Game of Throws: in gesprek met de ingooicoach van Liverpool
© Pro Shots
PRO

Game of Throws: in gesprek met de ingooicoach van Liverpool

Soms knijpt Thomas Grønnemark zichzelf nog in zijn arm als hij zich bedenkt dat hij werkt voor Liverpool. De Deen helpt Jürgen Klopp aan nieuwe inzichten over iets wat zo simpel lijkt, maar waar volgens hem veel meer mee kan worden gedaan: inworpen. In gesprek met dé ingooispecialist in de voetbalwereld die vorige week kort in Nederland was.

Een ingooicoach. Gaat dat niet wat ver? Dat vroeg voormalig Schots international en huidig analist Andy Gray zich ook af. ‘Ik weet wel hoe je je voordeel doet met ingooien: gooi naar een van je eigen spelers en houd de bal in bezit’, zei Gray vorig jaar lachend bij beIN Sports. ‘Ik zal het voordoen. Je pakt de bal met twee handen, je houdt ‘m achter je nek en je gooit terwijl je beide voeten op de grond houdt. Ik denk dat ik binnenkort ook naar clubs ga om ze te leren hoe ze moeten aftrappen.’

Simpel gezegd heeft Gray gelijk: bij ingooien gaat het erom dat je naar een ploeggenoot gooit en de bal in de ploeg houdt. Maar juist daarmee hebben veel teams moeite, ondervond Grønnemark. ‘Ik moet vaak bijna op nul beginnen. Als speler leer je vanaf jonge leeftijd om te passen en geleidelijk aan komen daar allerlei aspecten van het spel bij. Behalve inworpen. Jarenlang oefenen ze om beter te worden, maar inworpen krijgen ze geen training in. Ik train meestal met de vleugelverdedigers op ingooien, maar alle spelers kunnen baat hebben bij extra kennis over inworpen. Spelers die ik leer kennen, weten vaak niet wat een goede techniek is om in te gooien en wat een goede positionering is voor de andere spelers in het veld. Veel backs die onder druk staan, besluiten de bal ver richting het doel van de tegenstander te gooien. Daar ligt ruimte, maar daar is de kans ook groot dat ze de bal kwijtraken.’

Innovatie

De interesse voor ingooien ontstond niet zomaar bij Grønnemark. In zijn tijd als voetballer was hij er al goed in. Naar eigen zeggen was hij helaas minder goed in de andere aspecten en dus besloot hij te stoppen. De Deen ging andere sporten doen, werkte zes jaar als sprinter voor de nationale atletiekploeg van Denemarken en vervolgens vier jaar bij het nationale bobsleeteam. Grønnemark zag dat die sporten verder waren in ontwikkeling en meer deden met innovatie. ‘Bij het bobsleeën waren we veel bezig met video-analyse. Daar heb ik geleerd om oog voor detail te hebben. Je kan alles terugzien, zo langzaam mogelijk. De voetbalwereld is conservatief, daar werden die technieken nog niet gebruikt. De laatste jaren komt daar pas verandering in, met data-analyses en sportwetenschap.’

Commentatoren zeggen nooit iets over slechte inworpen. Ze missen de kennis.

De interesse in voetbal bleef altijd bij Grønnemark, die terugdacht aan het ingooien. De Deen stapte in 2004 een bibliotheek binnen op zoek naar informatie over inworpen en verschillende technieken. ‘Ik vond niets. Geen boek, geen video, niets op het internet. Het zit een beetje in de voetbalcultuur dat inworpen niet zo belangrijk zijn. Ga het maar eens na tijdens een wedstrijd. Fijn als we er balbezit uit halen of er een kans uit creëren, maar als we de bal kwijtraken, maakt het niet veel uit, zo lijken veel teams te denken. Je kan het merken aan commentatoren. Als een team de bal kwijtraakt, zeggen zij daar nooit iets over. De commentatoren missen de kennis, maar als een speler een foute pass geeft en de bal kwijtraakt, zeggen ze er wel iets over. Dan zien ze wat er fout gaat.’

