Het Duitse voetbal is ook jarenlang gedomineerd door de verbeten strijd tussen Adidas en Puma. Om zich in het geweld te kunnen onderscheiden wendde Puma zich tot de bijzondere voetballer, de 10. Over Cruijff en co en de aantrekkingskracht op het roofdier.
Er werd een copieuze maaltijd opgediend, in de glazen klotste een dure wijn en de bolknak lag binnen handbereik. Het was 1972 en Cor Coster, de schoonvader van Johan Cruijff, was ontboden in het Franse hoofdkwartier van Adidas in Landersheim. Tegenover hem zat Horst Dassler, de toenmalige topman van het Duitse sportartikelenbedrijf. Ze voerden een act op voor twee voorname mannen, bespiegelden de wereld en kwamen al snel op het onderwerp geld. Dassler schoof Coster een contract toe, op naam gesteld van Johan Cruijff. Die kon op slag 1,2 miljoen gulden toucheren als hij voor vijf jaar zou tekenen bij Adidas.
Cruijff was destijds de shooting star van het Europese voetbal. Vedette van Ajax, winnaar van de Europa Cup, rock-’n-roll tussen de krijtlijnen. Hoewel toen nog maar 25 jaar oud was Cruijff echter ook al een gewiekst zakenman, die zijn schoonvader keiharde onderhandelingen over contracten liet voeren. Horst Dassler ging er dan ook eigenlijk van uit dat hij de loyaliteit van de Nederlandse voetballer toch niet kon kopen, want Cruijff stond al sinds 1967 onder contract bij Puma. Onder die eerste verbintenis stond zelfs de handtekening van zijn moeder. Maar, zo redeneerde Dassler, hij kon in ieder geval de prijs opstuwen en de gehate concurrent zoveel mogelijk verzwakken door een flink gat in het marketingbudget van Puma te branden.