De Nederlandse jaren van Cheick Tioté
PRO

De Nederlandse jaren van Cheick Tioté

Zij die Cheick Tioté van nabij meemaakten, kunnen het nog amper bevatten: dat zo’n oersterk mens zomaar kan bezwijken. De middenvelder uit Ivoorkust was pas dertig toen een hartaanval hem fataal werd. In Kerkrade en Enschede gaan de gedachten terug naar een ingetogen mens, maar een beestachtige speler. ‘Het was alsof hij voelde dat hij weg zou gaan.’

‘Vroeger op straat vochten we al om Cheick. Iedereen wilde hem in zijn ploeg hebben. Niemand wilde tégen hem spelen, dat was het vooral.’ Met het verdriet in zijn stem verhaalt Sekou Cissé over zijn jonge jaren in Abidjan, de grootste stad van Ivoorkust. Het leven was er grimmig en vaak ongenadig, maar aan de bal konden kinderen zich kind wanen. Cissé speelde eindeloos op straat met de andere jongens uit zijn buurt. Onder hen een klein maar beresterk ventje, van het gezin met negen kinderen verderop in de straat. Hij en Cissé werden vrienden voor het leven, wat in de praktijk bedroevend kort zou zijn.

Als kind was Cheick al heel timide. Maar zodra we gingen voetballen, veranderde hij in een tijger
Sekou Cissé

‘Cheick en ik waren altijd samen’, zegt Cissé. ‘We hadden veel gemeen. Allebei verloren we op jonge leeftijd onze ouders. De vader en moeder van Cheick waren ziek. Voetbal was ons leven. Als kind was Cheick al heel timide. Maar zodra we gingen voetballen, veranderde hij in een tijger. We speelden op straat, zonder schoenen. Maakte hem niks uit. Cheick duelleerde en tackelde om de bal te veroveren. Hij was ongelooflijk sterk, maar kon ook heel goed voetballen.’ De twee vrienden speelden jaren samen voor FC Bibó, een club op 250 kilometer van Abidjan met een in Ivoorkust geprezen jeugdopleiding. Daarna nam Cissé afscheid van Tioté: hij ging voorop naar Europa.

Poort

Tegen de manager die hem onderbracht bij Roda JC zei de aanvaller het herhaaldelijk: ‘Zoek ook een mooie club voor Cheick, hij is de beste van allemaal.’ Tioté ontving binnen de kortste keren een pakketje van zijn kameraad in Kerkrade, met daarin zijn eerste echte voetbalschoenen. Vijf maanden na Cissé tekende ook Tioté een contract in West-Europa. De achttienjarige krachtpatser ging voetballen voor Anderlecht. In Brussel werd drie seizoenen lang vooral zijn geduld getest. Hij kwam tot een handvol optredens in de hoofdmacht, maar verbeet zich vooral bij de reserves. Blessures deden zijn zaak geen goed. In de zomer van 2007 rammelde Roda JC aan de poort bij Anderlecht, op zoek naar betaalbare versterkingen. Tioté was een van de spelers die te huur werden aangeboden. Cissé: ‘Trainer Raymond Atteveld vroeg of ik Cheick kende. Al sinds mijn vijfde, zei ik. Cheick is mijn vriend en hij is geweldig. Haal hem! Ik was zo blij toen we weer gingen samenspelen.’

Met linksbuiten en landgenoot Roland Lamah verruilde Tioté tien jaar geleden Anderlecht voor Roda JC. Ze kregen elk hun eigen appartement in de Bernardushoeve in Ubachsberg, de herberg van Marco van Hoogdalem en zijn vrouw. De oud-speler was al meteen fan van Tioté. Hij kon amper geloven dat de niets-ontziende middenvelder en de schuchtere herbergbewoner één en dezelfde persoon waren. ‘Ik vergeet nooit dat Cheick een avondje weg was geweest en bij terugkomst voor een gesloten poort stond’, vertelt Van Hoogdalem. ‘Die poort was niet eens op slot, je hoefde alleen maar stevig aan een klepel te draaien. Voor een krachtmens als Cheick een makkie, maar hij had er alleen even voorzichtig aan gevoeld. Daarna kon hij op allerlei manieren binnenkomen. Gewoon bij ons aanbellen bijvoorbeeld. Of desnoods een raampje intikken. Maar Cheick ging liever in zijn auto slapen. Mét de verwarming aan, zodat hij de volgende ochtend een lege accu had en ik hem naar de training moest brengen. Hij was in die tijd nog een beetje onnozel. En vooral heel erg verlegen. Ik heb dat jaar geen omkijken naar hem gehad. Niet één keer geluidsoverlast of wat dan ook.’

