Nicolas Isimat-Mirin en zijn dagelijkse gevecht om overeind te blijven
Nicolas Isimat Mirin troeft Gyrano Kerk van FC Utrecht af.
PRO

Nicolas Isimat-Mirin en zijn dagelijkse gevecht om overeind te blijven

Met zijn eeuwige lach, zijn grappige mix van Frans, Engels en Nederlands en zijn ongepolijste spel is Nicolas Isimat-Mirin (26) een cultspeler geworden. Op voetbalgebied is er nog het nodige op de verdediger van koploper PSV aan te merken. Desondanks speelde de Fransman dit seizoen iedere minuut en is hij met zijn positieve inslag en zijn werklust een voorbeeld voor de rest. Een gesprek. ‘Wij zijn een heel hecht team geworden.’

Jullie zetten zondag met een 3-1 zege in de traditioneel lastige uitwedstrijd tegen Feyenoord een grote stap op weg naar de landstitel. Ben je tevreden over jullie seizoen?

‘Natuurlijk, we zijn namelijk echt van heel ver gekomen. Vorig seizoen hebben we het kampioenschap gemist, er vertrokken vier echte kwaliteitsspelers met ervaring en we werden uitgeschakeld voor Europees voetbal door een kleine club (NK Osijek, red.). We hebben het echt even heel erg moeilijk gehad. Als je dan zo goed presteert in de Eredivisie en een mooie voorsprong op de concurrentie hebt, dan hebben we het met elkaar gewoon heel goed gedaan.’

Jullie moeten het vooral hebben van strijd en het collectief. Mee eens?

‘Ja. Ik zeg niet dat we nu minder kwaliteit in de selectie hebben dan vorig jaar, maar het is wel anders. Als je heel veel talentvolle spelers hebt, heb je haast automatisch een goed elftal. Dit seizoen zijn we een heel hecht team geworden, iedereen is bereid voor elkaar en voor een goed resultaat te vechten. Dat zie je terug in de resultaten. We moeten het vooral hebben van onze teamspirit. We wachten niet tot één speler iets moois doet en scoort. We moeten er keihard voor werken.’

‘We zijn van ver gekomen. Als we de titel pakken, dan is applaus op zijn plaats’

Hoe is die teamspirit zo gegroeid?

‘De Europese uitschakeling is daarin heel belangrijk geweest. Na die wedstrijd hebben we een met een groepje spelers een belangrijke meeting met Toon Gerbrands en Marcel Brands gehad. Ik geloof dat Marco van Ginkel, Daniel Schwaab, Santi Arias, Jeroen Zoet, Luuk de Jong en ik erbij waren. De trainer was er niet bij. De directeur was niet boos, maar we hebben heel kalm en goed gesproken over het pakken van verantwoordelijkheid. We hebben het niet gehad over tactische en technische zaken op het veld. De directeur sprak vooral over de rol die iedere speler heeft en de specifieke taken en plichten om het team te helpen. Dat was een heel goed gesprek.’

‘Nadat bepaalde spelers waren vertrokken, waren we toch een beetje zoekende. Nu bewaakt deze groep het teamproces en dat werkt heel erg goed. Ik heb de vrijheid gekregen om me er op een positieve manier mee te bemoeien. Dat geeft heel veel vertrouwen en dat wil je ook terugbetalen. We hebben iedereen meegekregen en dat zie je terug. Een aantal gebeurtenissen dit seizoen heeft het team sterker en sterker gemaakt. Osijek, het gesprek met Toon en Marcel, de nederlaag bij Heerenveen, de barbecue bij Daniel na zijn eerste doelpunt en nog een aantal dingen. Wij zijn een heel hecht team geworden.’

Nicolas Isimat-Mirin haalt uit in de met 3-1 gewonnen topper tegen Feyenoord. Links Tonny Vilhena.
Nicolas Isimat-Mirin haalt uit tijdens de met 3-1 gewonnen topper tegen Feyenoord. Links Tonny Vilhena.

