De Maurice Steijn-methode: 'Keihard, maar geen tiran'
PRO

De Maurice Steijn-methode: 'Keihard, maar geen tiran'

Maurice Steijn (43) had drie jaar geleden zijn twijfels en trof in zijn omgeving veel vragende blikken: Waar begin je aan? VVV-Venlo dus. De Haagse trainer zette zijn tanden in de kwakkelende club, smeedde een hecht collectief en hoopt daarmee ook in de Eredivisie te stunten.

Veel coaches houden kantoor in klinische, onpersoonlijke lokaaltjes. Maurice Steijn niet. Zijn trainerskamer in stadion De Koel fungeert als minimuseumpje van zijn leven. Aan de wand hangen kindertekeningen. Een carnavalsfoto van Steijn, zijn armen om assistent-trainer Jay Driessen en manager voetbal Stan Valckx. De trainer van VVV is verkleed als sjeik. Een getekend portret van The Rolling Stones, zijn muzikale helden. In Arnhem ziet Steijn de oude rockers binnenkort voor de vijftiende keer live spelen. Een ingelijst krantenartikel over de week dat hij als beginnend trainer stage mocht lopen bij het Real Madrid van José Mourinho. Citaat: ‘Ik ben onder de indruk geraakt van zijn omgang met spelers. Iedereen telt voor hem mee. Hij maakt een praatje met de wissels, legt een arm om de jeugdspelers heen.’ Een foto met de Haagse iconen en leermeesters Dick Advocaat, Martin Jol en Lex Schoenmakers. Op de kast ligt een stapel boeken. De visie van Louis van Gaal. Teambuilding volgens Rinus Michels. De biografieën van Sir Alex Ferguson en Barry Hay. Herinneringen aan Het Zuiderpark. De creatiespiraal. Zeven eigenschappen die jou succesvol maken! De meest gestelde vragen aan een paragnost. Op het tactiekbord heeft de trainer een balans geschetst, met het woord angst aan het ene en vertrouwen aan het andere uiteinde. ‘Tegen de topploegen moeten we voorzichtig zijn, tegen de andere ploegen zijn we kansrijk als we met lef spelen.’ Op een white-board een tekstje dat zijn dochter er maanden geleden op achterliet. ‘Er zijn miljoenen vaders, maar jij bent de allerbeste.’ Wie het kamertje overziet, weet dat er drie personages in Maurice Steijn schuilen: familieman, vakidioot en levensgenieter. In die volgorde.

Genieten van de prijs als beste trainer.
Genieten van de prijs als beste trainer.

Het is niet gebruikelijk dat trainers zich profileren als gezinsmannen. U doet daar nooit geheimzinnig over.

‘Waarom zou ik ook? Mijn vrouw en kinderen zijn voor mij heel belangrijk. Ik wil best nog eens het avontuur aangaan in het buitenland, maar niet zonder mijn gezin. Drie jaar geleden was dat een van de redenen dat ik twijfelde over VVV. Mensen dachten dat ik het moeilijk vond om Den Haag te verlaten, maar dat is onzin. Ik ben helemaal niet zo gehecht aan de stad. Maar wel aan mijn gezin. Mijn twee kinderen gaan in Den Haag naar school, mijn zoon speelt in de jeugd bij ADO, ik kon ze dus niet meenemen naar Limburg. Gelukkig is die afstand nog wel goed te overbruggen. Ik woon nu al drie jaar in een hotel, waar ik gemiddeld vier nachten per week slaap. Die andere drie nachten ben ik thuis in Den Haag. Die autokilometers heb ik er graag voor over. Het lukt me aardig om het voetbal met mijn gezinsleven te combineren.’

U stond sowieso niet meteen te trappelen van enthousiasme toen VVV aanklopte.

‘Ik heb eerst twee keer nee gezegd. VVV was op dat moment op allerlei gebieden een stap terug voor me. Van Eredivisie naar Jupiler League. Ik wist dat de club financieel in het nauw zat en fors moest snoeien. Het spelersbudget ging die zomer terug van 2,1 miljoen naar één miljoen euro. Ik kende de spelersgroep en de staf niet. Persoonlijk zou ik er financieel ook enorm op moeten inleveren. Ik was op non-actief gezet bij ADO, maar mijn contract liep nog wel gewoon anderhalf jaar door. Ook had ik al wat afspraken gemaakt voor analysewerkzaamheden op tv. Als beginnend trainer kon ik me eigenlijk geen misstap veroorloven. Ik vond VVV een sympathieke club, alleen al vanwege het authentieke stadion, maar de risico’s waren overduidelijk.’