Hij kon op allerlei manieren binnenkomen, maar ging liever in zijn auto slapen
Marco van Hoogdalem

Tijdens zijn eerste interview met VI oogde Tioté ook als een schooljongen die voor het eerst een spreekbeurt moet houden. Nerveus draaide hij op zijn stoel, ogen gericht op de vloertegels in het oude stadion Kaalheide. Het praten liet hij zo veel mogelijk over aan Lamah, die al iets meer bravoure had. Als Tioté wat zei, dan ging het vooral over het geloof. ‘We zijn verplicht het maximale uit onze mogelijkheden te halen. God heeft Roland en mij de weg naar het voetbal gewezen, nu moeten wij zorgen dat we ons talent optimaal gebruiken’, zei de moslim toen, in 2007.

Cheikh Tioté duelleert op 27 april 2008 namens Roda JC met Feyenoorder Denny Landzaat in de bekerfinale.
Cheikh Tioté duelleert op 27 april 2008 namens Roda JC met Feyenoorder Denny Landzaat in de bekerfinale.

Zweet

Volgens Cissé was Tioté gelukkig in Kerkrade. ‘Met de kou had hij het moeilijk, dat hebben wij Afrikanen allemaal. Maar hij vond de mensen warm en vriendelijk. En hij speelde eindelijk, dat was voor Cheick het belangrijkste. Sommige spelers hadden problemen met de harde aanpak van Atteveld, Tioté helemaal niet. Hij vond het heerlijk om af te zien.’

Martin Koopman, destijds de assistent-trainer, weet het nog goed. ‘Op een dag deden we een oefenvorm, waarbij alle spelers constant in beweging moesten blijven. Zodra er eentje stilstond, ging de bal naar de andere partij. Heel intensief. Na vier sessies van twaalf minuten was iedereen kapot. Raymond zei: “We zijn klaar, tenzij jullie nog héél graag doorgaan voor een vijfde ronde”. Toen was er eentje die eens over zijn gezicht wreef, het zweet van zich afgooide en naar ons knikte. “Let’s go!” En omdat Cheick nog een keer wilde, moesten al die andere spelers er ook aan geloven. Ongelooflijk, wat een beest was dat.’

Eenmansleger Tioté was binnen de krijtlijnen nog erg onstuimig – niet elke tegenstander kegelde hij uit noodzaak omver – maar zijn kwaliteiten stonden buiten kijf. Geïnspireerd door zijn held Edgar Davids denderde de Ivoriaan over de Nederlandse velden. Koopman herinnert zich de gewonnen uitwedstrijd tegen PSV (2-4). ‘Cheick was de baas op het veld.’ Verzorger Norbert Keulen kneep zijn oude handen haast stuk op Tioté. ‘Eén brok spieren was dat, ongelooflijk. Je zou denken dat hij eigenlijk een stuk ouder was, dat had je wel vaker bij Afrikaanse jongens. Eerder hadden we Bernard Tchoutang bij Roda, die was gegarandeerd jaren ouder dan zijn voetballeeftijd. Maar bij Cheick was er geen twijfel. Die had gewoon van zichzelf een kast van een lichaam. Hij was een echte winnaar, kansarm geboren en gehard op straat.’

Je zou denken dat hij eigenlijk een stuk ouder was, maar Cheick had gewoon van zichzelf een kast van een lichaam
Martin Koopman

Ploeggenoten zagen of hoorden Tioté amper. ‘Cheick viel niet op’, zegt toenmalig aanvoerder Marcel Meeuwis. ‘Hij was heel rustig en lief, onderdanig haast. Totdat hij het veld opging. Als je met Cheick een duel aanging op de training, hield je er altijd pijn aan over. Híj had nooit ergens last van. Een sterkere speler heb ik nooit meegemaakt.’ Nou en of, zegt teammanager Ger Senden. ‘Het was alsof je tegen een muur opliep. Cheick was te goed voor Roda, dat hadden we allemaal al snel in de gaten.’

Dit artikel helemaal lezen

Word nu een jaar VI PRO-lid en krijg een gratis special naar keuze cadeau! Mis deze zomer niets met extra exclusieve analyses, extra interviews, extra video's, extra podcasts, extra financiële inzichten en natuurlijk extra Oranje!

Met VI PRO krijg je:
- Exclusieve VI PRO-artikelen, -video’s en -podcasts
- Exclusieve analyses en inzichten
- Exclusieve interviews met spelers en trainers

Dit artikel helemaal lezen

Word nu een jaar VI PRO-lid en krijg een gratis special naar keuze cadeau! Mis deze zomer niets met extra exclusieve analyses, extra interviews, extra video's, extra podcasts, extra financiële inzichten en natuurlijk extra Oranje!

Met VI PRO krijg je:
- Exclusieve VI PRO-artikelen, -video’s en -podcasts
- Exclusieve analyses en inzichten
- Exclusieve interviews met spelers en trainers

Per maand voor   €10,-   

€5,-