Hoe AZ innoveert in de jeugdopleiding
© Pro Shots
PRO

Hoe AZ innoveert in de jeugdopleiding

Volgens Louis van Gaal zet AZ een nieuwe standaard in opleiden neer, Real Madrid komt jaarlijks op werkbezoek en de basisploeg bestaat grotendeels uit eigen kweek. Wat doet de innovatieve club anders dan de anderen? En wie is het relatief onbekende hoofd jeugdopleiding? Hijzelf, Paul Brandenburg (41), geeft antwoord.

Hoe moeilijk is het innovatief te zijn in de conservatieve voetbalwereld?

‘We zijn niet bezig met hoe conservatieve mensen naar ons kijken. Het klopt dat je in de voetballerij je hoofd op het hakblok legt, als je veel met innovatie bezig bent. Wij geloven honderd procent in de visie waarmee we werken met talenten, trainers en specialisten. We kunnen niet achterover leunen, dan worden we opgeslokt door de grote clubs. Wij moeten dingen anders aanpakken dan de rest. Wij hebben nog niet de budgetten van de clubs die boven ons staan en zullen dus naar andere oplossingen en manieren moeten kijken om het gat te verkleinen. De voetbalwereld zal altijd wel wat conservatief blijven omdat de belangen zo groot zijn. Des te meer proberen wij uit te blinken in waar we goed in zijn. Dus zijn we constant bezig onze horizon te verbreden.’

Ook richting andere sporten?

‘Zeker. In het voetbal is dat minder gebruikelijk. Nou, we zijn op Papendal langs geweest. Daar werken topsporters dag in dag uit voor dat ene ding: een gouden plak op de Olympische Spelen. Hoe werken ze, hoe worden ze begeleid? Je hoeft niet alles klakkeloos te kopiëren, we pikken de dingen eruit die voor ons nuttig kunnen zijn. Dat brede gezichtsveld zie je al langer terug binnen AZ. De vroegere directeur Toon Gerbrands kwam uit het volleybal, zijn opvolger Robert Eenhoorn uit het honkbal. Hockeyer Teun de Nooijer is teammanager geweest, volleybalcoach Joop Alberda heeft jarenlang in de rvc gezeten. Maar we proberen ook te leren van het bedrijfsleven. Laatst zijn we bijvoorbeeld op Schiphol bij de luchtverkeersleiders op bezoek geweest. Hoe werken ze daar in teamverband, hoe scouten ze nieuwe verkeersleiders? Daar doen we inzichten op die we, met ons eigen sausje erover heen, eventueel kunnen toepassen in de opleiding.’

Wat is uw eigen sportieve achtergrond?

‘Ik heb bij AFC ’34 en ADO ’20 in de Hoofdklasse gevoetbald. Op mijn zeventiende ging ik bij AFC ’34 daarnaast de C2-junioren trainen en dat greep me meteen. Ik heb daar uiteindelijk alle jeugdteams getraind. Op zeker moment vroeg AZ of ik hun regionale voetbaltrainingen wilde doen. Een jaar later vroegen ze of ik in dienst wilde komen, als trainer van Onder-16. Nadat ik zes jaar als jeugdtrainer bij AZ had gewerkt, vertrok hoofd opleiding Aloys Wijnker en mocht ik zijn functie overnemen. Het is typerend voor AZ dat ook binnen de organisatie veel doorstroming is. Als je kwaliteit levert en bevlogen bent, kun je stappen maken. Kijk ook naar Max Huiberts: die is speler geweest, jeugd-trainer, scout, hoofdscout en nu technisch directeur. Misschien nog wel betere voorbeelden zijn juist de onbekende mensen die hier carrière maken. Zoals ikzelf. Ik kwam binnen als een onbekende maar dat heeft me nooit in de weg gezeten. In de meeste organisaties is het moeilijk stappen te maken, wanneer je als onbekende naam in de voetbalwereld begint. Hier speelt dat geen rol.’

Waaraan moet een jeugdtrainer bij AZ voldoen?

