zijn geweest. Ik ben er dus niet zo’n voorstander van.’ Toch is een window nooit zonder gevaar, zei Arnesen eerder bij PSV TV. ‘Je moet altijd attent blijven, want je weet het toch nooit in Nederland. Grote clubs in kleine landen kunnen altijd een overval krijgen door de grote clubs uit de grote landen.’

In eerste instantie kijkt hij liever naar de spelers die er wél zijn. Misschien kan wat er is, op termijn ook goed genoeg wórden. Arnesen: ‘Je moet je als club altijd afvragen wat de prioriteiten zijn. Wat hebben we nodig? Wat kunnen we gebruiken? En is dat ook wel echt nodig? Daarbij moet je ook een bepaald geduld betrachten. Nieuwe spelers hebben soms tijd nodig. Stel dat ze zijn gekomen van een kleinere club, dan krijgen ze ineens te maken met druk die bij topclubs veel groter is. Dan wordt er snel gezegd: Hij presteert niet. Ik vind, geef zo’n speler een beetje de tijd en veroordeel niet te snel. De club speelt daarin een belangrijke rol. Die moet een nieuwe speler goed opvangen, hem een prettig gevoel bezorgen en niet te snel een oordeel vellen.’

Tijdens de gesprekken met Feyenoord maakte Arnesen grote indruk, alleen al door te vertellen met wie hij allemaal heeft gewerkt. Als hij wil, heeft hij Roman Abramovich zo aan de lijn. Regelmatig belt hij met Ronaldo. In zijn twee telefoons staan duizenden nummers van mensen die ertoe doen in het mondiale voetbal. Voor een club die momenteel wordt geleid door een td ad-interim, Sjaak Troost, die wacht tot híj wordt gebeld, is zo’n netwerk goud waard. ‘Je zou gek zijn het niet te gebruiken’, aldus Arnesen zelf.

Frank Arnesen mag zich tot de inner circle rekenen van Roman Abramovich (in het midden links).
Frank Arnesen mag zich tot de inner circle rekenen van Roman Abramovich (in het midden links).

Technische staf

‘Er is altijd dilemma tussen een coach en technisch directeur’

Als hij wil, kan Frank Arnesen zelf training geven. In 2002 slaagde hij voor de Cursus Coach Betaald voetbal, maar de Deen werkt liever mét trainers, dan dat hij zelf op het veld staat. Bij Feyenoord krijgt hij in eerste instantie te maken met een trainer die hij zelf ooit aanstelde bij PSV, 25 jaar geleden alweer: Dick Advocaat. In Eindhoven was dat destijds het startschot van een succesvolle periode, maar bij Feyenoord is Advocaat er vooral om voor de korte termijn orde op zaken te stellen en Europees voetbal te halen.

Trainers moeten voor Arnesen iets hebben bewezen en de nodige ervaring meebrengen

Wel kan de trainer Arnesen bijpraten over de club en de kwaliteiten van de huidige selectie, zodat de nieuwe td er voor volgend seizoen een geschikte coach bij kan zoeken. Bij Anderlecht dacht Arnesen in eerste instantie aan Kasper Hjulmand, een beloftevolle Deense coach van FC Nordsjælland, die eerder minder succesvol was bij FSV Mainz 05. Maar met die Deense club bereikte hij geen akkoord. Daarna probeerde hij Martin Jol en Phillip Cocu, voordat hij uitkwam bij Fred Rutten. ‘Ik zocht een trainer die met jeugd kan werken en die in korte tijd voetbal in een ploeg kan brengen’, zei Arnesen in maart tegen dit blad. Met Rutten plaatste Anderlecht zich nog knap voor de play-offs om het landskampioenschap, maar de coach stapte op toen de club niet mee wilde in zijn plannen. Niettemin zegt het iets over hoe Arnesen naar trainers kijkt. Ze moeten iets bewezen hebben en de nodige ervaring met zich mee brengen. De Deen zal niet schromen over de grenzen te kijken in zijn zoektocht naar een nieuwe trainer/coach.

Juist een opvolger van Advocaat aanstellen, is misschien wel de grootste uitdaging voor Arnesen bij Feyenoord. De nieuwe trainer krijgt tijd en ruimte, al voorspelt de technisch directeur wel een aantal spannende momenten. ‘Er is altijd een dilemma tussen coach en td. Volgens mij is dat begrijpelijk. Een trainer moet altijd winnen, want gebeurt dat niet, is er altijd kans op ontslag. Een technisch directeur moet naar vandaag kijken, maar óók naar morgen. Dat maakt het niet tot een makkelijke job. Je wilt altijd spelers inpassen uit je eigen opleiding, hoe doe je dat? Je kunt zeggen: Van de 25 spelers in de selectie moeten er vier onder de twintig zijn, afkomstig uit de eigen academie. Trainers willen spelers die er meteen staan.’