Je bent bezig aan je vierde seizoen bij PSV. Ben je tevreden over je ontwikkeling?

‘Absoluut. Ik ben een heel andere speler geworden, veel completer. Toen ik hier kwam, had ik het moeilijk. Natuurlijk met de taal, maar vooral met de manier van spelen in Nederland. Die is zo anders dan in Frankrijk. Thuis hoefde ik alleen maar te verdedigen, ik mocht achterin vooral geen enkel risico nemen. Mijn man uitschakelen en de bal wegwerken, meer niet. Hier is de opbouw van achteruit ook heel belangrijk. Een harde inspeelpass, indribbelen, meer naar voren voetballen en toch zorgen dat de afstanden goed blijven. Daar heb ik erg aan moeten wennen. Nu ben ik blij dat ik het heb geleerd. Ik heb tactisch leren nadenken over voetbal. Ik ben nu veel actiever in het spel.’

Toch schort er nog een hoop aan jullie opbouw, die is vaak traag en voorspelbaar.

‘Je moet er als verdediger bepaalde kwaliteiten voor hebben. Het gaat niet altijd goed, maar we kunnen het wel. Als je mijn inspeelpass van nu vergelijkt met toen ik hier begon, dan is er echt een heel groot verschil. Ik weet nu hoe hard en op welk been ik iemand moet aanspelen. Maar ik snap de kritiek ook wel en ik denk ook dat Daniel en ik in eerste instantie goede, degelijke verdedigers zijn. En als wij goed worden vastgezet, nemen we geen risico en spelen we de lange bal naar voren.’

‘De kritiek op ons snap ik. Maar we winnen wel heel veel wedstrijden’

Daar is veel kritiek op.

‘En dat mag. Ik sta altijd open voor kritiek en ik snap het ook wel. Nederlanders zijn gewend dat een topclub veel balbezit heeft en met een goede opbouw dominant op de helft van de tegenstander speelt. Bij PSV doen we het dit seizoen anders. Maar we winnen wel heel veel wedstrijden. Daar gaat het om. We scoren daarnaast meer dan in het vorige jaar. Dat komt echt niet alleen door de aanvallers, we doen het samen. Net als dat verdedigen niet in de laatste linie begint, daar hebben we ook iedereen voor nodig.’

PSV speelt dit seizoen met twee controlerende middenvelders in plaats van met één. Zegt dat ook iets over het vertrouwen van Phillip Cocu in de verdediging?

‘Nee, hoor. Een trainer moet een winnend systeem bedenken. Dat heeft Cocu gedaan. Het team is toch ook anders dan vorig jaar. Cocu kent de kwaliteiten van de spelers in zijn selectie. Met een blok van zes is er een goede balans en hebben we controle. Van daaruit kunnen we aanvallen, doelpunten maken en wedstrijden winnen. Twee jaar geleden werden we kampioen. Vorig seizoen verwachtte iedereen dat we dat wel weer zouden worden. We speelden heel aanvallend, ver naar voren. Maar omdat we niet genoeg scoorden, had de tegenstander vaak aan één kans genoeg om een goal te maken. Dat kwam door de ruimte die we weggaven. We hebben daardoor heel vaak gelijkgespeeld. Nu niet en daarom is dit beter.’

Verwachten we misschien te veel van PSV?

‘Nee, hoor. PSV moet kampioen worden en het liefst goed voetballen. Maar als we te aanvallend denken en spelen, geven we uiteraard ook ruimte weg. Dan is het logisch dat de tegenstanders kansen krijgen en af en toe een goal maken. In plaats daarvan kunnen we ook heel gecontroleerd spelen, wachten op de fout van de tegenstander om dan in de omschakeling met een snelle counter snel toe te slaan. Het is misschien niet heel Nederlands, maar het gaat er vooral om dat we winnen. Als ik kijk naar waar we nu staan en hoe wij ons als team vanaf het begin van het seizoen hebben ontwikkeld, dan zijn we enorm gegroeid.’