‘Passie, nieuwsgierigheid, zelfeffectiviteit en aanpassingsvermogen zijn belangrijke aspecten. Datzelfde vragen we van onze jeugdspelers. We besteden veel aandacht aan het scouten van nieuwe jeugdtrainers. Hoe goed sommigen ook kunnen mogen zijn bij andere clubs, wij willen geen trainers die hun spelers alles voorkauwen omdat hij zijn wedstrijdje op zaterdag wil winnen. We willen winnen met de jeugd, maar niet ten koste van de talentontwikkeling. We doen niet aan voorkauwen en we doen niet aan pamperen. We brengen onze talenten in zoveel mogelijk oncomfortabele situaties. Nieuwe jeugdspelers spiegel ik meteen voor hoe hoog de lat ligt. Je moet hier spartelen om boven water te blijven. En twee keer per week laten we je bewust verzuipen. Op die momenten brengen we je onder begeleiding weer terug op het droge. Zodat ze gaandeweg gaan beseffen wat je moet doen en laten om uiteindelijk tot topprestaties te komen.’

‘We doen niet aan voorkauwen en niet aan pamperen’

Hoe behouden vooral de jongste jeugdspelers het spelplezier?

‘Plezier in de opleiding is cruciaal. Zes jaar geleden lieten we AZ Onder-13 vijf dagen per week trainen. Veel mensen vonden dat belachelijk veel. Terwijl wij het noodzakelijk vonden, omdat kinderen steeds minder op straat voetballen. Als je zo’n trainingsweek op een leuke en gevarieerde manier invult, dan vinden kinderen het prachtig. Lekker voetvolleyen of voetsquash tussendoor. Of onderlinge toernooitjes zonder regels en zonder leiding. Net als vroeger op straat. Zeker bij de jongste jeugd laten we de kinderen zichzelf onbewust ontwikkelen. Neem de motorische vaardigheden: dat doen we in de vorm van spelletjes, met impliciete oefenvormen. Waardoor ze spelenderwijs beter leren sprinten of wenden en keren.’

Hoe belangrijk was het nieuwe trainingscomplex voor de modernisering van de opleiding?

‘Daardoor hebben we grote stappen kunnen maken. Al had de tussenperiode ook vele voordelen. Tijdens de bouw zaten we met zestig man personeel in een soort bouwkeet. Een jaar lang hadden we alleen de velden tot onze beschikking, verder niks. Dat dwingt tot creatief gebruik van de omgeving. Hier verderop is een brug en een helling, daar deden we kracht-training met touwen die we ophingen. Op de parkeerplaats legden we schuimblokken om oefeningen te doen. De hefboom gebruikten we om voetvolley te spelen. Dat was een interessante periode. Maar dit nieuwe complex biedt natuurlijk veel meer mogelijkheden.’

Een blik op het jeugdcomplex van AZ.
Een blik op het jeugdcomplex van AZ.

Wat is de rol van technologie binnen de jeugdopleiding?

‘Daarin willen we voorop lopen. We werken bijvoorbeeld veel met virtual reality. Daarmee kunnen spelers digitaal in wedstrijdsituaties worden gebracht. Vorig jaar hadden we in Onder-17 een geblesseerde spits. In de maanden dat hij het veld niet op kon, hebben we hem via virtual reality allerlei wedstrijdmomenten laten beleven. Toen die jongen weer buiten kon trainen, vertoonde hij ander gedrag. Omdat zijn brein dacht dat hij al die ervaringen écht had meegemaakt. We gebruiken het in groepsverband. Dan laten we spelers tegelijkertijd hun eigen wedstrijden herbeleven, vanuit verschillende invalshoeken. Ook werken we met Intellygym. Dat is hersentraining via cognitieve computerspelletjes, die onder meer snelheid van informatieverwerking traint.’

Hoe werken die testen?

‘Met de cognitieve testen meten we onder meer de snelheid van informatieverwerking, de mate van overzicht bewaren, reactiesnelheid en hoe spelers informatie filteren. Daar komt een breinprofiel uit. Spelbegrip, in combinatie met het vermogen eigen keuzes te maken, maken vinden wij heel belangrijk. Deze profielen helpen dat per speler in kaart te brengen. Een talent dat bijvoorbeeld volgens de testen weinig overzicht heeft en niet snel keuzes maakt, kan beter niet in de as van de ploeg spelen. Daarnaast maken we voortdurend fysieke profielen en voetbalprofielen. En analyseren we attitude en leervermogen van spelers. Als je alles bij elkaar voegt, krijg je een behoorlijk compleet beeld van de potentie van spelers. En op welke verbeterpunten de nadruk moet worden gelegd. In dat ontwikkelingsproces dagen we de spelers continu uit.’

