Feyenoord hoopt Sebastian Szymanski snel vast te leggen en daarmee definitief over te nemen van Dinamo Moskou. Dat zou goed nieuws betekenen voor Arne Slot, die in de Poolse aanvallende middenvelder een cruciale schakel in zijn elftal ziet.
Tonny Bruins Slot zit op de tribune bij Legia Warschau. De - intussen helaas overleden - topscout is daar om de Poolse topclub te analyseren, tegen wie Ajax later de achtste finales speelt van de Europa League. TBS zit naast Jan de Zeeuw. Hij is een kenner van het Poolse voetbal en begeleidde eind jaren negentig nog Jerzy Dudek bij Feyenoord. In het Wojska Polskiego stadion praten de Nederlanders over het voetbal in Polen.
Het grote voetballand had gouden jaren gekend met een gouden lichting spelers, zoals Grzegorgz Lato, Zbigniew Boniek en Wlodzimierz Smolarek. De curve van golfbeweging aan talent zakte vervolgens naar beneden, maar in 2008 stonden de Polen er weer onder leiding van bondscoach Leo Beenhakker. Vier jaar later organiseerden ze zelf het EK. Dat zorgde voor nieuwe stadions en nieuw elan, zodat het clubvoetbal ook een vlucht vooruit nam. Met de groei kwamen ook de talenten.
Terwijl Legia verder voetbalt, klapt Bruins Slot zijn boekje dicht. Genoeg gezien. Daarna wijst hij naar de dug-out van Legia. “Ken je Szymanski”, vraagt de Ajax-scout vervolgens aan Feyenoord-supporter De Zeeuw. Natúúrlijk kent hij deze speler die in Polen dan al staat genoteerd als een van de grootste talenten van zijn generatie. “Die jongen is de beste van iedereen”, vervolgt Bruins Slot. “Hij moet alleen fysiek nog wat sterker worden”.