Feyenoord leed zondagmiddag een kansloze nederlaag bij FC Groningen. Het was aan de ineffectiviteit van Groningen te danken dat de score niet hoger uitviel. Trainer Giovanni van Bronckhorst sprak achteraf van de slechtste wedstrijd onder zijn leiding, maar van een incident lijkt geen sprake.
‘Een wanvertoning’, zo noemde aanvoerder Jordy Clasie de prestatie van zijn ploeg in Groningen. Collega Sven van Beek vond het ‘Feyenoord-onwaardig’ en Van Bronckhorst concludeerde achteraf dat Groningen met slechts één doelpunt nog lief was geweest voor zijn ploeg. ‘Zelfs een punt was niet verdiend geweest als je ons veldspel zag’, legde de coach de vinger op de zere plek.
We spelen de bal niet snel genoeg naar voren
‘Er waren meerdere dingen niet goed. We waren niet vast aan de bal en heel slordig. Dat heeft niets met kwaliteit te maken, we hebben kwaliteit genoeg, maar we laten het niet zien.’ Dat is ook de conclusie die Steven Berghuis trekt. ‘Het gaat gewoon bijna altijd heel moeizaam. We vinden de vrije man niet, het gaat allemaal heel langzaam. Dan geef je élke tegenstander hoop. Het is makkelijk om elke keer te zeggen dat het aan inzet en strijd ligt, maar daar ligt het niet aan. We spelen de bal niet snel genoeg naar voren.’
Daar lijkt Berghuis de kern van de zaak te raken. Wanneer Feyenoord in de opbouw onder druk wordt gezet komt de ploeg er totaal niet uit. Dat leverde eerder dit seizoen een bijzonder pijnlijke afstraffing tegen AS Trencín op en ook tegen Groningen ging het een aantal keer helemaal mis. Na een paar minuten was er al een curieus misverstand tussen Sven van Beek en Kenneth Vermeer dat door de doelman ternauwernood gecorrigeerd kon worden.
Feyenoord bleef proberen op te bouwen en van achteruit aanvallen op te zetten, maar de Rotterdammers misten de automatismen om onder druk van een tegenstander verzorgd te voetballen. Het is een probleem dat zich al het hele seizoen voordoet: Feyenoord blijft de bal achterin eindeloos rondspelen op zoek naar een opening, maar als die opening zich dan openbaart wordt daar vaak geen gebruik van gemaakt.
Van alle Eredivisie-teams verstuurt Feyenoord met grote afstand de meeste passes op de eigen helft. Typerend is dat winteraanwinst Cuco Martina in zijn eerste twee wedstrijden voor Feyenoord gemiddeld meer passes verstuurde dan iedere andere voetballer in de Eredivisie. De van Everton overgekomen verdediger was amper een week in dienst bij Feyenoord en werd meteen met het verzorgen van de opbouw belast. In de Nederlandse competitie zijn Jordy Clasie en Berghuis respectievelijk de middenvelder en aanvaller met de meeste passes op eigen helft. Op de passmap van het duel met Groningen is dat duidelijk terug te zien. Feyenoord had ruim 64 procent balbezit, maar dat concentreerde zich vooral op de eigen helft.
Feyenoord is wereldkampioen terugspelen op de keeper
Vermeer had bijna evenveel balcontacten als Robin van Persie en Nicolai Jørgensen bij elkaar, Feyenoord had überhaupt maar vier balcontacten in het strafschopgebied van Groningen. Dat was het op één na laagste aantal voor een Eredivisie-team dit hele seizoen. Alleen Excelsior deed het op bezoek bij PSV slechter. Met name Berghuis trok dit seizoen al meerdere malen aan de bel over het onvermogen in de opbouw bij de Rotterdammers. ‘We maken telkens dezelfde fouten. Ons veldspel is niet goed genoeg, het gaat veel te langzaam’, gaf hij regelmatig aan. Pijnlijk is ook de disconnectie tussen Van Persie en Jørgensen. Het duo stond dit seizoen zeven uur lang samen op het veld, maar Van Persie speelde de Deen pas vier keer aan. De laatste keer was in oktober, bijna vier maanden geleden.
Passes op eigen helft (Eredivisie):
Feyenoord | 5643 |
PEC Zwolle | 5180 |
AZ | 5023 |
PSV | 5011 |
NAC Breda | 4712 |
Ajax | 4597 |
Bij de slechtste wedstrijden van dit seizoen – de uitduels met Trencín, De Graafschap, Excelsior, PEC Zwolle en FC Groningen en het thuisduel met Fortuna Sittard – had Feyenoord telkens een balbezitpercentage van boven de zestig procent. Tegelijkertijd had de tegenstander in bijna al die wedstrijden de meeste kansen en doelpogingen.
