De agressieve wijze van drukzetten op het moment van balverlies is vorig seizoen de basis geweest van de verrassende Europa League-finaleplek van Ajax. Dit seizoen probeert trainer Marcel Keizer voort te bouwen op dat fundament, maar dat lukt slechts mondjesmaat. Hoe de vijfsecondenregel langzaam uit het spel van Ajax dreigt te verdwijnen.
Zo zorgeloos als de 4-0 eindstanden tegen SC Heerenveen en Sparta Rotterdam doen vermoeden, zijn deze duels in de praktijk niet voor Ajax. Zowel de Friezen als de Rotterdammers komen in de eerste helft tot grote kansen via omschakelmomenten, het spelonderdeel waarin de Amsterdammers vorig seizoen domineerden. Deze jaargang spelen tegenstanders zich steeds vaker onder de eerste druk uit, waardoor de kwetsbaarheid van de verdediging in grote ruimtes aan het licht komt.
De verdedigende uitdaging voor Keizer en consorten is groter geworden door het vertrek van Davinson Sánchez, die met zijn snelheid en duelkracht vaak de redder in nood was. Joël Veltman, Matthijs de Ligt, Maximilian Wöber en Nick Viergever, die inmiddels de defensie vormen, ontberen deze specifieke kwaliteiten. Dat maakt het nog belangrijker om de bal binnen vijf seconden terug te winnen, maar juist de patronen die dit mogelijk maken, dreigen langzaam te verdwijnen.