‘Ik wil de mensen die er zitten altijd de kans geven. Laat maar zien dat je ambitie hebt, winnaarsmentaliteit en hard wilt werken’

Dat hij de confrontatie met een trainer niet uit de weg gaat, bewijst de clash die hij had bij Chelsea met José Mourinho. In de Belgische krant Het Nieuwsblad zei hij daarover. ‘Nadat ik bij Chelsea de jeugdopleiding en de scouting had geherstructureerd, wilde Roman Abramovich dat ik ook de transfers deed voor het eerste elftal. Dat lag iets moeilijker, want José Mourinho was daar toen verantwoordelijk voor en hij wilde veel zaken regelen met zijn eigen makelaar, Jorge Mendes. Persoonlijk had ik daar geen problemen mee, maar ik zei tegen Mourinho: Onze baas wil dat we het samen doen. In het begin liep alles best goed, maar na verloop van tijd ging ik niet altijd akkoord met de spelers die ze wilden halen. En ja, dan weet je hoe Mourinho is. José maakt oorlog met iedereen, hè. Hij kan zelfs met zichzelf oorlog maken. Ik vind hem een topcoach, zijn resultaten spreken voor zich. Ik heb respect voor hem, alleen komt het nooit meer goed tussen ons. Zelf wil ik Mourinho best nog een hand geven – ik ben niet rancuneus – maar als we elkaar zien, loopt José me straal voorbij.’

In het karakter van Arnesen schuilt overigens geen botte bijl, zo zei hij al bij zijn aanstelling in Brussel. ‘Ik wil de mensen die er zitten altijd de kans geven. Zij hebben ooit gekozen voor de club. Ik kom niet binnen en zeg ik wil zes, zeven nieuwe mensen hebben. Net als met spelers, je moet ze kans geven. Laat maar zien dat je op dezelfde lijn zit, dat je ambitie hebt, winnaarsmentaliteit en hard wilt werken.’

Spelersgroep

‘Ik beoordeel spelers volgens de principes van voetbal: techniek, tactiek, fysiek, mentaal én levensstijl’

Frank Arnesen heeft aan zijn carrière een mooie cottage overgehouden in Marbella. Dat komt goed uit, want Feyenoord zit daar toch in januari, voor het jaarlijkse winterse trainingskamp. Het ligt in de lijn der verwachting dat de nieuwe td er dan al bij zal zijn. Een week nadat hij bij Anderlecht tekende, stapte hij op het vliegtuig richting Pinetar, ook voor een winters trainingskamp. ‘Dat was toen wel goed’, zei Arnesen vorig jaar in Extra Time. ‘Dan zit je er meteen middenin.’

Luisteren, observeren, praten. Dat is wat hij doet als technisch directeur en tijdens zo’n trainingskamp is daarvoor alle tijd en ruimte. Arnesen: ‘Door iedere dag op trainingsveld zijn, door goede gesprekken te voeren, leer je spelers door en door kennen. Dan zie je hun krachten en tekortkomingen en weet je wat ze moeten verbeteren. Daarom hou ik van een trainingskamp, dan kun je daarmee 24/7 bezig zijn. Ik vind dat je spelers altijd over een bepaalde periode moet beoordelen, dus niet na een week al conclusies trekken. Ik doe dat volgens de principes van voetbal, techniek, tactiek, fysiek, mentaal én levensstijl. Dat laatste vind ik ook belangrijk. Na een tijd heb je dan een goed beeld van een speler en weet je of je verder moet, of niet.’

Hij streeft een goede relatie na met zijn spelers. Zo is hij in staat met de besten afspraken te maken. De PSV-formule noemt Arnesen dat. ‘Je bijvoorbeeld overeen dat ze nog een extra jaar blijven en dat je als club daarna volledig meewerkt aan een transfer. Dan creëer je iets meer lange termijn in een wereld waarin dat heel lastig is.’

