Over het voetbaltalent van Myron Boadu, Calvin Stengs en Owen Wijndal kunnen weinig misverstanden bestaan. In Europa laten de drie jonge boezemvrienden van AZ ook hun andere gezicht zien. Tegen Partizan Belgrado mixten ze hun balvaardigheid met strijdlust en teamgeest.
Saai is het nooit, op de avonden dat AZ dit seizoen Europa intrekt. Met de memorabele ontsnapping in Brussel tegen Antwerp nog vers in het geheugen, schreven de Alkmaarders in Belgrado een nieuw hoofdstuk in hun internationale avonturenboek. Tijdens een wedstrijd die begon op een manier die de ploeg van hoofdcoach Arne Slot kenmerkt: met verzorgd en dynamisch combinatiespel. Maar na de vroege en domme rode kaart van Jonas Svensson – de rechtsback corrigeerde een dekkingsfout door Takuma Asano naar de grond te werken – moest AZ andere kwaliteiten aanboren. ‘Deze wedstrijd heeft de twee gezichten laten zien die wij hebben’, stelde Slot verheugd na de overlevingstocht in het Partizan Stadion. ‘We kunnen heel goed voetballen, als we van achteruit onze aanvallers in stelling brengen. Die weten daar, zeker de laatste tijd, wel raad mee. Maar we kunnen óók ongelooflijk hard werken met elkaar. Er zit spirit in dit team, waardoor we nooit opgeven. Wat de tussenstand ook is, met hoeveel mensen we ook op het veld staan. We hebben de hele wedstrijd kunnen zien waar AZ voor staat.’