Het was spectaculair. De 5-1 overwinning van PSV op Galatasaray was er eentje die ze in Eindhoven niet snel zullen vergeten. Speciaal voor VI PRO duiken we in het koningskoppel, de klappende Sangaré en de meest onzichtbare man van Eindhoven.
In Eindhoven en omstreken werden ze donderdag met kleine oogjes wakker. Het werd een latertje in het Philips Stadion. Een uur na de 5-1 overwinning was het nog opvallend druk rondom het stadion. Zingende fans in de buurt van de hoofdingang, anderen die even verderop een historische avond evalueerden. PSV had niet enkel een reuzenstap gezet richting de derde voorronde van de Champions League, het had indruk gemaakt. Vollgas-Fusball, een uitmuntende Israëliër en 23.500 fans die het van dichtbij mee mochten maken. Alsof het de Champions League-finale betrof.
Er zullen critici zijn die beweren dat het niet zo veel voorstelt. Dat PSV aantrad tegen een zwak en chaotisch Galatasaray, een veredeld campingelftal dat vanwege de Europese kalender de tentstokken maar in Eindhoven had neergezet. Ja, doelman Fernando Muslera beleefde niet zijn beste avond en Galatasaray was geen razende voetbalmachine. Maar de club uit Istanbul had de laatste twee duels van PSV (Osnabrück en PAOK) uitgebreid geanalyseerd en is het aan hun stand verplicht mee te doen om een Champions League-ticket. Toch kon trainer Fatih Terim na afloop niet anders constateren dat PSV heel veel maatjes te groot was.
