In december 2015 stonden Jairo Riedewald, Riechedly Bazoer en Kenny Tete op de voorkant van het kerstnummer van Voetbal International. De drie toptalenten moesten voor nieuwe Amsterdamse successen gaan zorgen. Anderhalf jaar later is het trio vertrokken bij Ajax. Bazoer ging in de winter naar VfL Wolfsburg, Tete koos onlangs voor een avontuur bij Olympique Lyon en niet veel later trok Riedewald naar Crystal Palace. Reden genoeg om het gesprek vol jongensdromen in VI Rebound opnieuw onder de aandacht te brengen.
Het Leidseplein op een gure donderdagmiddag. De donkere dagen van december doen hun naam eer aan op het bekendste plein van Amsterdam. Motregen en harde windstoten lossen elkaar af. Terwijl de sfeerverlichting vrolijk door blijft schitteren in het straatbeeld, zoeken toeristen een warme plek op in de vele cafés. Zo ook in Palladium, waar het op deze middag goed toeven is. Het onderkomen is al decennialang een geliefde plek bij Amsterdamse voetballers. De broers Witschge kwamen er graag, net als andere voormalige grootheden van Ajax. Vandaag is het tijd voor de nieuwe generatie, als Jairo Riedewald, Riechedly Bazoer en Kenny Tete neerploffen in hun stoel.
Het begin is aandoenlijk. ‘Mooi plan om terug te kijken op ons bijzondere jaar’, zegt Tete, de oudste van het stel. ‘Maar komt onze foto dan ook op de cover?’ Het verlangen naar een kiekje op de voorpagina vormt een opvallende rode draad deze middag. ‘Laatst stonden Vaclav Cerny en Donny van de Beek op de cover. Leuke foto van die gasten, daar niet van, maar dan komen wij er nu toch ook wel op zeker?’ Het betekent het startsein van een gesprek dat alle kanten opschiet, zo aan het einde van een bijzonder jaar.
Contrast
Tete: ‘In een jaar tijd kan heel veel veranderen. Daar kan ik nu wel over meepraten. Vorig jaar op dit tijdstip zag ik het even helemaal niet meer zitten. Ik speelde alleen maar met Jong Ajax. Voor mijn gevoel al langere tijd op een goed niveau, maar de beloning bleef maar uit. Ik zat nooit bij de eerste selectie. Zo kan ik me nog goed herinneren dat in een bekerduel van Ajax veel jeugdspelers mochten debuteren, maar dat ik ergens achteraf een oefenpotje met de beloften moest spelen tegen een amateurclubje. De waardering was ver te zoeken en bracht me echt aan het twijfelen of ik nog wel een toekomst had bij Ajax.’
Bazoer: ‘We krijgen nu vaak te horen dat we een snelle doorbraak hebben meegemaakt, maar ook voor mij was geduld een schone zaak. Op mijn zestiende mocht ik al met Ajax mee op trainingskamp naar Oostenrijk. Met grote spelers als Christian Eriksen, Toby Alderweireld en Siem de Jong. Een mooie ervaring, maar ik was toen al heel vastberaden dat ik de laatste stap wilde maken. Dat was nog te vroeg, want ik moest me eerst maar eens bewijzen bij Jong Ajax.’
Riedewald: ‘Ik was net zeventien jaar toen ik die bijzondere wedstrijd tegen Roda JC beleefde, waarin ik twee keer scoorde. Daarna bleef het even stil en moest ik me bij de beloften verder ontwikkelen. Geduld hebben, ja, maar in de tussentijd trainde ik wel mee met de selectie. Daardoor voelde ik aan dat mijn tijd nog zou komen. Het was ook zoeken naar de juiste positie. Ik speelde als linksback, als centrale verdediger en op het middenveld. Uiteindelijk merkte ik dat ik dit seizoen mijn kans moest pakken.’
Tete: ‘We hebben zo allemaal ons eigen verhaal. Riechedly kwam er langzaam in en ging nooit meer weg, Jairo kwam snel, verdween weer en staat er nu vast in, terwijl ik moest wachten en wachten. Gelukkig had ik in die tijd met Jaap Stam een trainer met wie ik mijn frustraties kon delen. Hij praatte veel met me, gaf me vertrouwen en ging ook op het veld met me aan de slag.’
Bazoer: ‘Frank de Boer gaf me hoop dat mijn kans snel zou komen. Volgens hem zou ik doorbreken op het moment dat ik een van de besten van Jong Ajax zou zijn. Ik wist dat deze woorden serieus waren, want hij geeft veel jeugdspelers de kans. Het is ook uitgekomen.’