Wat gaf de doorslag?

‘Stan Valckx bleef volhouden. Ben ik toch nog voor een derde keer naar Venlo gereden. Dat werd een heel prettig gesprek. Ik kreeg de mogelijkheden en onmogelijkheden voorgeschoteld, terwijl ik op mijn beurt heel duidelijk was over de manier waarop ik als trainer wil werken: met z’n allen, plezierig, maar tegelijkertijd heel ambitieus en professioneel. Precies wat ze bij VVV zochten. Ik wilde heel graag weer aan het werk, bewijzen dat ik een trainer ben die goed voetbal met resultaten kan combineren. Uiteindelijk hebben Stan, voorzitter Hai Berden en directeur Marco Bogers me weten te overtuigen met hun verhaal, dat ze de club weer stapje voor stapje wilden opbouwen. Het begin was moeilijk, hoor. De selectie vond ik te groot, te duur, te zwak, niet in balans. Van de 29 spelers van toen zijn er nog maar drie over: Jerold Promes, Danny Post en Vito van Crooy, die destijds nog A-junior was. De rest hebben we allemaal doorgeselecteerd.’

Er zijn genoeg mensen binnen VVV die me bikkelhard vinden, maar ik ben geen tiran

En niet altijd op een zachtzinnige manier. Spelers als Aziz Khalouta en Selman Sevinç vertrokken na conflicten.

‘Ik heb in mijn carrière van veel spelers afscheid genomen, om verschillende redenen. Soms omdat ze het groepsproces negatief beïnvloedden. Ik heb het altijd uitgelegd. En met vrijwel al mijn oud-spelers heb ik nog contact. Aziz was de eerste die me een felicitatieberichtje stuurde na het kampioenschap. Je moet die botsingen dus ook niet overdrijven. Ze horen erbij in het voetbal, zeker bij mijn manier van werken. Stan haalde mij juist vanwege mijn directe manier van coachen en leidinggeven: “Jij moet zorgen dat in alle facetten van de club de scherpte terugkomt”. Van spelers en stafleden tot aan het kantoor-personeel ben ik alle mensen op hun verantwoordelijkheden gaan wijzen. Ervoor zorgen dat we allemaal dezelfde kant opgaan. Zonder dat ik autoritair ben of wil zijn. Nee is ook een antwoord. De meiden op kantoor hebben een A4’tje met die spreuk aan de muur gehangen. Er zijn genoeg mensen binnen VVV die me bikkelhard vinden, maar ik ben geen tiran. Wel iemand die duidelijk wil zijn. Ik vraag veel van mijn spelers, omdat ik weet dat ze sterker, beter en fitter worden als ze doen wat wij als staf van ze vragen. Buiten de lijnen geef ik ze alle vrijheid. Ik controleer niet wat jongens in hun eigen tijd uitspoken. Als iemand te laat komt, hoeft hij niet bang te zijn dat hij zijn plekje kwijtraakt. Ik werk met volwassen kerels en behandel ze dus ook niet als kleine kinderen. Met boetes dreig ik nooit.’

Behalve als iemand het woord ‘kanker’ als krachtterm gebruikt.

‘Bij ADO en bij VVV heb ik direct gezegd: Als je dat doet, stuur ik je een week weg. De maximale boete erbovenop, geld dat doorgaat naar het kinderkankerfonds. In Den Haag is dat woord normaal, iedereen roept het, maar ik kan er niet tegen. We krijgen allemaal met die ziekte te maken in onze omgeving. Gelukkig heb ik die boete nog nooit hoeven uitdelen. En verder eis ik maar één ding van mijn spelers: dat ze zich op het veld volledig inzetten. Dat is de basis, daarop zal ik altijd scherp blijven. Wie daarin niet mee wil, kan vertrekken. Maar we doen er alles aan om zulke situaties te voorkomen. Als je weet dat je niet de beste spelers kunt aantrekken, dan moet je in elk geval zorgen dat je de juiste karakters binnenhaalt.’

Dat probeert toch elke club?

‘En toch gaat het vaak mis. Wij selecteren echt heel zorgvuldig op persoonlijkheid. Voordat ik groen licht geef voor een speler, informeer ik vaak eerst bij oud-trainers, zaakwaarnemers, voormalig ploeggenoten. Ik laat mensen kijken naar trainingen. Hoe reageert zo’n jongen op een assistent, hoe gedraagt hij zich ten opzichte van de materiaalman? Tegen de hoofdtrainer zijn spelers altijd poeslief. Als iemand een flesje water op de grond smijt voor de voeten van een verzorger, dan hoef ik hem al niet.’

