Na een 1-1 gelijkspel tegen Australië maakt het Syrische nationale elftal nog altijd kans op een ticket voor de play-offs voor het WK. Het beladen verhaal van een door oorlog verscheurd land dat desondanks op de drempel van een eindtoernooi staat. ‘Twaalf miljoen Syriërs zullen van me houden. De andere twaalf miljoen willen me vermoorden.’
Sanharib Malki zit thuis op de bank in Brussel en slingert heen en weer in een wervelwind van emoties. Het is 5 september. De voormalig aanvoerder van het Syrische elftal kijkt live naar de laatste, beslissende wedstrijd van zijn land in de WK-kwalificatiegroep. Tegenstander is koploper Iran. Volgens Malki de beste ploeg van Azië.
Even danst de 33-jarige Malki van geluk door zijn appartement. ‘Syrië gaat naar het WK’, schreeuwt hij vol ongeloof na de vroege 1-0-voorsprong. Winst is genoeg. Maar de euforie heeft al zijn kruit verschoten, zo lijkt het, na twee Iraanse doelpunten. ‘Alles is verloren’, sombert hij. Tot Omar Al Soma in de allerlaatste minuut dan toch de gelijkmaker binnenschiet en Syrië alsnog hoop houdt op de eerste WK-deelname in de geschiedenis.
Door dat gelijkspel treft Syrië Australië in de Aziatische play-offs. ‘Als we tegen Australië hetzelfde resultaat behalen als tegen Iran, zijn we door naar de laatste kwalificatieronde’, analyseert Malki strijdbaar. Mocht dat inderdaad lukken, dan volgt nog een tweeluik tegen Panama, Honduras of de Verenigde Staten. De winnaar mag naar het WK. ‘Alles is nog mogelijk’, zegt de spits die sinds de zomer nog zonder contract meetraint bij zijn oude club Roda JC.
Zeker in deze tijd van burgeroorlog, die al sinds 2011 door het land woedt, klampen de Syriërs zich vast aan de sport. Uitgerekend nu is het land vrij succesvol. Syrië staat 75ste op de FIFA-wereldranglijst en het is 31 jaar geleden dat het elftal zo dichtbij WK-plaatsing kwam. Toen verloor het in de laatste kwalificatieronde van Irak. In Syrië komen de mensen volgens Malki op de stadspleinen in groten getale bijeen om via grote schermen naar het nationale elftal te kijken. ‘Syriërs houden echt van voetbal.’