Mike Obiku (49) speelde ruim honderd wedstrijden voor Feyenoord. De meest legendarische deze donderdag precies 23 jaar geleden: het treffen met de zogenoemde Godenzonen van Ajax in 1995. In de kwartfinale van het KNVB-bekertoernooi maakte hij de Golden Goal namens de Rotterdammers (1-2). Voor VI keerde hij twee jaar geleden terug op de plek waar hij zijn grootste triomf boekte, het Olympisch Stadion.
Het is een stralende wintermorgen in januari als Obiku het Olympisch Stadion komt binnendrentelen. Het is zijn eerste weerzien met de plek waar hij 21 jaar geleden furore maakte door in het bekerduel met Ajax de golden goal te maken namens Feyenoord. En dat hij hier is, is op verzoek van Voetbal International. Maar Obiku wekt niet de indruk dat het voor hem een heel erg grote opgave is geweest om vanuit zijn woonplaats Rhoon (een dorp bij Rotterdam) naar Amsterdam te rijden. Zodra hij zich via de grote zwarte stadionpoort toegang heeft verschaft tot de voor hem heilige grond, is hij als de koe die na jaren stal eindelijk weer de wei in mag.
‘Eén doelpunt is soms genoeg om historie te schrijven. En die historie heb ik geschreven voor Feyenoord’
De aanvaller lacht zijn tanden bloot, schudt de hand van de terreinmeester met het enthousiasme alsof het zijn lievelingsoom betreft, en klapt triomfantelijk naar de tribunes. Dat daar nu geen veertigduizend toeschouwers zitten, zoals op die waterkoude 8ste maart van 1995, maar alleen drie medewerkers van de hoofdstedelijke afval- en reinigingsdienst, lijkt de Nigeriaan niet zo gek veel uit te maken. Amper binnen is hij, als hij zichzelf al heeft getrakteerd op een ereronde over de sintelbaan. ‘Obiku, ohoh’, echoot zijn stem door het monumentale voetbalbolwerk. Obiku heeft dan al zes keer ‘ongelooflijk’ gezegd.
Obiku terug op de plek waar hij onsterfelijk werd