Feyenoord is op zijn best als ze zich kunnen vastbijten in de tegenstander
De beste wedstrijden van dit seizoen - thuis tegen Ajax en PSV – had Feyenoord juist minder balbezit dan de tegenstander. In die duels hoefden de Rotterdammers het spel niet te maken en beten ze zich vast in de opponent. Ook de overtuigende thuiszeges op Excelsior en PEC kwamen tot stand met relatief weinig balbezit. Bovenstaande uitspraken van Willem van Hanegem blijken wat dat betreft aardig te kloppen.
Komende week wacht met de wedstrijd tegen PSV wat dat betreft een interessant duel. In de twee confrontaties tussen de ploegen van Van Bommel en Van Bronckhorst hadden de Eindhovenaren tweemaal meer balbezit, maar trok Feyenoord uiteindelijk aan het langste eind.
In aanloop naar de wedstrijd in Eindhoven zal Feyenoord zich wel zorgen maken over de vorm in uitduels. Die is dit seizoen namelijk bedroevend. De ploeg van Van Bronckhorst won in het Eredivisie-seizoen 2018/19 slechts drie van zijn elf uitwedstrijden, de laatste zege buiten De Kuip dateert alweer van 9 december (FC Emmen, 1-4). De Drentse promovendus is een van de zeven teams die het beter doen in uitduels dan Feyenoord. Het negatieve doelsaldo van Feyenoord buitenshuis baart ook zorgen.
Clubs | Uitduels | Punten | Doelsaldo |
---|---|---|---|
PSV | 11 | 24 | 30-12 |
Ajax | 11 | 24 | 30-13 |
AZ | 11 | 19 | 22-17 |
Willem II | 12 | 17 | 20-23 |
SC Heerenveen | 11 | 16 | 28-24 |
PEC Zwolle | 11 | 14 | 9-14 |
FC Emmen | 11 | 14 | 13-27 |
Feyenoord | 11 | 12 | 17-19 |
Kijken we naar de cijfers op het gebied van fysieke duels, dan is er nauwelijks een verschil te ontdekken tussen thuis- en uitduels van Feyenoord. In beide gevallen gaan de Rotterdammers ongeveer even veel duels aan en ligt het succespercentage daarbij op zo'n 52 procent. Hetzelfde geldt voor luchtduels en tackles.
Er is een groot verschil tussen Feyenoord thuis en uit
Berghuis lijkt gelijk te hebben met zijn stelling dat het probleem van Feyenoord in uitduels niet ligt in een gebrek aan inzet of strijd. Waar gaat het dan wel mis? In het voetballende gedeelte. In uitwedstrijden wordt Feyenoord over het algemeen meer onder druk gezet en dat leidt tot fouten. In wedstrijden op vreemde bodem verspeelt Feyenoord meer ballen op eigen helft en heeft de club al drie fatale fouten gemaakt. In De Kuip overkwam dat de ploeg van Van Bronckhorst nog niet.
De afhankelijkheid van Berghuis is ook een issue. De rechtsbuiten schept dit seizoen met afstand de meeste kansen in de Eredivisie: 77. Dat zijn er meer dan het gehele middenveld bij elkaar: Clasie, Tonny Vilhena en Jens Toornstra komen samen tot 72 gecreëerde kansen. Als de buitenspeler zijn dag niet heeft of gewoon goed wordt verdedigd, levert Feyenoord een enorm deel van zijn creativiteit in. Het maakt de ploeg kwetsbaar, dat bleek onder meer afgelopen seizoen, toen de aanvaller nog voor rust de strijd moest staken met een rode kaart.
Feyenoord | Thuis | Uit |
---|---|---|
Wedstrijden | 11 | 11 |
Goals | 30 | 17 |
Tegengoals | 9 | 19 |
Schoten (incl. geblokte) | 230 | 146 |
Schoten (incl. geblokte) tegenstander | 121 | 162 |
Grote kansen | 31 | 25 |
Balcontacten in 16 opponent | 426 | 279 |
Passes op helft tegenstander | 3038 | 2282 |
Mislukte passes eigen helft | 225 | 311 |
Fouten die leiden tot tegengoal | 0 | 3 |
Een ander probleem in uitduels is dat Feyenoord de bal niet bij Van Persie krijgt. Van alle selectiespelers, dus inclusief doelmannen Justin Bijlow en Vermeer, heeft de routinier gemiddeld de minste balcontacten in uitwedstrijden. En dat terwijl hij de meeste van die duels op het middenveld stond. Hetzelfde geldt overigens voor Jørgensen. De Deen maakt een zeer anoniem seizoen door en komt nauwelijks in het spel van Feyenoord voor. Zijn doelgerichtheid is ook flink verminderd. Liefst 59 Eredivisie-spelers ondernemen meer doelpogingen per wedstrijd dan de 28-jarige spits.
De wedstrijd tegen PSV wordt zo op meerdere fronten een test. Kan Feyenoord voor het eerst sinds het kampioensjaar weer een topper op vreemde bodem winnen? Voor de langere termijn ligt er een uitdaging voor de opvolger van Van Bronckhorst: welke trainer krijgt het positiespel van de Rotterdammers naar het niveau van PSV, Ajax en AZ?