In de jeugd van AZ worden de talenten ook getraind met virtual reality-technieken.
In de jeugd van AZ worden de talenten ook getraind met virtual reality-technieken.

Hoe doen jullie dat?

‘Elke training moet een verrassing zijn. Door te variëren in ondergrond, bijvoorbeeld. De ene keer op kunstgras, de andere keer op een zandvlakte, daarna op natuurgras. We gebruiken verschillende soorten en maten ballen, die telkens een andere techniek vereisen. Een ander voorbeeld: tot en met AZ Onder-16 hebben we geen vaste speelwijze. Tot de bovenbouw is tactiek een verboden woord. Dat komt in de bovenbouw aan de orde, want tactiek is nodig om wedstrijden te winnen. In de voorgaande jaren willen we spelers dusdanig ontwikkelen, dat ze onbewust zichzélf al tactisch geschoold hebben. Steeds als ze denken dat ze een systeem beheersen, veranderen we de omstandigheden. Zonder vooraankondiging. Zodat ze zelf oplossingen gaan bedenken. Soms trainen we in de middenbouw een hele week op een systeem met drie spitsen. Als ze dan op zaterdagochtend op de club komen voor hun wedstrijd, vertellen we dat we met twee spitsen gaan spelen. En we wijzen een paar spelers aan die verantwoordelijk zijn voor de goede uitvoering. Dat laatste past in een ander belangrijk aspect binnen onze opleiding: het creëren van sterke persoonlijkheden. Dus geven de trainers de leiding soms over aan spelers. Dan moet een groepje jongens de wedstrijdbespreking doen. Zolang het maar gebeurt binnen de kaders van het voetbal dat we nastreven.’

Wat is dat kader?

‘Onze spelintenties en spelprincipes, zoals bijvoorbeeld het optimaal benutten van de ruimtes, zoeken naar de derde man, snelle herovering na balverlies en pressing triggers. Dat kun je op veel verschillende manier bereiken en die geven we ze allemaal mee. Elke week staat er een thema centraal. Bij iedere ploeg op zijn eigen niveau. De ene keer is dat het verstoren van de opbouw van de tegenstander, de andere keer onze eigen opbouw van achteruit. Talenten die al goed zijn in het gekozen thema, trainen die week met een hoger team mee. Zo schuiven we voortdurend met spelers en leveren we onderwijs op maat.’

Waarom beginnen jullie pas bij Onder-11 met competitievoetbal?

‘Wij geloven erin dat jonge kinderen zich het beste ontwikkelen in hun eigen sociale omgeving. Dus sturen we trainers naar de amateurclubs van de jongste talenten en hebben we daar voetbalscholen. Eén keer per week geven daar training aan de grootste talenten van Onder-10 en Onder-9 uit de regio. Hierdoor creëren we een langdurig scoutingsproces, zonder prestatiestress en met weinig reisafstand. We hebben nu dertien coaches op vijf locaties. Allemaal jonge en talentvolle gasten. De besten van hen stromen door. Zo leiden we dus ook onze eigen trainers op, in een soort talenten-pool. Ook onderkennen we het belang van routine. Behalve al die jonge trainers loopt óók Martin Haar hier nog rond. Die man is met al zijn ervaring goud waard. Zoals een hoofdcoach zoekt naar balans in zijn selectie, zo zoeken we in de opleiding naar balans in competenties van de trainers.’

Wat zouden de ideale verhoudingen binnen de A-selectie zijn?

‘We willen dat minimaal vijftig procent van de selectie uit zelf opgeleide spelers bestaat. Plus 25 procent jong talent van buitenaf en 25 procent routine. Momenteel bestaat 67 procent van de selectie uit eigen kweek, waarvan zes of zeven spelers in de basis. Dat is mooi. Iedere hoofdtrainer van AZ moet zich conformeren aan het technische beleid. Dat betekent: de grootste talenten mee laten trainen en kansen geven zodra ze dat verdienen.’

