Technisch directeur Gerard Nijkamp (47) is één van de drijvende krachten achter het succesverhaal van PEC Zwolle. Als voorzitter van het Technisch Platform Eredivisie wil hij het Nederlandse betaalde voetbal verder helpen. Het is vijf voor twaalf. ‘We moeten de komende tijd op een aantal vraagstukken echt een klap gaan geven.’
Zijn jullie door de nederlaag tegen PSV eindelijk van die roze wolk af?
‘Wij hebben nooit op een roze wolk gezeten. Zit je dat namelijk wel, dan kun je niet goed meer analyseren wat er daadwerkelijk gebeurt en daar vervolgens op reageren. Vorig jaar, toen we niet al te best aan het seizoen begonnen, kreeg ik in dezelfde fase van het seizoen het compliment dat het zo rustig was. Mijn antwoord: Het is hier helemaal niet rustig. Het is hier hartstikke onrustig en dat is maar goed ook! Bij een voetbalclub moet altijd reuring zijn. Dat is nu niet anders. Juist als het goed gaat moet je ontzettend scherp zijn en nog meer van elkaar verlangen. John van ’t Schip is daar een voorloper in. Als je te ver meegaat in de euforie, laat je vaak wat liggen.’
Ik ben verrast dat we met PEC na dertien wedstrijden bij de eerste vijf staan, maar niet dat we een stabiel elftal hebben
Maar u geniet wel?
‘Natuurlijk! Wij knijpen onszelf de laatste weken geregeld in de arm. Of ik verrast ben? Ja en nee. Ja, ik ben verrast dat we na dertien wedstrijden bij de eerste vijf staan. Tegelijkertijd ben ik niet verrast dat we een stabiel elftal hebben. Daar is op geselecteerd. We zijn geweldig aan het seizoen begonnen, maar willen méér. PEC heeft wel vaker een goede competitiestart gekend, maar dan was er altijd een dip. Ook dit jaar gaan we wedstrijden verliezen, maar we willen die vrije val voor zijn. Daarom was ik ook zo blij met het gelijkspel bij Vitesse. Een draak van een wedstrijd, maar wij waren content. Niet alleen pakten we een punt (0-0, red.), ook hadden we controle over het duel. Dat is een volgende stap.’