© Thomas Grønnemark

Een goede inworp is van groot belang, meent Grønnemark. ‘Teams krijgen tijdens een wedstrijd bij elkaar gemiddeld veertig tot zestig inworpen. Veel ploegen houden de bal in bezit bij minder dan de helft van de inworpen wanneer er druk wordt gezet door de tegenstander. Als je dat als speler in het veld zou doen met de bal aan de voet zou je niet eens prof zijn. Dan speel je ergens op een amateurveld. Inworpen zijn niet alleen aanvallend een wapen. Teams staan dan vaak net wat anders. Als je bij een inworp de bal kwijtraakt, kan het team wat uit balans zijn en moet je weer terug richting het eigen doel. Een goede inworp zorgt er dus ook voor dat de tegenstander geen gevaar kan stichten. Teams die meer controle hebben bij inworpen hebben ook meer controle over de wedstrijd.’

Grønnemark stapte het veld op in Denemarken om te experimenteren, met een bal en een camera. In een half jaar keek hij welke technieken werkten en stelde hij een cursus samen. Op de gok nam hij vervolgens contact op met Superligaen-club Viborg FF, dat geïnteresseerd reageerde en Grønnemark zijn eerste kans in het voetbal gunde. Met succes: Viborg scoorde vaker met verre inworpen. Andere clubs als AC Horsens en FC Midtjylland volgden. Ondertussen trainde de Deen ook voor zichzelf. In 2010 zette hij een wereldrecord neer met een verre inworp van liefst 51 meter, door eerst een een salto te doen en vervolgens de bal snoeihard te gooien. Pas dit jaar in april werd zijn record in de Verenigde Staten verbroken door iemand die ruim 59 meter ver gooide.

Ver, snel en slim

In de loop der jaren ontwikkelde Grønnemark drie verschillende soorten inworpen: de verre, de snelle en de slimme inworp. Dat vraagt om een toelichting. Hoewel Grønnemark zijn geheimen niet kan verklappen, licht hij wel een tipje van de sluier op.

Verre inworp: ‘Een speler die de bal heel ver kan gooien, kan gevaar stichten voor het doel van de tegenstander, maar het is meer dan dat. Ik heb dertig technische aspecten ontwikkeld voor de verre inworp, met behulp van video-analyse. Het begint bij de techniek: hoe houdt een speler de bal vast, blijft hij in balans tijdens de worp? Veel spelers gooien na een aantal sessies vijf tot tien meter verder. In het uiterste geval zelfs vijftien meter. Niet ieder team focust zich op verre inworpen, maar het heeft wel toegevoegde waarde als backs zo ver mogelijk kunnen gooien. Want hoe verder je kan gooien, hoe groter de ruimte op het veld wordt die je kan bereiken met je inworp. Dan is het voor de tegenstander lastiger om druk te zetten.’

Snelle inworp: ‘Een inworp kan gebruikt worden als wapen bij een counteraanval, maar dan moet je wel weten hoe. Spelers kunnen bij inworpen bijvoorbeeld geen buitenspel staan. Teams kunnen daar hun voordeel mee doen. Maar het gaat niet alleen daarom. Je moet de bal niet zomaar snel ergens naartoe gooien. Zonder een idee is de kans groter dat je de bal kwijtraakt. Daarin probeer ik teams beter te maken.’

Slimme inworp: ‘Hier gaat het erom dat je als ploeg de bal in de ploeg houdt bij een inworp, terwijl de tegenstander druk zet. Zoals eerder gezegd kun je van daaruit kansen creëren, maar voorkom je ook dat de tegenstander gevaarlijk kan worden terwijl je zelf uit balans bent. Het gaat om de techniek van gooien, maar de positionering van de andere spelers is ook van belang.’

Grønnemark timmerde jarenlang aan de weg in Denemarken. Midtjylland en Horsens scoorden in het seizoen 2017/18 bijvoorbeeld allebei tien keer uit verre inworpen. Later kwam ook Duitsland in beeld. Verschillende Bundesliga-clubs maakten gebruik van zijn diensten en in de media deed de Deen steeds vaker zijn verhaal. Een artikel over hem in de Duitse krant Bild werd vervolgens gelezen door een van de beste managers van de wereld: Jürgen Klopp.

FC Midtjylland maakte in 2018 tijdens de kampioenswedstrijd tegen AC Horsens de enige goal uit een verre inworp:

Liverpool

Het was een jaar geleden toen de droom van Grønnemark uitkwam. Voor de verandering was hij in Denemarken bij zijn vrouw en twee kinderen. Het gezin zat in de auto onderweg naar een snoepwinkel. Bij aankomst zag Grønnemark dat hij een gemiste oproep had van een nummer uit Engeland. ‘Toen ik naar de voicemail luisterde, hoorde ik de stem van Klopp. Als ik niet in mijn auto had gezeten, was ik waarschijnlijk achterover gevallen. Hij vroeg me of ik hem terug wilde bellen. Dat deed ik, maar hij nam niet op. Daarna gingen we terug naar huis, zodat ik daar op een rustige plek met Klopp kon bellen. Het zou misschien wel het belangrijkste telefoongesprek uit mijn leven zijn. Maar onderweg ging de telefoon al. Mijn vrouw keek en riep: “Het is Jürgen!” Ik zette de auto meteen in het dichtstbijzijnde grasveld en nam op.”