‘Als je mijn inspeelpass van nu vergelijkt met toen ik hier begon, dan is er echt een heel groot verschil’

Moet het Nederlandse voetbal van PSV leren?

‘Dat weet ik niet. Maar wij laten in elk geval wel zien dat het niet gaat om het hebben van het meeste balbezit. Het gaat erom wat je met de bal doet als je hem wel hebt. Wij doen dat goed en effectief, anders sta je niet bovenaan in de Eredivisie. Met het meeste balbezit word je geen kampioen, wel als je de meeste punten hebt. Het gaat er niet om hoe je wint, maar dat je wint.’

Zo wordt er in het internationale topvoetbal gedacht, maar nog niet overal in Nederland.

‘In Frankrijk, Engeland en Duitsland hoor je nooit iemand over mooi voetbal. Alleen in Nederland. Maar wat heb je aan mooi voetbal als je niet wint? Daarom mag van mij iedereen zeggen wat hij wil over PSV. Wij vechten voor de punten om kampioen te worden. Als de rest mooi voetbal wil spelen, moeten ze dat vooral doen. Volgens mij hebben jullie het EK en WK gemist. Dat vind ik echt ongelooflijk. Jullie hebben zulke goede, talentvolle spelers, maar kennelijk gaat er toch iets niet goed. Daar moet het Nederlands voetbal van leren. Ronald Koeman is een goede bondscoach die weet wel hoe hij wedstrijden moet winnen. Het kan alleen maar beter gaan.’

Is zeven punten voorsprong genoeg om straks kampioen te worden?

‘Dat hoop ik wel. Als het niet genoeg is, dan hebben wij iets verkeerds gedaan. Maar daar ga ik niet van uit. Wij zijn sterk genoeg om kampioen te worden. En als wij de titel pakken, dan is dat het succes van het collectief. Iedere grote prestatie begint met hard werken. Dat doen wij allemaal dit seizoen. We staan er nu goed voor, maar we hebben natuurlijk nog helemaal niets. Het wordt nog heel spannend. Er komen nog hele belangrijke wedstrijden aan tegen bijvoorbeeld FC Utrecht, AZ en Ajax, maar de andere duels zijn voor ons en voor de concurrentie minstens zo belangrijk. Daarin mag je namelijk geen fouten maken. In deze fase van de competitie zijn er echt geen makkelijke wedstrijden meer.’

‘Wij laten zien dat het niet gaat om het hebben van het meeste balbezit.’
‘Wij laten zien dat het niet gaat om het hebben van het meeste balbezit.’

Qua personele bezetting hebben jullie het de laatste tijd wat moeilijker gekregen. Jürgen Locadia is vertrokken, Hirving Lozano is geschorst en Marco van Ginkel was de laatste weken regelmatig geblesseerd. Kunnen jullie het volhouden?

‘Dit zijn belangrijke spelers voor ons. Maar als ze er niet zijn, moeten anderen opstaan. PSV is toch ook doorgegaan toen Memphis, Georginio Wijnaldum en Jeffrey Bruma vertrokken? Hetzelfde met Andrés Guardado, Jetro Willems, Héctor Moreno en Davy Pröpper. Toch zijn we steeds blijven presteren. We moeten niet in het verleden leven, maar in het nu. We hebben een grote selectie waarin heel veel talent zit. Gastón Pereiro, Albert Gudmundsson en Donyell Malen kunnen op de vleugels spelen en Mauro heeft zich al in het team gespeeld. We hebben genoeg kwaliteit over en ik zie niet in waarom we weg zouden zakken.’

Help jij de jonge spelers?

‘Zeker. Door ze vertrouwen en een goed gevoel te geven. Dit is de kans die ze wilden en die ze moeten pakken. Niet nadenken, voetballen, hard werken, come on. Of je nu een half uur, een kwartier of tien minuten speelt, speel met alles wat je in je hebt. Voor jezelf en voor het team. Zo probeer ik ze te motiveren. En daarna moet het praten stoppen en moeten ze genieten van de speeltijd die ze krijgen.’