Toekomst

‘Ik ben flexibel’

Frank Arnesen beseft: hij komt bij Feyenoord niet terecht in een gespreid bedje. Als technisch directeur zal hij orde moeten scheppen op alle gebieden, van de scouting tot de spelersgroep, van opleiding tot de technische staf. En dat bij een club die zich laat leiden door invloeden van diverse stromingen. Arnesen krijgt dit keer niet te maken met maar één eigenaar, zoals Abramovich bij Chelsea of Marc Coucke die de baas was van Anderlecht. Hij moet nu manoeuvreren langs een directie, raad van commissarissen, de Vrienden van Feyenoord en de Stichting Continuïteit (Stico) die allemaal een mening hebben en graag een woordje willen meepraten over het sportieve beleid bij Feyenoord. ‘Maar ik ben flexibel’, zo omschrijft Arnesen zichzelf. ‘Ieder heeft zijn eigen rol in een organisatie en die moet je inpassen. Emoties horen er dan bij.’

Arnesens voordeel is dat hij niet voor het eerst te maken krijgt met een job waarin hij allereerst de rotzooi moet opruimen. Sterker: zo begon hij ooit, 25 jaar geleden bij PSV, waar de toenmalige voorzitter Bill Maeyer al bezig was met een interne grote schoonmaak. Als technisch manager voelde Arnesen zich in zijn eerste jaar vooral manager onprettige boodschappen. Hij moest spelers met wie hij zelf nog had gespeeld, vertellen dat het ophield, zoals Wim Kieft, Erwin Koeman, Jan Heintze, Berry van Aerle en Adri van Tiggelen. ‘Toen hebben we bijna de hele selectie vervangen’, keek hij eerder terug in VI. ‘Dan praat je wel over spelers die in 1988 de Europa Cup hadden gewonnen, hè. Ik was net begonnen, maar vond dat ik die boodschap zelf moest brengen aan die jongens. Die eis legde ik mezelf op, het voelde als een test. Als ik dat níet kon, had ik er als manager niks te zoeken.’ Hij slaagde en onder zijn leiding werd PSV vier keer kampioen en won de club een keer de KNVB-beker en eenmaal de Super Cup.

‘Mijn levensfilosofie’, zei Frank Arnesen ooit, ‘is als volgt: Ineens zie je een trein op je afkomen en moet je beslissen, spring je erop, of niet?’ De intercity die voorbij reed, was Feyenoord en de Deense technisch directeur is ingestapt, voor misschien wel de grootste uitdaging zijn loopbaan. ‘Maar’, zegt Frank Arnesen zolang hij werkzaam is in het topvoetbal, ‘ik ben nooit ergens voor weggelopen.’




Een leven lang topvoetbal, met ups en downs

Frank Arnesen viert momenteel zijn 25-jarig jubileum als beleidsbepaler en volgend jaar, in 2020, is het 45 jaar geleden dat hij naar Ajax kwam. In totaal werkt de Deen dus al een half leven in het topvoetbal. Volgens Arnesen is het a way of life en tóch heeft hij ooit getwijfeld of hij zo’n bestaan wel ambieerde.

Het is 1973 als Frank Arnesen zichzelf ziet als de nieuwe Mick Jagger, zijn held van The Rolling Stones, aan wie hij zich in die tijd spiegelt met hetzelfde kapsel. Hij neemt een jaar afstand van het voetbal en geeft zich over aan de muziek. Als Gasoline speelt hij gitaar en dompelt zich helemaal onder in de rock ’n’ roll. Als hij al voetbalt, verschijnt hij half dronken in de kleedkamer. Maar alles verandert een jaar later. Arnesen ontmoet zijn vrouw Kate en een jaar later is ze zwanger van een tweeling. Nog een seizoen verder, vertrekt hij samen met Søren Lerby naar Ajax. Het is het begin van een loopbaan die hem vervolgens langs Valencia, Anderlecht en PSV voert. Met Denemarken speelt Arnesen twee toernooien, het EK van 1984 en twee jaar later het WK in Mexico, waar Denemarken indruk maakt met een gouden generatie voetballers van wie Arnesen er één is. Danish Dynamite.

Hij behoort tot de besten van zijn generatie, maar heeft minder geluk. Een rotte knie zit hem lang dwars en in 1993 breekt hij een been. ‘PSV vroeg: Wil je blijven of terug naar Denemarken?’, vertelt Arnesen vorig jaar in het Belgische programma Extra Time. ‘Ik wilde niet terug, ging Onder-12 trainen en deed wat met sponsoring. Daarbij assisteerde ik Bobby Robson, een van de mooiste mensen die ik ooit heb meegemaakt. Onder Hans Westerhof, zijn opvolger, ging het niet goed. Totdat PSV vroeg of ik technisch manager wilde worden.’

Frank Arnesen glipt op het WK in 1986 als Deens international langs de Schot Graeme Souness.
Frank Arnesen glipt op het WK in 1986 als Deens international langs de Schot Graeme Souness.

