Tijdens de veertiende editie van de Pacific Games in 2015 was een van de deelnemers het team van Micronesië Onder-23. De spelers bereidden zich voor op straat, tussen de auto’s, want veel voetbalvelden zijn er niet in Micronesië.
Het team, bestaande uit jonge, opvallend iele spelers, stond onder leiding van de Australiër Stan Foster, een man bij wie het geheim van zijn ijzeren optimisme in zijn snor moest schuilen
Drie poulewedstrijden speelde Micronesië Onder-23 dat toernooi, tegen Tahiti, Fiji en Vanuatu. Ze gingen alle drie verloren.
Met 0-30, 0-38 en 0-46.
In de rust van de tweede wedstrijd, tegen Fiji, werd doelman Walter Pengelbew na 21 tegendoelpunten gewisseld. Omdat Foster maar één keeper had kunnen meenemen, stond de tweede helft middenvelder Dominic Gadad in het doel. Een prima ingreep; Gadad kreeg na rust nog maar zeventien doelpunten tegen.*
Ik moest aan Micronesië en Foster en Walter Pengelbew denken toen ik vrijdagavond de uitslag van PEC Zwolle-FC Den Bosch zag.
13-0.
Hij is nog jong, Konrad Sikking-Stanislawczyk, alles moet nog beginnen. Tweede keepers moeten geduld hebben, in stilte hopen op klein ongemak bij doelman nummer één. En dan komt die dag, die wedstrijd, die kans...
De Pengelbew van dienst heette Konrad Sikking. Voluit: Konrad Sikking-Stanislawczyk. Geen tweede-keeper-naam, vind ik.