‘Ik voetbal zoals ik voetbal en als je het niets vindt, is dat prima’

Over speeltijd gesproken. Jij bent samen met Jeroen Zoet de enige speler in de PSV-selectie die alles heeft gespeeld in de Eredivisie.

‘Is dat echt zo? Dat wist ik helemaal niet. Het verrast me, maar ik ben er natuurlijk ook heel trots op. Het betekent veel voor me. Het was mijn doel nog belangrijker voor het team te zijn dan vorig seizoen. Dat is gelukt, maar ik ben er nog niet. Ik moet iedere dag vechten voor mijn plekje.’

Welnee, je hebt juist toch heel weinig concurrentie voor de laatste linie.

‘Zo voelt het niet. Derrick Luckassen en Armando Obispo kunnen ook op mijn plek spelen. En PSV is een topclub, als ik niet presteer, verdwijn ik uit het team. De trainer kan en moet hard zijn. Kijk naar welke goede spelers er al op de bank hebben gezeten dit seizoen. Zij hebben zich ook moeten terugknokken in het elftal. Niemand is zeker van zijn plek. Dat is ook goed, het zorgt ervoor dat je iedere dag scherp blijft. Ik zie mezelf ook niet als een grote speler met veel status. Ik pas goed in dit collectief. We hebben samen een missie, dat gevoel heb ik echt. Voor hen wil ik strijden. De waardering die ik daarvoor van hen terugkrijg, is me veel waard.’

‘Volgens mij hebben jullie het EK en WK gemist. Dat vind ik echt ongelooflijk. Jullie hebben zulke goede, talentvolle spelers, maar kennelijk gaat er toch iets niet goed’

Als jullie kampioen worden, voelt dit dan echt als jouw titel?

‘Nee, ik snap wat je bedoelt, hoor, maar zo denk ik helemaal niet. Ik speel nu alles, dat klopt, maar ik voel me net zoveel onderdeel van het team dan in voorgaande jaren. Het maakt me niet of ik op de tribune of de bank zit of dat ik in het veld sta. PSV wordt kampioen, niet Isimat-Mirin. En ik ben onderdeel van PSV. Als het lukt, en we de titel pakken, dan is applaus op zijn plaats. Guardado, Moreno, Pröpper, Willems en Locadia zijn vertrokken. Met rust, een goed strijdplan en op veel karakter zijn we zo ver gekomen.’

Denk je dat jij in een andere competitie dan de Eredivisie meer gewaardeerd zou worden?

‘Misschien wel, omdat daar de focus voor een verdediger vooral op verdedigen ligt. Man uitschakelen, doelpunten voorkomen. Daar wordt niet van een verdediger verwacht dat hij goed kan opbouwen. Maar ik ben niet uit op complimenten. Ik voetbal zoals ik voetbal en als je het niets vindt, is dat prima. Ik denk dat ik hier heel goed kan voetballen en ik voel dat ik bij PSV wordt gewaardeerd. Dat is voor mij het enige dat telt.’

Nicolas Isimat-Mirin bezorgt PSV ide winst in Zwolle. PEC-doelman Diederik Boer is kansloos.
Nicolas Isimat-Mirin bezorgt PSV ide winst in Zwolle. PEC-doelman Diederik Boer is kansloos.

Je hebt een tijdje met tennisballen in je handen getraind. Heb je ze niet meer nodig?

‘Nee, het heeft geholpen. De scheidsrechters hebben een periode heel erg op me gelet en nadat we die strafschoppen tegen hadden gekregen, moest ik iets aan mijn spel veranderen. Ik vond die penalty’s zwaar gestraft, maar ik hielp er mijn team niet mee. Nu gebruik ik mijn handen in elk geval bijna niet meer. Ik wilde altijd graag contact met mijn tegenstander zodat ik weet waar hij is, maar het is een automatische reflex hem dan ook vast te pakken. Die tennisballen hebben ervoor gezorgd dat ik dat niet meer doe.’

