Na bijna zes competitieloze maanden gaat vrijdag de bal weer rollen. Met de aftrap in de Keuken Kampioen Divisie zet competitiemanager Jan Bluyssen voorlopig echter nog geen punt achter een bizarre periode. ‘Het zal een heel grillig seizoen worden.’
Komende vrijdag start een bij voorbaat historische voetbaljaargang. Jong FC Utrecht en FC Eindhoven trappen dan een pandemie-seizoen in gang waarin het afgelastingen en quarantaines zal gaan regenen. Vorig seizoen werden voor het eerst sinds de Spaanse Griep en de Tweede Wereldoorlog op grote schaal competities stilgelegd, maar in tegenstelling tot destijds is er anno 2020 uiteraard geen tijd meer om het einde van de crisis af te wachten. Dat zou het betaalde voetbal niet overleven. 'We leven in een geschiedenisboek' opent competitiemanager Jan Bluyssen van de KNVB. De man die in feite zes maanden lang geen competitie te managen had, was toch drukker dan ooit. Maandenlang werd koortsachtig vergaderd met burgemeesters, politie en GGD om te realiseren dat de competities weer van start mochten. Stapels protocollen over gedesinfecteerde wedstrijdballen en gepersonaliseerde bidons moesten worden geproduceerd en daarnaast moest Bluyssen ook nog een coronaproof speelschema in elkaar zien te draaien. 'Daar heb ik echt wakker van gelegen. Het leek niet te kunnen. Zelfs de supercomputer in Spanje die we daarvoor gebruiken, liep telkens vast.'