Kijkend naar de huidige eigen kweek in het eerste elftal is het gehalte ideale schoonzonen hoog.

‘Dat hoor ik vaker en ik ben het daar niet mee eens. Het klopt dat het doorgaans goed geschoolde jongens zijn, met een topsportmentaliteit en ze kunnen zich vaak prima verwoorden. Maar dat is niet de maatstaf en we selecteren daar niet specifiek op. Het belangrijkste is dat ze intelligent zijn op het voetbalveld en daar de juiste keuzes maken. We willen ook graag jongens die buiten de lijntjes kleuren. Laat ik het maar even de zogenaamde straatratjes noemen. Het gaat om de mix. En die hebben we. Myron Boadu is een heel ander type dan Guus Til. Myron was in AZ Onder-16 met twee vingers in zijn neus wekelijks uitblinker. Totdat we hem als vijftienjarige in Onder-19 lieten spelen. Dat was andere koek. Myron wist niet hoe snel hij zich bij onze topsportbegeleiders moest melden. Hij voelde aan zijn lijf de noodzaak daarvan. We laten talenten dingen ervaren, vervolgens bieden we tools aan om zich te verbeteren. En dan is het aan de speler zelf wat hij daarmee doet.’

Toptalent Myron Boadu.
Toptalent Myron Boadu.

Wat doen jullie verder nog aan de bewustwording van talenten?

‘We hebben drie pijlers: een voetballeerplan, een fysiek leerplan en een topsportleerplan. Dat laatste omvat thematische workshops op het gebied van voeding, mentale groei, de keuze van zaakwaarnemers, slapen, echt alles wat prestaties kan beïnvloeden. Ook dat doen we per thema. Zo hebben we bijvoorbeeld visualiseren als thema. Voor de ene speler blijkt dat een ideale manier van wedstrijdvoorbereiding, een andere heeft er helemaal niets mee en luistert liever naar zijn favoriete muziek. We laten ze zelf ervaren en nadenken over wat het beste voor hen is. Bij uitwedstrijden regelen we bewust geen lunchpakketten. Hersteldrankjes gaan uiteraard mee de bus in, maar eten moeten ze zelf verzorgen. Zij willen presteren en de top halen, dan moeten ze zelf ervaren welke voeding ze daarbij kan helpen. Wij bieden alle benodigde informatie, de jongens zorgen zelf voor de invulling. Zodat ze leren 24 uur per dag bezig te zijn met het optimale uit zichzelf te halen.’

Wat moeten we ons bij het thema slapen voorstellen?

‘De arbeid-rustverhouding is heel belangrijk. Ook daarin zoeken we de grenzen op. We hebben bijvoorbeeld een keer op dinsdagavond de ouders opgebeld, met de mededeling dat hun kind de volgende ochtend om zeven uur op de club moet zijn. Daarbij vroegen we ze het kind later dan normaal naar bed te laten gaan. Door het geringe aantal slaapuren spelen ze een minder goede wedstrijd. De terugkoppeling van onze bevindingen is goud waard in het kweken van een topsportmentaliteit. We leggen ze dan ook niks op, maar vertellen wel waarom het belangrijk is. We monitoren zoveel mogelijk van onze spelers. Vanaf Onder-15 vullen ze iedere ochtend thuis op hun iPhone een lijst in: hoe ze hebben geslapen, of ze stress ervaren, of er lichamelijke klachten zijn. Dus als ze op de club komen, weten we van iedereen hoe ze ervoor staan. Daarmee houden we rekening in hun dagprogramma.’

Anderhalf jaar geleden heeft Louis van Gaal de opleiding doorgelicht. Hoe spannend was dat?