Ik let heel erg op lichaamstaal. Wegwerpgebaren bijvoorbeeld, ik gruwel ervan

Ook niet als het een heel goede voetballer is?

‘Het is nog niet concreet voorgekomen, maar geloof me: gedrag van spelers vind ik zo belangrijk. Kwaliteiten staan daar los van. Ik hecht ook heel veel waarde aan het persoonlijk gesprek voor een eventuele overgang. Als dat niet lekker loopt, dan zal ik niet schromen mijn verlies te nemen en afscheid te nemen. Het wij-gevoel is wat ons sterk heeft gemaakt, ik kan niet toelaten dat nieuwkomers dat proces gaan ondermijnen. Ik wil geen spelers hebben die zich beter of anders voordoen dan de rest. Als trainer maak ik geen onderscheid tussen de topscorer en de reservekeeper. Ik behandel iedereen op dezelfde manier. Henk ten Cate, de beste trainer die ik heb gehad, deed het vroeger ook zo bij NAC. Ik waardeerde hem zeer vanwege zijn duidelijkheid, en omdat hij iedereen over één kam scheerde.’

De huidige VVV-selectie telt zes gehuurde spelers. Krijg je daar als trainer moeilijker grip op?

‘Ook alle huurlingen en de clubs waar ze vandaan komen, weten: als jongens niet mee willen, dan stuur ik ze gewoon terug. Ik ben allergisch voor spelers die zich anders gedragen. Houdinkjes, maniertjes. Heb ik echt een hekel aan.’

Buitenbeentjes zijn vaak ook de spelers die het verschil maken tijdens een wedstrijd.

‘Prima als spelers zich onderscheiden met hun manier van voetballen, maar dat wil niet zeggen dat ze zich afwijkend moeten gedragen. Ik let heel erg op lichaamstaal. Wegwerpgebaren bijvoorbeeld, ik gruwel ervan. Vooral naar mede-spelers. Als op de training iemand met zijn handen omhoog staat omdat hij de bal een keer niet krijgt, dan grijp ik meteen in. Weg met dat alibigedrag. We doen het met elkaar en mensen kunnen fouten maken. Ik kan er trouwens ook niet tegen als ze een duim omhoog steken terwijl een bal tien meter over vliegt. Goed is goed en slecht is slecht. Ik wil dat spelers normaal doen.’

Ik heb een hekel aan spelers die excuses zoeken

Is Jens Toornstra het ideaalbeeld?

‘In ieder geval een heel mooi voorbeeld, dat ik hier nog vaak aanhaal. Ik heb Jens zelf gescout bij Alphense Boys en op zijn twintigste als amateur naar ADO gehaald. Als je zo laat pas in het betaalde voetbal terechtkomt, dan is het zaak dat je de juiste mentaliteit hebt. Bij Jens was dat vanaf het begin duidelijk. Hij werkte altijd hard en was kritisch op zichzelf, maar ook op zijn medespelers. Op een goede manier. Nooit wijzen. Ik heb een hekel aan spelers die excuses zoeken. Die altijd maar in de slachtofferrol kruipen en niet in de spiegel kijken. Zelf kijk ik na een teleurstellende wedstrijd altijd eerst naar mijn eigen keuzes: tactiek, opstelling, wissels.’

Anderhalf jaar geleden maakte u na een nederlaag tegen Jong PSV anders wel gehakt van de arbitrage. ‘Snotneus’ was nog het aardigste wat u over scheidsrechter Steven van der Vrande zei.

‘Daar ben ik niet trots op. Ik heb juist heel veel respect voor scheidsrechters en hun assistenten, ze hebben een waanzinnig moeilijke taak. Ik vind het knap hoe vaak ze het wél bij het juiste eind hebben. Maar die avond werd ons gewoon onrecht aangedaan. We verloren de wedstrijd door twee foute beslissingen en konden het gat met koploper Sparta daardoor niet terugbrengen tot drie punten. Dan ben ik wel iemand die heel emotioneel kan reageren. Het wordt minder naarmate ik ouder word, maar soms laat ik me gaan. Ik heb er toen voor moeten bloeden, werd geschorst door de KNVB en legde mezelf een boete op. Mijn ploeg werd de dupe van mijn uitlatingen en dat is nooit goed.’

Instructies voor Torino Hunte tijdens het thuisduel met Sparta Rotterdam op 12 augustus.
Instructies voor Torino Hunte tijdens het thuisduel met Sparta Rotterdam op 12 augustus.