‘Duels mogen bikkelhard zijn, maar vecht wel eerlijk. Dan ben je een echte man’

We zien je nooit heel gemene overtredingen maken en je krijgt voor een verdediger weinig gele kaarten en bijna nooit een rode kaart. Hoe komt dat?

‘Omdat ik niet gemeen ben. Dat wil ik niet. Ik ben heel hard, maar wel altijd fair. Duels zijn een gevecht tussen de aanvaller en mij. Dat mag met heel veel strijd, het mag ook bikkelhard, maar vecht wel eerlijk. Dan ben je een echte man. Ik zeg ook altijd tegen mijn ploeggenoten dat je nooit kunt vechten op het veld. Met gele en rode kaarten dupeer je het team. Dat wil ik niet.’

Wat vind jij van de cultstatus die je hebt?

‘Dat is prima, mij maakt het niet zo veel uit, omdat ik toch altijd dezelfde persoon blijf. Ik ben open en ik praat met iedereen. Of het nu met jou is of met de man achter de kassa van de Jumbo. Je kunt me altijd benaderen. Of dat bijzonder is, dat weet ik niet, het is wie ik ben. Ik voel me niet meer of beter omdat ik voetbal en ik wil ook niet dat mensen tegen me opkijken. Ik zal als mens niet veranderen omdat ik toevallig in de voetbalwereld werk.’

Nicolas Isimat-Mirin ziet zichzelf niet zomaar vertrekken uit Eindhoven. ‘Ik weet wat ik hier bij PSV heb. Dit is een goede club voor mij.’
Nicolas Isimat-Mirin ziet zichzelf niet zomaar vertrekken uit Eindhoven. ‘Ik weet wat ik hier bij PSV heb. Dit is een goede club voor mij.’

Wat zijn je toekomstplannen?

‘Geen idee. Ik weet wel wat ik hier bij PSV heb. Dit is een goede club voor mij. De manier van werken past bij me, hier word ik een betere voetballer. Ik wil winnen, iedere wedstrijd opnieuw en dat is eigenlijk het enige waar ik aan denk. Natuurlijk zijn er andere mooie clubs en grotere competities en ik heb vrienden die daarin spelen. Maar ik moet doen wat goed is voor mij en ik ben blij bij PSV. En er zijn nog uitdagingen genoeg.’

‘Iedere week Champions League-niveau in een grotere competitie, daar word je natuurlijk een betere voetballer van. Maar dat kan ook hier’

Zegt Paul Pogba niet tegen je: ‘Kom naar Engeland’?

‘Haha, nee, dat zegt hij niet. Ik heb geregeld contact met hem en zijn broers omdat we samen zijn opgegroeid. Mijn vrienden zeggen wel dat die competities zwaarder zijn dan de Eredivisie. De clubs zijn meer aan elkaar gewaagd waardoor je meer zware wedstrijden achter elkaar speelt. Iedere week Champions League-niveau, daar word je natuurlijk ook een betere voetballer van.’

Dat wil jij toch ook?

‘Ja, maar dat kan ook hier. Met PSV in de Champions League spelen bijvoorbeeld. Dat kan echt nog wel. We moeten het zo goed doen dat talentvolle spelers niet weg willen, maar willen blijven in Nederland. Ik weet dat er ergens anders meer geld verdiend kan worden, maar dat kan veranderen. Dat weet ik zeker. Hoe? Door veel Europese wedstrijden te winnen. Jullie hebben alles in Nederland. Grote clubs met historie, mooie stadions, goede opleidingen en talentvolle spelers. Ik geloof ook niet dat het enkel en alleen maar om geld gaat. Er is toch ook zoiets als liefde voor het shirt dat je draagt en de uitdaging iets groots neer te zetten? Ik geloof daarin. Er kan echt een verandering in denken komen. Wat heb je eraan om jong in het buitenland veel geld te verdienen en op de bank te zitten? Helemaal niets.’

Gerelateerde artikelen