Noah Abid (21) laat via zijn telefoon zien waar hij is beland. De zon schijnt fel, links en rechts staan palmbomen en er is een training aan de gang op een kunstgrasveld. Hij zit op het trainingscomplex van de Tunesische topclub CS Sfaxien. De Nederlander die in de jeugd van Manchester City en Ajax voetbalde, maakte onlangs de verrassende overstap naar het Afrikaanse continent. ‘Ik zag het niet zitten om achter de kassa te gaan werken’, zegt hij. ‘Ik wil voetballer zijn en het enige waar dat nog kon was in Tunesië.’
Het verhaal van Abid begint 21 jaar geleden in Den Haag. Al snel verhuisde hij met zijn ouders richting België. Daar valt het talent van de jonge voetballer al snel op en komt hij in de jeugdopleiding van Germinal Beerschot terecht. Zijn ouders gingen uit elkaar, waarna zijn vader vertrok naar Engeland om een nieuw leven op te bouwen. Noah bleef in eerste instantie achter bij zijn moeder. ‘Toen ik acht jaar was kon zij niet meer voor me zorgen’, vertelt Abid. ‘Financieel ging dat niet en ze had vaak geen tijd om me naar school te brengen.’ Zijn vader had het beter voor elkaar, aangezien hij een restaurant en nachtclub runde. Om die reden maakte Abid de oversteek naar Engeland.
Manchester City
Op een schoolvoetbaltoernooi liet Abid zien dat hij een aardig balletje kon trappen. Hij werd speler van het toernooi en hoorde naderhand van een leraar dat hij was gescout door Manchester City. Na een stage tekende hij een driejarig jeugdcontact bij de huidige miljardenploeg. Hij kwam in een elftal terecht met jongens als Omar Rekik en Phil Foden. ‘Elk toernooi dat we speelden werd Phil verkozen tot speler van het toernooi’, lacht hij. ‘Letterlijk elk toernooi. Hij was zo snel en had zo’n lekkere linkerpoot. Echt niet normaal.’ Abid begint te lachen: ‘Slijmen kon hij ook goed. Als hij een dagje vrij kreeg met zijn team, vroeg hij aan de trainer van een lager team of hij daar mocht meetrainen. Daarmee scoor je natuurlijk ook wel pluspuntjes.'
Gerelateerde artikelen
