Foto-monument: Nico Dijkshoorn over Wim Jansen
© Voetbal International
PRO

Foto-monument: Nico Dijkshoorn over Wim Jansen

Zijn naam alleen al is Hollandser dan Hollands en gewoner dan gewoon. Wim Jansen. Toch heel wat anders dan pakweg Giovanni van Bronckhorst. Maar op en rond het voetbalveld was Jansen allesbehalve alledaags. Stille Willem zei niet veel, maar wát hij zei was raak. Aan de hand van vier bijzondere foto’s blikt Nico Dijkshoorn op geheel eigen wijze terug op het leven van de man die in alles Rotterdam en Feyenoord was.

Dit artikel is afkomstig uit de nieuwste VI. Bekijk hier wat er nog meer in de laatste editie staat!

Dat kon toen nog, een voetballer in zijn eigen huis fotograferen. ’Wim, je lijkt wat klein naast deze bank, ga eens op de leuning zitten. Ja, prachtig, blijven zitten zo, dit werkt veel beter. Doe maar alsof je daar altijd zit. Leuke sokken heb je aan trouwens. En Coby, als je niet weet waar je je armen moet laten, gewoon over elkaar doen.’

Wim en Coby zijn zo schitterend trots. Op alles eigenlijk. Hun kind, hun bank, hun vloerbedekking en dat ze toch, na vier uur verhitte discussie, het hebben aangedurfd een schilderij op te hangen van iemand die liever in Amsterdam woonde.

Wim is, vlak voordat de fotograaf aanbelde, nog even voor Coby gaan staan. ‘Deze riem, kan dat? Niet te modern? Heb jij je nagels gelakt, voor het geval we onze schoenen uit moeten doen. Ja, weet ik veel, kan toch, dat hij wil dat we onze schoenen uitdoen? Hangt het schilderij recht? Hebben we iets bij de koffie? Nee? Zal ik snel nog even wat halen?’

Op de foto hieronder is er opeens een kind. Ze hebben nog steeds dezelfde bank, maar nu als losse zitelementen met een geinige leuning. De vloerbedekking is hetzelfde. Ze zagen dit patroon ooit ergens als behang en hebben toen aan de verkoper gevraagd of het ook leverbaar was als tapijt. ‘Natuurlijk, meneer en mevrouw Jansen. Gaan we regelen.’

© Voetbal International

Wim en Coby zijn een verademing. Ik kan uren naar ze kijken. Dat verlegen hoofd van Wim. Toen al was Wim Jansen het liefst iemand die toevallig goed kon voetballen en toevallig de leukste vrouw van Nederland had. Dat is waar we hier naar kijken, iemand die ongegeneerd zijn verpletterende gewoonheid toont en gloeit van trots.

Toen al was Wim Jansen het liefst iemand die toevallig goed kon voetballen en toevallig de leukste vrouw van Nederland had

Ik weet niet waarom het mij zo ontroert, maar ik moet steeds maar kijken naar dat kopje koffie op de centrale verwarming. Misschien omdat het iets is wat je gedachteloos doet. Het is niet door de fotograaf bedacht. Alles in de rechterfoto is iets losser geworden. Wim draagt een spijkerbroek en Coby schoenen die ze op Ibiza heeft gekocht, bij een hippie die op de toen nog niet geboren Jan Joost van Gangelen leek. Maar dat kopje koffie! Zo mooi. ‘Of ik mijn kind even op schoot wil nemen? Ja hoor, leuk. Wacht, ik zet even mijn koffie op de verwarming.’

Ook nu is er waarschijnlijk discussie geweest over de kleding. Coby heeft Wim, vlak voordat de fotograaf aanbelde, door de kamer zien lopen. ‘Kom eens hier. Waarom heb jij nou opeens een shirt met paarden aan? Wat heeft dat met voetbal te maken? Vind ik gewoon leuk? Hoezo leuk? Je bent als de dood voor paarden. Doe wat anders aan, snel, oh nee, de bel, daar heb je hem al. Zet snel een plant voor dat rare mannetje met die hoed.’