Langs de kant van de weg voerde Grønnemark een eerste gesprek met Klopp. ‘Hij zei dat Liverpool een goed seizoen achter de rug had met een vierde plaats in de Premier League en natuurlijk het behalen van de Champions League-finale, maar de inworpen konden veel beter.’ Klopp vertelde dat hij zelf al van alles had geprobeerd, maar niets hielp. Via het artikel in Bild kwam hij bij Grønnemark terecht. De Deen werd uitgenodigd voor een gesprek op Melwood, het trainingscomplex van Liverpool. Klopp was meteen verkocht. Een dag later stond Grønnemark op het trainingsveld van The Reds.

Ik zette mijn auto in het dichtstbijzijnde grasveld om met Jürgen Klopp te kunnen bellen.

De manager legde vorig seizoen tijdens een persconferentie voorafgaand aan een wedstrijd uit hoe dat ging. ‘Eerlijk gezegd had ik nog nooit van een ingooicoach gehoord. Als manager heb ik kennis van allerlei zaken. Ik ben speler geweest en nu zo’n achttien jaar trainer, maar dat betekent niet dat ik een specialist ben op het gebied van bijvoorbeeld keepers, laat staan van ingooien. Toen ik hoorde over Thomas wilde ik hem graag ontmoeten. Nadat ik hem had gesproken, wist ik meteen zeker dat ik hem in dienst wilde nemen. We gebruiken zijn kennis ook bij de jeugdopleiding. De spelers vinden het fijn. Ze merken dat Thomas weet waar hij het over heeft.’

Klopp

Afgelopen seizoen werkte Grønnemark samen met Klopp. Iedere maand kwam hij een week langs en gaf hij training aan de spelers van Liverpool. De rest van de tijd analyseerde hij de inworpen van The Reds. Dat Klopp toegaf weinig kennis te hebben van inworpen, tekende volgens Grønnemark de persoon die de Duitse oefenmeester is. ‘De succesvolste mensen geven toe dat ze ook weleens geen kennis hebben van bepaalde zaken. Ze schamen zich er niet voor dat ze niet alles weten en staan ervoor open om hulp te ontvangen van andere mensen. Dat was ook bij Jürgen het geval. Zelf ben ik ook zo. Ik ben zeker niet perfect. Ik vraag regelmatig om hulp en leer van anderen.’

Het menselijke aspect staat bij Klopp hoog in het vaandel, merkte Grønnemark als hij op Anfield en Melwood rondliep. ‘Jürgen staat natuurlijk bekend als een groot tacticus, iemand met een duidelijke visie op voetbal. Daarnaast is hij ook een heel fijn mens. Jürgen hecht veel waarde aan goede relaties met spelers en stafleden, maar ook met alle andere mensen bij Liverpool. De werkomgeving die hij neer heeft gezet is erg prettig. Liverpool is een club waar je je welkom moet voelen en waar iedereen elkaar helpt. Er wordt niet voor niets You Never Walk Alone gezongen.’

Thomas Grønnemark met Jürgen Klopp.
© Thomas Grønnemark
Thomas Grønnemark met Jürgen Klopp.

Bij Liverpool focuste Grønnemark zich afgelopen seizoen vooral op de snelle en de slimme inworp, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de verre inworpen van Stoke City's Rory Delap een aantal jaar geleden. ‘Mijn aanpak verschilt per club. Bij Liverpool zit er een duidelijke visie achter. Verre inworpen passen niet in het voetbal dat Liverpool wil spelen. Ze willen combineren, de bal in de ploeg houden en de wedstrijd controleren. Afgelopen seizoen hield Liverpool de bal in bezit bij zeventig tot honderd procent van de inworpen met druk van de tegenstander. Om het te vergelijken: in de eerste knock-outwedstrijd van de Champions League tegen Bayern München had Bayern balbezit in maar 28 procent van de gevallen. Het is een team van wereldklasse, maar ik denk niet dat ze een duidelijke tactiek hadden voor de inworpen.’