Daarna vierde u carnaval in een scheidsrechterspakje, met het woord ‘snotneus’ op de rug.

‘Zelfspot, moet kunnen. Overal het maximale proberen uit te halen, maar wel met een vleugje gemoedelijkheid. Dat is wat VVV is en dat is wat bij mij past. Sfeer en plezier zijn heel belangrijk, ook tijdens de trainingen. We lachen volop. Nu het goed gaat, maar ook in moeilijke tijden. De carnavalstraditie heb ik ook aangegrepen om de saamhorigheid te versterken. Elk jaar gaan we één dag samen op stap, iedereen verplicht verkleed. Onze homogeniteit is onze grote kracht. Dat geldt voor de spelersgroep, maar ook voor de staf. Ik werk heel prettig samen met uitstekende mensen. Iemand als Jay Driessen (assistent, red.) is zo belangrijk voor me. Hij vormt de rode draad binnen deze club.’

Toch liet u zijn portret weghalen uit de kleedkamergang.

‘Haha, klopt. Hier hingen allemaal foto’s van dertig, veertig en vijftig jaar geleden. Mooi, hoor. Maar halverwege vorig seizoen, toen iets heel moois groeide binnen onze groep, dacht ik: Ruim baan voor de helden van nu. Ben ik met onze clubfotograaf op mijn hotelkamertje avond aan avond portretten gaan uitzoeken van al onze spelers. De ochtend voor de thuiswedstrijd tegen MVV, toen tweede, hebben we met alle stafleden in het geheim de foto’s in het stadion vervangen.’

Moest de arme keeperstrainer John Roox zijn eigen portret verwijderen.

‘Vond John niet zo leuk. Dat portret staat nu bij hem thuis. Maar onze spelers vonden het prachtig. Ze kwamen die dag op de club, zagen zichzelf aan de wand en kregen een extra boost. Zorg dat die foto’s hier over veertig jaar nóg hangen, zeiden we. We wonnen die dag met 2-1 van MVV, door een goal in blessuretijd. Een doorbraak op weg naar de titel.’

Maakte u zich zorgen toen na de promotie versterking lang uitbleef?

‘We gingen met zestien spelers op trainingskamp en konden geen enkele keer elf-tegen-elf spelen tijdens de training. Dat is niet ideaal. Maar niet zo erg als clubs die lukraak spelers halen uit alle windstreken. Dan krijg je nooit een eenheid. Ik weet van mezelf dat ik geen trainer ben die met een groot aantal buitenlandse spelers en nationaliteiten moet werken. Met mijn aanpak van kort op de spelersgroep zitten, van heel veel interactie, heb ik behoefte aan zoveel mogelijk Nederlandstalige spelers. De buitenlanders die we halen, moeten meerwaarde hebben. En dat is bij ons het geval. Onze Duitse keeper en de spits, Lars Unnerstall en Lennart Thy, zijn kwalitatief en mentaal echte versterkingen. Met het kleinste budget van de Eredivisie hebben wij heel slim zaken gedaan. Tijdens de voorbereiding zag ik al iets moois groeien, en dat gevoel is tijdens de eerste drie competitiewedstrijden alleen maar versterkt.’

De start met zes punten uit drie duels heeft de verwachtingen aangewakkerd.

‘Ik wist vooraf dat we geen kanonnenvoer zouden vormen in de Eredivisie. Met de tiende begroting van de Jupiler League werd dit team kampioen, met afstand. De kern is intact gebleven. Clint Leemans weet wanneer Moreno Rutten opkomt en waar Ralf Seuntjens de bal wil hebben. Onze speelwijze is duidelijk. We kunnen minder op de aanval spelen dan in de Jupiler League, daarvoor zijn de meeste tegenstanders simpelweg te sterk, maar we willen het optimale halen uit de momenten dat we ons eigen spel kunnen spelen. We hebben die zes punten niet gehaald door voor de pot te blijven hangen. Ik ben vooral trots op ons spel tegen FC Twente, waar we de keeper tot het laatst onder druk hebben gezet en hun spelers bleven dwingen tot foute passes. Onze officiële doelstelling is en blijft overleven. Maar als we zo doorgaan en een hechte groep blijven, dan kunnen wij wegblijven van die onderste plaatsen. De thuiswedstrijd tegen Ajax heeft daar niks aan veranderd. Zeker een uur lang hebben we heel goed partij geboden. Helaas ging het na afloop vooral over ons kunstgras.’