Coby zelf draagt iets waar John de Wolf later overhemden van is gaan maken.

Maar dat kopje koffie. Zo lief. Als het omvalt, niks aan de hand. Ze denken toch al aan nieuwe vloerbedekking. Wim verdient steeds meer. Niet iets met paarden. Ze denken aan een nieuw schilderij. Van een Rotterdammer. Iets met de haven en dat je op de achtergrond De Kuip ziet.

© Nationaal Archief

Twee Feyenoorders. Ze wisten nog niet dat ze later hun club gingen redden toen dat het hardst nodig was. Willem van Hanegem als coach en Wim Jansen als technisch directeur. Dat is op deze foto heel ver weg. Hier zijn het nog twee dollende voetballers in een verplicht clubkostuum.

Ik zou daar zo graag bij zijn geweest, het passen van de nieuwe kostuums. Willem van Hanegem: ‘Heb je het ook in een andere kleur? En ik wil een andere voering.’ Wim Jansen vlak naast hem voor een spiegel, met zijn mouwen tot op de grond. Van Hanegem: ‘Prima zo, niks meer aan veranderen, Wim.’

Voetbalhumor, maar dan leuk.

Willem van Hanegem probeert zijn haar net zo te dragen als Wim Jansen. Truus heeft tegen hem gezegd: ‘Weet je wie mooi haar heeft? Wim Jansen. Met die golfjes erin. Je ziet dat Wim daar zijn best op doet. Die staat daar eerder voor op. Bij jou zit het op je hoofd zoals het eruit komt. Vraag anders eens aan Wim welke gel hij gebruikt. Laat het hem voordoen, hoe je zo’n golf in je haar drukt.’

Het resultaat: Willems haar ziet eruit als een rimpeling in het pierebadje, Wims haar als windkracht 10 in de haven van Rotterdam.

Wim Jansen kijkt hier voor het eerst in een boek. Ooit weleens van gehoord en ooit weleens iemand zien lezen. Hij laat het Willem zien. ‘Kijk, je kan het opendoen en dan kan je bladeren. Doe nou even mee, dat is lachen. Denken ze bij de club dat we graag lezen. Pak anders die, Moderne Assepoester van Anne Weale. Daar staat een leuk plaatje voorop.’

Veertig jaar later is Wim Jansen in alles een schrijver. Bedachtzaam, zwijgend naast het veld op Varkenoord. Hij denkt veel, hij vindt van alles, maar je weet nooit precies wat, totdat je ernaar vraagt. Wim denkt als een schrijver. Eerst een schema maken, kijken wat je in welk hoofdstuk gaat doen, de juiste karakters op de goede plek zetten en dan maar lekker schuiven, passen en meten. Niet te veel lullen. Doen.

Onzin, dat Jansen de enige is die Cruijff begreep. Het zat net even anders. Cruijff was de enige die hém begreep

Johan Cruijff had zijn mond moeten houden. Onzin, dat Jansen de enige is die Cruijff begreep. Het zat net even anders. Cruijff was de enige die hém begreep en die af en toe iets van hem aannam, maar dat gaat hij natuurlijk nooit over zichzelf zeggen. Dat is meer iets voor Amsterdammers.

In de kern zijn Wim Jansen en Willem van Hanegem altijd zo gebleven als op deze foto. Willem van Hanegem is daar al op zoek naar de confrontatie. Waarom moet hij in godsnaam een boek vasthouden? Wat wil die rare kwiebus van een fotograaf nou? Willem is voetballer. Waarom moet hij net doen alsof hij leest? Het is papier. Met lettertjes. In een kaft. Nou en?

Wim Jansen is op deze foto de Wim Jansen die hij altijd is gebleven. Aardig, bescheiden, geen gekkigheid, altijd zichzelf. ‘Wanneer die fotograaf wil dat ik net doe alsof ik lees, dan doe ik dat, al heb ik mijn boek verkeerd om vast.’