Team Succesvolle inworpen
Liverpool 724
Everton 708
Burnley 666
Leicester City 658
Tottenham Hotspur 657

Uit cijfers van Opta Sports blijkt dat de lessen van Grønnemark effect hebben gehad. Liverpool nam afgelopen seizoen de meeste succesvolle inworpen en alleen bij Manchester City, Chelsea, Arsenal en Manchester United lag het percentage succesvolle inworpen hoger dan de winnaar van de Champions League. Grønnemark glunderde bij het horen van de statistieken. ‘Ik durf wel te zeggen dat ik bij Liverpool de meeste invloed op het spel heb gehad van alle clubs waar ik tot nu toe heb gewerkt. Het is natuurlijk niet alleen mijn verdienste. Het gaat erom dat iedereen bij de club gelooft in de voetbalvisie. Een trainer moet het willen implementeren, de spelers moeten het willen gebruiken. Een speler gooit in, maar de andere moeten ook weten wat ze op zo’n moment moeten doen. Ik breng de kennis op ze over, zij moeten het op het veld doen. Het is teamwork, maar ik ben wel trots op wat ik tot nu toe heb mogen doen.’

Kritiek

Met kritiek van analisten als Gray kan Grønnemark niet zo veel. ‘Hij is zeker niet de eerste die kritiek heeft. Ik kan op honderd handen tellen hoe vaak mensen me hebben uitgelachen om wat ik doe. Sommige mensen zullen mijn werk misschien vreemd vinden, maar ik krijg alleen maar meer motivatie en energie als ik zie dat mijn werk effect heeft en dat teams beter worden. De manier waarop Gray het zei was erg eenzijdig en kortzichtig. Tikkeltje neerbuigend ook. Maar iedereen heeft recht op zijn eigen mening. Ik heb ook een rare baan, daar mag hij best een grapje over maken. Doe ik zelf ook weleens, maar aan de andere kant had hij ook interesse mogen tonen. Vaak doet men dat niet vanwege een gebrek aan kennis.’

Ik kan op honderd handen tellen hoe vaak mensen me hebben uitgelachen om wat ik doe.

Vorige week voegde Grønnemark zich bij AA Gent, dat een kort trainingskamp belegde op De Wageningse Berg, het oude onderkomen van FC Wageningen. Bij de Belgen is zijn aanpak weer anders dan bij Liverpool. ‘Ik kwam in maart voor het eerst bij Gent, toen hebben we vooral gefocust op de verre inworp. De trainers kregen van mij informatie over alle vormen van inworpen. Deze week heb ik twee nieuwe backs training gegeven. Een van hen gooide in één dag zes meter verder, van 29 meter tot 35 meter. Hij ging in een klap van een aardige inworp naar een van wereldklasse. Later die dag heb ik de selectie en staf een presentatie gegeven over de verre, snelle en slimme inworp. Daar zijn we een dag later tijdens de training op doorgegaan.’

De reactie van de spelers is vaak positief, al stapt Grønnemark niet zomaar met ze het veld op. ‘Ik vind het belangrijk om de spelers eerst uit te leggen waarom ik er ben en waarom het nodig is om de inworpen te verbeteren. Pas daarna gaan we het veld op. De spelers moeten snappen wat het idee is achter mijn werk. Voetballers houden vaak niet zo van ingooien. Ze willen de bal het liefst met hun voeten spelen, ze zijn niet voor niets ooit op voetbal gegaan. Door de oefeningen uitdagend te maken en ze verbetering te laten zien, worden ze gemotiveerd.’

Toekomst

Na drie dagen vertrok Grønnemark weer uit Wageningen, op naar de volgende club. Voor dit seizoen ligt er een hoop open voor Grønnemark, die nu in Denemarken, Duitsland, Engeland en België heeft gewerkt. Een Nederlandse club meldde zich nog niet bij hem. Wel hoopt hij zijn werk bij Liverpool een vervolg te geven. ‘Ik wil natuurlijk graag door en volgens mij wil Liverpool ook verder, maar er is nog niets definitief. Afgelopen seizoen heb ik bij zes clubs training gegeven. Er is op dit moment veel interesse. Veel clubs zijn nieuwsgierig en willen weten wat ik dan precies doe. Ik sta voor alles open, zolang men maar gelooft in wat ik doe. Het is niet zo dat ik nu kleinere clubs afwijs omdat ik bij Liverpool heb gewerkt. Ik wil het voetbal over de hele wereld verbeteren.’

Gerelateerde artikelen