Bondscoach Louis van Gaal moet richting het WK nog enkele stevige knopen doorhakken. Deze interlandperiode biedt hem daartoe de meeste tijd. Over controversiële keuzes, slijpen aan een systeem en zoeken naar de ideale driehoek.
I. Speeltijd
In de aanloop naar de eerste interland van zijn derde tijdvak als bondscoach, vorige zomer, wapperde Louis van Gaal driftig met een stapeltje papieren. Daarop stonden tabellen afgedrukt met het aantal speelminuten van veertig potentiële internationals bij hun clubs. Het was een momentje dat meerdere boodschappen herbergde. Dat hij secuur te werk gaat. Dat hij driftig had zitten strepen in de lijst van honderd kandidaat-internationals die zijn voorgangers Ronald Koeman en Frank de Boer hanteerden. En Van Gaal kon er nog even een sneer aan zijn toehoorders bij de persconferentie aan vastplakken: ‘We beoordelen spelers niet op één actie, zoals de media dat doen.’