© Nationaal Archief

Er bestaat een fotoboek waarin acteurs zijn gefotografeerd vlak voordat ze in een theater het podium op lopen. Op alle foto’s zie je doodsangst. Ze moeten het veelkoppige beest – de betalende bezoekers – een paar uur lang in het gezicht kijken.

Daar dacht ik aan toen ik deze foto zag. Jongen, lieve jongen, niet bang zijn. Het is maar voetbal. Wim, lieve Wim, je gaat doen wat je het allerliefst doet. Niet bang zijn. Lekker hollen, bal afpakken, mannetje vrij zetten voor de keeper. Ik zie een man die je wilt troosten.

Opeens zag ik zijn shirt.

Ik belde de onvolprezen VI-redactie en waar ik al bang voor was, bleek te kloppen. Dit portret is gemaakt op de zondagmiddag van De IJsbal. Wim Jansen, Feyenoorder, maar toch vooral voetballend mens, gaat zijn eerste wedstrijd spelen voor Ajax. De gezworen vijand, maar dan alleen in het hoofd van mensen die niet van voetbal houden en het primitieve stammenstrijd-gedoe omarmen.

Nu ik weet wanneer de foto is genomen, kijk ik anders. Het is geen angst voor wat komen gaat, maar verdriet om wat er zojuist is gebeurd

Nu ik weet wanneer de foto is genomen, kijk ik anders. Het is geen angst voor wat komen gaat, maar verdriet om wat er zojuist is gebeurd. Alles heeft hij Feyenoord gegeven. Alles. Hij heeft zich leeg gelopen voor Rotterdam. Hij heeft ze kampioen gemaakt en dan dit... Een ijsbal op zijn oog.

Dit is de foto van een man die wel wil, maar niet meer kan. Zijn benen zeggen: ‘Spelen, lekker jagen op het middenveld, tegen je oude club voetballen in het mooiste stadion van Nederland.’ Zijn ogen zeggen iets heel anders.

Ik zie angst. Dit is een vader die in de deuropening staat van het Hell’s Angels-clubhuis en moet vragen: ‘Is mijn dochter hier toevallig?’ Ik zie een man die aanbelt bij de tandarts. ‘Zo meneer, ik zie dat u al zeventien jaar niet meer bent geweest.’

Ik word vooral zo verdrietig om wat ik níét zie. Ik zie geen trots en ik zie geen onbevangenheid. Ik zie angst omdat hij – voor het eerst – niet precies weet hoe het hierna zal gaan. Kan hij dat wel, voetballen nadat hij is vernederd?

Deze foto is nog hartverscheurender nu we weten dat Wim zich aan het eind van zijn leven weer precies zo moet hebben gevoeld als toen, vlak na die ijsbal

Deze foto is nog hartverscheurender nu we weten dat Wim dood is en dat we, door een onlangs verschenen boek, precies weten dat hij zich aan het eind van zijn leven weer precies zo moet hebben gevoeld als toen, vlak na die ijsbal.

Radeloosheid. Hij begint dingen te vergeten. Wim praat daarover met zijn vrouw. Hij laat zich onderzoeken en blijkt Alzheimer te hebben. Dat zijn korte zinnetjes, maar de manier waarop Wim zijn ziekte onder ogen zag, is groots.

Allebei mijn ouders zijn gestorven aan Alzheimer. Mijn vader deed, totdat hij werd opgenomen, alsof er niets aan de hand was. Hij bleef radeloos door Nederland rijden naar plekken die hij niet meer kon vinden. Er bestaat geen één foto waarop mijn vader kijkt zoals Wim Jansen hier kijkt: bang en onzeker.

Wim Jansen is tot aan zijn dood zichzelf gebleven. Hij durfde zijn naderende verdwijning onder ogen te zien. Daar is ongelofelijk veel moed voor nodig. Wim Jansen was iemand die ging voetballen voor Ajax in het Feyenoord-stadion, vlak nadat iemand zijn oog kapot had gegooid. Wim Jansen is iemand die het onvermijdelijke einde op een vernietigend mooie manier aanvaardde. Daarom is dit misschien wel de mooiste foto over dood en prachtig leven die ik ken.

Gerelateerde artikelen