‘Ik was vooral nieuwsgierig. Als jeugd-trainer was Van Gaal mijn grote voorbeeld, bovendien weet je dat hij scherp en kritisch is in zijn oordeel. Hij heeft in drie dagen alles gezien en ervaren binnen de opleiding. Louis was zeer positief, dat was natuurlijk gaaf. Daarnaast kwam hij met enkele waardevolle suggesties. Omdat we met teamsport bezig zijn, draaiden de spelers per ploeg hetzelfde programma. Daarover kregen we een tik op de vingers van Louis. Omdat een opleiding geen team aflevert, maar individuen. Dus moet je de grootste talenten positief discrimineren. Iedere speler krijgt een basispakket en de toptalenten krijgen een basispakket-plus. Uit die gedachte is de wekelijkse talententraining voortgekomen: de beste talenten van Onder-16 tot Jong AZ, trainen nu elke maandag onder leiding van de trainers van de A-selectie. Als beloning voor hun goede ontwikkeling, zowel op het veld als op school. Dat is echt gaan leven onder de jeugdspelers, iedereen aast op een uitnodiging voor die training.’

In hoeverre is de KNVB aangehaakt bij de clubs die al een tijd serieus werk maken van hun opleiding?

‘De KNVB heeft de ogen geopend. Dat is iets van de laatste jaren. En daar ben ik heel blij mee. Er is nu veel meer wisselwerking tussen de jeugdtrainers in Zeist en de opleiders bij clubs. Coaches van nationale jeugdteams lopen een paar dagen mee bij de clubs en andersom. Zodat er inzicht ontstaat in de specifieke werkculturen. Er is uitwisseling van gegevens en programma’s van de jeugdinternationals, iedereen weet van elkaar waar men mee bezig is. Bij de KNVB hebben ze ingezien dat een aantal clubs verder was in talentontwikeling dan ze in Zeist waren. Vervolgens voelde de bond zich niet te groot om de hulpvraag te stellen en samen op te trekken.’

Guus Til met het Nederlands elftal in actie tegen Portugal, met rechts Mário Rui. De middenvelder is een exponent van de jeugdopleiding van AZ.
Guus Til met het Nederlands elftal in actie tegen Portugal, met rechts Mário Rui. De middenvelder is een exponent van de jeugdopleiding van AZ.

Is het frustrerend dat talenten steeds jonger vertrekken?

‘Dat is een gegeven en daar moeten we naar handelen. Onze talenten moeten steeds eerder en steeds beter klaar zijn voor het profvoetbal. Vandaar dat we weer flink aan het investeren zijn in de opleiding. In maart wordt een indoorhal opgeleverd, met een extra gym voor de jeugd. We zijn ook andere faciliteiten aan het uitbreiden. Er komen bijvoorbeeld extra studieruimtes en een rustruimte. Zodat spelers langere dagen op de club kunnen maken. We willen Jong AZ laten wennen aan het ritme van drie wedstrijden per week, het ritme van hun toekomst, waarin ze ook Europese duels moeten gaan spelen. Als het eerste elftal in Europa speelt, moeten de beloften die dag bijvoorbeeld een zware oefenwedstrijd in Duitsland gaan spelen. Doordeweeks midden in de nacht terugkomen, een paar dagen intern blijven en in het weekend óók weer optimaal aan de bak. We willen de talenten opvoeden op het niveau waarop ze later moeten gaan presteren. Dus moeten ze op jonge leeftijd al vertrouwd raken met dat intense ritme. We streven in niveau geen Eredivisie na, maar Champions League.’

Dat is wel héél ambitieus.

‘Weet ik. En toch is dat de insteek. De mindset van onze talenten moet zijn: we nemen geen genoegen met de vierde plek, we gaan voor het kampioenschap. Bij Real Madrid worden jonge spelers in hun omgeving continu geprikkeld met een hoog ambitieniveau, op een andere manier doen wij dat ook. Het eerste dat je op ons complex bij binnenkomst ziet, zijn grote foto’s van de laatste landstitel van AZ. Van de bekerwinst en deelname aan de Champions League. De prikkels zijn overal. Zo worden de kleedkamers steeds mooier, naarmate je in hogere teams gaat spelen. Luxe moet je verdienen. Door het hele gebouw zijn motiverende teksten op de wanden gezet. We indoctrineren de kinderen met onze ambities: we spelen hier om de prijzen.’