Dat doet de club overigens, nadat ze Arnesen een half jaar eerder heeft ontslagen. Aanleiding is een interview met Elsevier, waarin Arnesen harde kritiek uit op trainer Hans Westerhof, de spelersgroep en het bestuur: ‘PSV is ziek.’ Maar doordat Harry van Raaij wel wat in hem ziet, haalt de club de Deen terug als technisch directeur. Westerhof wordt gedegradeerd tot hoofdopleiding, manager Kees Ploegsma wordt bedankt voor bewezen diensten. ‘Op 1 januari 1994 ben ik begonnen’, keek Arnesen terug in 2000, ‘zonder ook maar te weten wat het inhield. Daar kom je dan achter na drie jaar hard werken.’

Die eerste drie jaar hebben hem gevormd. Hij blijkt geknipt voor de job, omdat hij simpelweg bereid is te leren. Arnesen schuift aan voor gesprekken met de top van Philips, toen de hoofdsponsor, en let op hoe iedereen zich gedraagt en beweegt in die voor hem nog onbekende wereld. Hij noteert alles, leert in structuren te werken en denken en verandert van een vrije voetballer in een bijna methodisch beleidsbepaler, die meteen voor de leeuwen wordt geworpen. Arnesen voelt zich in die tijd manager onprettige boodschappen, want hij moet gerespecteerde spelers vertellen dat het ophoudt. Het kost hem zijn reputatie van aimabele speler met wie het altijd lachen is, al krijgt hij er een andere voor terug: die van een technische baas die niet voor een lastige opdracht wegloopt.

Onder Arnesen transformeert PSV tot weer topclub, maar hij krijgt ook kritiek. Hij haalt spelers zoals Van Bommel, Stam, Cocu, Van Nistelrooy en Robben naar Eindhoven en slaagt erin Ronaldo te verleiden, nog steeds zijn grootste vangst. Tegelijkertijd stapt hij vaak in het vliegtuig, maar komt hij terug met spelers die het niet redden in Eindhoven, zoals Gakhokidze, Marcello en Abel Xavier. Zo is nu eenmaal het leven van een technisch directeur, beseft Arnesen steeds meer. ‘Je mag nooit een td afrekenen omdat een x-aantal spelers heeft gefaald. Het gaat erom: hoeveel zijn er wél geslaagd en hoe vertaalt zich dat naar de financiële situatie van de club.’

Na tien jaar, het is dan 2004, verlaat Arnesen PSV voor zijn eerste buitenlandse avontuur. Hij tekent bij Tottenham Hotspur, waar hij technisch manager wordt. De Deen contracteert Martin Jol als assistent-trainer, met de bedoeling hem snel door te schuiven. Dat gebeurt wanneer de Franse coach Jacques Santini opstapt wegens privé-problemen. Onder Jol en Arnesen maakt Tottenham een begin met de terugkeer richting Engelse top. De samenwerking stopt als Arnesen zich in de zomer van 2005 laat fotograferen op een van de luxueuze jachten van Roman Abramovich.

Op advies van scout Piet de Visser wil de steenrijke Rus hem naar Chelsea halen om het technische (jeugd)beleid vorm te geven. Uiteindelijk lukt dat, maar niet voordat Abramovich Spurs een miljoenenbedrag betaalt. Als head of scouting en later technisch directeur brengt Arnesen onder anderen Fernando Torres, David Luiz, John Obi Mikel, Salomon Kalou, Branislav Ivanovic en Nemanja Matic naar Stamford Bridge. Daartegenover staat een lange lijst met spelers die nooit doorbreken, maar later toch een transfersom opleveren, zoals Daniel Sturridge, Fabio Borini, Ryan Bertrand en Jeffrey Bruma. Chelsea wordt in het tijdperk-Arnesen twee keer kampioen van Engeland, al kan de Deen zich steeds minder vinden in het beleid van de club – kopen, in plaats van opleiden – zodat hij op 27 november besluit te stoppen.

In zijn tijd als manager van HSV trekt Frank Arnesen onder anderen Rafael van der Vaart aan.
In zijn tijd als manager van HSV trekt Frank Arnesen onder anderen Rafael van der Vaart aan.