De spelers van VVV-Venlo vieren met hun supporters de 3-0 overwinning op Sparta Rotterdam tijdens de eerste speelronde van deze competitie.
De spelers van VVV-Venlo vieren met hun supporters de 3-0 overwinning op Sparta Rotterdam tijdens de eerste speelronde van deze competitie.

Dat veld moet u toch ook een doorn in het oog zijn?

‘Het was inderdaad geen gezicht, met die zwarte stofwolken bij elke sliding. Het is nog even zoeken, deze mat is pas nieuw. Ons vorige veld kon niet meer, dat was versleten. Wat er nu ligt is in principe een heel goed veld. De spelers zijn mijn graadmeters, zij zijn tevreden. Het is wel een veld dat snel opdroogt. Mijn spelers zijn eraan gewend, op hun verzoek hebben we niet gesproeid in de rust tegen Ajax. Maar door de warmte die dag werd het veld wel heel erg stroef. Ik snap het tumult erover wel, deze mat is ook geen goede reclame voor VVV. We zijn nu in gesprek met de leverancier om in ieder geval het aantal korrels flink te verminderen. Voor mij gaat niets boven een goed grasveld. Kunstgras is een keuze van de club, die heb ik te accepteren...’

U kijkt liever naar Vito van Crooy, een smaakmaker tijdens de eerste weken van dit seizoen.

‘Ik geniet van hem. De jongens uit de opleiding van VVV zijn allemaal zo rustig en bedeesd. Heel anders dan wat ik gewend was bij ADO, waar jeugdspelers veel gebekter en brutaler zijn. Neem Tristan Dekker, die ik van Den Haag naar Venlo heb gehaald. Die speelde zich hier op zijn achttiende vol bravoure in de basis. Zulke types komen hier niet door. Maar Vito is anders, een Venloos straatschoffie. Buiten het veld is ook hij wat timide, maar binnen de lijnen doet hij alles om te winnen. Er zit zoveel gif in. Hij ondergaat voetbal niet, hij beleeft het. Dat zie ik graag bij spelers. Wat ik mijn ploeg altijd voorhoud: verliezen is niet erg, maar speel met passie en overtuiging.’

Kampioen worden met VVV is het mooiste wat me in het voetbal overkomen is

Vorig jaar was u bijna teruggekeerd bij ADO. Commissaris Martin Jol pleitte voor uw aanstelling, maar op advies van Dick Advocaat koos de club voor Zeljko Petrovic.

‘Klopt. Na twee jaar VVV stond ik er wel voor open. Achteraf ben ik heel blij hoe alles gelopen is. Kampioen worden met VVV is het mooiste wat me in het voetbal overkomen is. Mooier dan de titel winnen als speler van NAC, mooier dan Europees voetbal halen als trainer van ADO. Het succes met VVV is iets wat ik vanaf het begin mee heb opgebouwd, waar we met een klein groepje elke dag keihard voor hebben gewerkt. Ik ben er zo trots op. Het moment dat ik als eerste de schaal mocht tonen aan de mensen in Venlo, op aandringen van spelers en staf, zal ik nooit vergeten. Dat moment was zo emotioneel en de ontlading bij heel veel mensen zo groot.Het kampioenschap was een geweldige teamprestatie, van iedereen binnen de club. Prachtig.’

Een keer bij een mooie subtopper werken, dat lijkt me wel wat

Was dat eigenlijk niet een ideaal moment om afscheid te nemen?

‘Misschien wel, maar de Nederlandse clubs waarvoor ik VVV zou willen verlaten, waren in de zomer allemaal bezet. Verder bleef het bij speculaties, zoals over Ipswich Town. Ik richtte me op mijn eigen club, waarmee ik sinds de promotie over een nieuw contract sprak. Al mijn aandacht gaat nu uit naar VVV, ik werk hier met zoveel plezier. Tegelijkertijd heb ik mijn ambities. Als voetballer was ik zeer beperkt en als speler van NAC werd ik op mijn 27ste al afgekeurd. Als trainer denk ik verder te kunnen komen. Een keer bij een mooie subtopper werken, dat lijkt me wel wat. Een club waar al veel dingen geregeld zijn. Wie weet wat er na dit seizoen gebeurt. Als we ons handhaven met VVV, dan leveren we allemaal een megaprestatie.’

Waarom ligt er een boek over paragnosten op uw trainerskamer?

‘Niet omdat ik zo spiritueel ben ingesteld. Het was een cadeautje van de schrijver, Peter van der Hurk. Ik ken hem uit het Haagse. Maar ik heb er nog geen letter in gelezen.’

Gerelateerde artikelen