‘Geld kan lui maken, we worden gedwongen inventief te zijn’

De concurrentie is moordend: jullie werken met een jeugdbudget van drie miljoen euro, dertig kilometer verderop pompt Ajax jaarlijks elf miljoen in de opleiding.

‘Dus moeten we als AZ inventief zijn. Te beginnen met onze visie op opleiden. En net zo belangrijk zijn de mensen die het uitvoeren. Ik denk dat we daarin goed en onderscheidend bezig zijn. Binnenkort komt Real Madrid op werkbezoek, voor het vierde jaar op rij. Ook de Amerikaanse voetbalbond komt weer kijken. Omdat wij anders doen en denken dan de meeste clubs. Kijk, geld kan ook lui maken. We worden gedwongen inventief te zijn. We richten ons op het door ontwikkelen van de jongens die we scouten, vooral in de regio. Al gaan we die regio wel uitbreiden.’

De laatste jaren heeft Ajax tientallen talenten van jullie benaderd. Hoe gaan jullie daarmee om?

‘Het is vervelend. Clubs met hogere budgetten proberen nog steeds talenten van ons binnen te halen. Op zich is dat een compliment voor de opleiding. Het mooie is dat het overgrote deel gewoon bij AZ blijft. Dat is een nóg beter teken. Wij behoren inhoudelijk tot de beste opleidingen van Nederland. Daarnaast is hier de kans op doorstroming naar het profvoetbal het grootst. Vorig jaar hebben eigen opgeleide spelers 41,1 procent van alle speelminuten meegedaan in het eerste elftal. Wij staan hiermee boven alle andere Eredivisie-clubs.’

‘Ik zou het toejuichen als de beste opleidingen van elkaars talenten afblijven’

Eind 2018 hebben de clubs met de beste opleidingen afgesproken geen jeugd-spelers meer van elkaar over te nemen.

‘Dat zou over anderhalf jaar moeten ingaan. Ik zou het toejuichen als de beste opleidingen van elkaars talenten afblijven. Dan hebben we het over de zes clubs met een internationale opleidingsstatus van de KNVB: AZ, Ajax, Feyenoord, PSV, Vitesse en FC Utrecht. We moeten voorkomen dat de markt kapot gaat. Als de clubs met het grootste budget hun jeugdploegen bij elkaar kopen, gaat de weerstand in de competities omlaag. Dat is voor niemand goed. Ook is het belangrijk dat de opleidings-vergoedingen flink omhooggaan. Zodat ook de clubs met een nationale status gestimuleerd worden hun opleiding serieus te nemen. We zijn daarom ook erg blij met het herenakkoord.’

Wanneer moet de AZ-opleiding prijzen met het eerste elftal gaan opleveren?

‘Daar plak ik geen termijn op. Als je deze ploeg bij elkaar kunt houden, met aanvoer van nieuwe talenten en enkele routiniers, kunnen hier mooie dingen gebeuren. Het seizoen voordat AZ in 2009 landskampioen werd, eindigden ze als elfde. Zo snel kan het kenteren. Vroeger kregen onze jeugdploegen een pak slaag tegen Ajax, tegenwoordig zijn we gelijkwaardig. Onze talenten raken dus gewend aan prestaties leveren tegen de traditionele top. Dat moet zich gaan uitbetalen als ze straks in de Eredivisie tegen die clubs spelen.’

‘Calvin Stengs is de norm’

Wat blijft is dat Ajax en PSV topspelers als Tadic, Blind en Lozano kunnen halen en AZ niet.

‘Dat klopt. Dus wij moeten ervoor zorgen dat onze talenten hetzelfde niveau hebben als de spelers die jij nu noemt. Calvin Stengs is de norm. Het is geweldig als veel spelers uit de opleiding het eerste elftal bereiken. Maar ze moeten direct invloed hebben op het resultaat. Op een steeds groter podium. We moeten dus meer talenten van het niveau-Stengs gaan afleveren. En telkens beter, telkens completer. We denken groot bij AZ, daar is onze werkwijze op ingericht. Op een dag gaat zich dat uitbetalen.’

Calvin Stengs snelt langs Lucas Woudenberg van SC Heerenveen.
Calvin Stengs snelt langs Lucas Woudenberg van SC Heerenveen.
Gerelateerde artikelen