Het netwerk van Arnesen is gewild in Europe. Hamburger SV weet hem in te lijven als technisch directeur. De Deen haalt meteen een groot aantal Chelsea-talenten naar Hamburg, onder wie Jeffrey Bruma. Een groot succes wordt zijn periode in Hamburg niet. Hij blijft er twee seizoen en zit zelfs nog een duel op de bank als interim-trainer. In mei 2013 besluiten Arnesen en HSV in onderling overleg dat de wegen gaan scheiden, voor de td het begin van een rommelige periode, waarin hij kort werkzaam is bij Metallurg Charkov en opstapt als in Oekraïne de spanningen met Rusland te hoog oplopen. Vervolgens staat hij negen maanden onder contract bij de Griekse topclub PAOK Saloniki. Hij koopt er Garry Rodrigues voor een paar ton, een transfer die later een voltreffer blijkt als Galatasaray miljoenen betaalt voor de aanvaller die in Nederland alleen betaald voetbal speelde bij FC Dordrecht.

Na PAOK doet Arnesen bijna twee jaar niets, maar op 1 juni 2017 keert hij terug bij de club waar het allemaal begon: PSV. Hij wordt er commissaris voetbalzaken. Arnesen komt letterlijk thuis, want hij woont in Eindhoven. ‘Ik vind het een enorme eer dat PSV mij in deze functie heeft teruggevraagd en kijk ernaar uit om op de achtergrond de club van dienst te kunnen zijn’, zegt Arnesen bij zijn aanstelling.

Ruim anderhalf jaar houdt hij zich koest op de achtergrond, tot in december 2018 Anderlecht aanklopt. In eerste instantie wil Arnesen er niets van weten. PSV ontkent zelfs de interesse op zijn eigen website, totdat hij besluit toch in te gaan op de interesse van zijn andere oude liefde uit Brussel. Arnesen gaat er op 1 januari aan de slag, bij een club die voetbaltechnisch op zijn gat ligt. Het netwerk van Arnesen moet Anderlecht voorruit helpen. Hij polst de trainers Kasper Hjulmand, Martin Jol en Phillip Cocu, maar heeft pas beet bij Fred Rutten. Die stapt op vlak voor het begin van de play-offs om de landstitel, waarin Anderlecht kleurloos een bijrol speelt. Voor Arnesen is dat het begin van het einde, zeker wanneer de club Vincent Kompany terughaalt als speler/trainer. Als Anderlecht vervolgens wederom dramatisch aan het seizoen begint, kost dat niet Kompany, maar Arnesen zijn kop. Vince the Prince wordt weer gewoon speler, een andere Frank, Vercauteren, gaat de club leiden.

In de Deense podcast FC Arnesen kijkt hij terug op zijn congé. ‘In de week van mijn ontslag was ik op maandag jarig’, aldus Arnesen. ‘Die donderdag hadden we echter een vergadering met enkele scouts en dus wachtte ik tot dan om vijf taarten te trakteren. Ik heb ze nooit geproefd. Net voor de vergadering vroeg Michael Verschueren of ik vijf minuutjes had. De zaak was snel duidelijk. Anderlecht vond dat er tussen mij en Kompany geen chemie meer was, zei hij. Tja. Tijdens de laatste transferwindow gebruikten ze mijn netwerk wel, maar ze deden ook transfers waar ik niets van afwist. Zoals die van Hendrik Van Crombrugge. Toen wist ik dat het nog slechts een kwestie van tijd was. Het was een zwarte donderdag, maar we stelden wel nog een gezamenlijke persmededeling op. Sowieso hang ik de vuile was niet buiten en ik hoop dat de club slaagt in haar project. Al heb ik alleen van de scouts echt afscheid genomen.’

Arnesen zelf ziet zijn naderende ontslag wel aankomen en hapt toe als Feyenoord zich meldt. In het diepste geheim voert hij gesprekken met technisch directeur ad-interim Sjaak Troost en Toon van Bodegom, voorzitter van de raad van commissarissen. Woensdagmiddag maakte Feyenoord zijn komst officieel, Arnesen begint in januari. Dan krijgt de club een ervaren technisch directeur met een uitgebreid netwerk, een die op verschillende posities in het topvoetbal zijn sporen heeft verdiend. Maar ook een die overal waar hij werkte wel voor controverse zorgde en zelfs werd beschuldigd zichzelf te verrijken bij transfers. Dat zou zijn gebeurd bij Hamburger SV. Tijdens zijn presentatie bij Anderlecht, ging Arnesen er kort op in. ‘Andere mensen bij de club zijn op hun vingers getikt. Ik ben van alle blaam gezuiverd. Wanneer je technisch directeur bent, kom je al gauw in situaties waarbij mensen denken: Neemt hij geld aan? Wat kan je eraan doen? Helemaal niks, behalve vertrouwen op je eigen geweten. Ik slaap ’s nachts perfect.’

Gerelateerde artikelen