Ondertussen in China: 'Ik ben groen, ik mag naar de groenteboer'

Ziet ook Joop Gall, de Nederlander die afgelopen november in China aan de slag ging als voetbaltrainer op een hogeschool in Zhengzhou, ongeveer zeshonderd kilometer van de eerste virusbrandhaard. Nog amper gesetteld in het Aziatische land zag de oud-speler van FC Groningen om zich heen alles stilvallen vanwege coronavrees. Hij waande zich plotseling in een macabere film, zo vertelde hij een maand geleden in VI. Gall deed zijn verhaal thuis in Muntendam, waar hij in allerijl naartoe was gevlucht op het moment dat de gezondheidscrisis in China een piek bereikte. In Nederland was op dat moment nog geen coronabesmetting vastgesteld. Dat was slechts een kwestie van tijd, wist ook Gall.

En, zo waarschuwde hij aan het einde van het interview: ‘Als het eenmaal zo ver is, en de mensen in Nederland krijgen ook te horen dat ze thuis moeten blijven, dan vraag ik me af wat er gebeurt. Want ik weet hoe wij hier zijn. Wij zijn geen Chinezen, die dan gedisciplineerd doen wat van ons wordt gevraagd. Ik vrees dat het virus zich binnen de kortste keren door heel Nederland zal verspreiden.’ Nu is corona in Nederland, en Gall weer in China. Begin deze maand kreeg hij te horen dat de situatie in Zhengzhou onder controle was, dat scholen en sportclubs over niet al te lange tijd vermoedelijk weer opengaan en dat hij zijn taken als trainer weer kon gaan opstarten. Gall nam afscheid van zijn vrouw en drie kinderen, in de hoop dat een hereniging niet al te lang op zich zou laten wachten, en stapte in het vliegtuig. Eenmaal in Zhengzhou werd hij, zoals hem vooraf was medegedeeld, direct in thuisquarantaine geplaatst. Twee weken lang zat hij in isolatie in zijn appartement, op 27 hoog. Met meer restricties dan in Nederland vooralsnog aan de orde zijn.