Bij SC Heerenveen geloven ze in een coach die zijn spelers vernedert
PRO

Bij SC Heerenveen geloven ze in een coach die zijn spelers vernedert

Afgelopen week ontstond er op Facebook en Twitter grote opwinding over een gefilmde donderspeech van Paul Raveneau, voormalig jeugdtrainer en hoofd jeugdopleiding van FC Groningen. Hij spreekt, midden in een gymzaal, de A-junioren van SC Heerenveen toe, omdat hij niet tevreden is over de getoonde inzet tijdens een oefening.

Opwinding op Twitter en Facebook betekent vaak helemaal niets. Op Twitter kunnen ze vier dagen discussiëren over een komkommer die vlak achter een heel lief poesje ligt. Op Facebook plaatst iemand een foto van vier schele kinderen en daarna zeggen vierduizend mensen onder de foto dat ze nog nooit zulke mooie kinderen hebben gezien. Het zegt dus weinig, die opwinding.

Toch klikte ik op het filmpje en keek daarna verbijsterd naar een schreeuwende psychopaat vlak voor een groep jongens die graag voetballen. Paul Raveneau spreekt de spelers toe alsof ze in Birma, onder toezicht van een aantal sadistische bewakers, een spoorlijn moeten bouwen. In dit ene filmpje zit alle gekte die het prachtige spelletje voetbal langzaam van binnen uit wegvreet.

Bij SC Heerenveen geloven ze in een coach die zijn spelers vernedert. Want dat is wat er in dit filmpje gebeurt. Een korte beschrijving voor de lezers die het fragment nog niet zagen. Paul Raveneau haalt een jongen voor de groep en zegt: ‘Ik wil nu dat je eerlijk tegen de spelers zegt wat je over ze denkt.’ De jongen twijfelt. ‘Kom op dan, aardige Sloveen!’, bijt Raveneau hem toe. De trainer eist dat er schuldigen worden aangewezen en de Sloveen moet dat doen, met de steeds harder schreeuwende Raveneau in zijn nek.

De trainer blijft maar roepen dat er niet honderd procent is gegeven tijdens een oefening. Hij legt ook uit, hard schreeuwend, hoe hij dat zo zeker weet. Er werd gelachen tijdens de oefening. En lachen mag niet bij SC Heerenveen. Voetballen en ontspanning, dat moet worden afgeleerd.

Het is een schrijnend filmpje. Voor de groep jongens staat iemand die hulp nodig heeft. Iemand die gelooft dat voetbal altijd grimmig moet zijn. Raveneau gelooft in het verraden van je vrienden. Hij haat plezier. Alleen na een flinke vernedering komt het presteren. Een van de jonge spelers, die zegt dat hij wél honderd procent heeft gegeven tijdens de oefening, wordt tegen de borst geduwd. Het is niet wat de trainer wil horen. Hij wil de Heerenveen-jongens horen zeggen: Wij zijn het vuil der aarde. Wij verdienen niet te leven. Wij gaven 86 procent en daarom accepteren wij deze vernedering. Wij smeken om een brandmerk. Wij willen dat de trainer een ijzeren stempel in het vuur houdt en het daarna op ons voorhoofd drukt. Wij willen, net als dieren, een rokend en sissend merkteken in ons voorhoofd. 86 procent... Wij verdienen niet anders.

Het erge is: ik overdrijf niet eens. Al u de kans krijgt, kijk het filmpje dan op YouTube en oordeel zelf. Paul Raveneau is een man die geniet van vernedering. Maar vooral is Paul Raveneau een man die denkt dat alles om Paul Raveneau draait. Hij is ervan overtuigd dat alles goed komt met die jongens als ze hem haten en als hij ze maar genoeg de stuipen op het lijf jaagt.

Als Hans van Breukelen, zelf ook niet vies van een beetje drammerige demagogie, echt wil dat het Nederlandse voetbal de goede kant op gaat, dan reist hij vandaag nog af naar Raveneau en vraagt hij hem wat er verkeerd is gegaan in die kleine hersentjes.

Het verdrietigst om te zien is de lijdzaamheid van de spelers. Ze zijn het blijkbaar gewend. Zo doen sommige coaches nu eenmaal. Zeker als er een camera op ze wordt gericht. Je ziet het aan de A1 van SC Heerenveen. Ze ondergaan deze zoveelste vernedering gelaten. Zij zijn er voor de coach en niet omgekeerd. Zo zit het moderne voetbal blijkbaar in elkaar. Je laat je voor een schamel salaris de hele week verrot schelden door een sociale psychopaat.

Ik heb het verhaal al eerder verteld en blijf het ook net zo lang vertellen totdat dit soort absurde uitwassen tot het verleden behoren. Mijn zoon speelde als elfjarige bij AZ. Ze hadden een uitwedstrijd in Utrecht. Onderweg passeerden zij met het spelersbusje De Arena. Een van de jongetjes zei: ‘Mooi stadion.’ De trainer liet de bus stoppen. Op de vluchtstrook moest de jongen uitstappen en aan al zijn teamgenoten zijn verontschuldigingen aanbieden. Het Ajax-stadion is niet mooi, moest hij zeggen. Hij was even vergeten dat je bij AZ altijd Ajax moet haten.

Andere situatie. Mijn zoon had gescoord tegen een club uit Den Helder. Hij juichte. Dat kwam hem in de kleedkamer op een woedende verbale oorwassing te staan van hoofd jeugdopleiding Aloys Wijnker, die nu ergens in Engeland kinderen staat uit te schelden. Nooit juichen, was de boodschap.

Waarom begrijpt geen een van de genoemde potentaten dat het veel leuker is als voetballers lachen, als ze voor je door het vuur gaan? Waarom wordt verlies niet geaccepteerd? Waarom zijn ze altijd razend en vernederen ze op de momenten dat het er nauwelijks toe doet? En waarom verheffen ze nooit hun stem als het echt een keer nodig is?

Justin Kluivert, die na de verloren Europa League-finale breed lachend luistert naar een verhaal van José Mourinho en daarmee zijn eigen coach kleineert, die mag van mij binnenkort een pittig gesprek hebben met Peter Bosz. Zonder geschreeuw. Alleen maar de vraag: Waarom zo gezellig vlak na de verloren finale? Als Justin daar een goed antwoord op kan geven: Zand erover.

Trainers als Paul Raveneau maken heel veel kapot. Deze sociaal gemankeerde figuren hebben niets te zoeken bij een spelletje dat zo veel plezier kan brengen.