De Europese karavaan trekt deze week verder zonder Eredivisie-clubs. Ondanks de aanwezigheid van ook maar één Nederlandse vertegenwoordiger bij de beste zestien in de Champions League en Europa League kan de vlag binnenkort uit: de rentree in de toptien van de UEFA-coëfficiëntenlijst is bijna definitief.
Na Donkere Donderdag, de dag waarop Ajax en AZ een kleine twee weken geleden van het Europese toneel verdwenen, bekleedt Nederland nog altijd de negende plaats op de rangschikking die bepaalt hoeveel en vooral welke Europese tickets de landen krijgen. Een plek in de toptien is van levensbelang: in dat geval mag de Eredivisiekampioen van 2021 direct de Champions League in. Voor de landskampioen van de nummer elf geldt dat alleen als de CL-winnaar van 2021 zich ook via de eigen competitie kwalificeert voor het miljardenbal, wat bijna altijd gebeurt. Nederland is met andere woorden alleen de klos als Oekraïne, Turkije en Oostenrijk ons allemaal passeren. Gezien de aardige buffer en het feit dat al deze concurrenten nog maar één club over hebben, is dit puur een theoretisch verhaal. De kans dat Henk Angenent nog deze maand een opvolger krijgt op de lijst van Elfstedentochtwinnaars is groter. Zo gaat Nederland op erg degelijke wijze – zonder een sprookjescampagne van een club – terugkeren bij de beste tien. Het gevoel dat er meer in had gezeten blijft wel hangen. Want begin dit seizoen leek de Eredivisie-delegatie bijna onoverwinnelijk.
Gerelateerde artikelen
