Feyenoord heeft zich in eigen huis knap langs AS Roma geknokt: 1-0. Tactische analyse van de rol van Orkun Kökçü tijdens die zege.
Woedend stormen Arne Slot en Marino Pusic op de vierde man af. In de voorbereiding op het thuisduel met AS Roma heeft Slot eindeloos benadrukt dat zijn ploeg niet op achterstand moet komen. Vlak voor rust dreigt dat toch te gebeuren. Mats Wieffer krijgt bij een hoekschop van AS Roma de bal tegen zijn hand. Arbiter José Sánchez wijst naar de stip en dus lijkt José Mourinho opnieuw zijn zin te gaan krijgen. De bezoekers hebben minder balbezit, nemen geen enkel initiatief en lijken toch een doelpunt cadeau te krijgen.
Anders dan in de Conference League-finale gaat de eerste goede kans van AS Roma niet meteen raak. Lorenzo Pellegrini schiet vanaf elf meter namelijk tegen de paal.
Door die misser sneeuwt dit keer niet onder dat Feyenoord in de eerste helft best behoorlijk voetbalt. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor Orkun Kökçü.
De opstelling van Mourinho in Rotterdam suggereert dat hij Kökçü als hét grote gevaar van Feyenoord geïdentificeerd heeft. Roma speelt in de meeste gevallen met twee controlerende middenvelders. Daarvoor staan drie creatieve spelers. Soms zijn dat twee spitsen met één nummer 10 erachter, in andere gevallen twee schaduwspitsen met één diepe spits ervoor. Tegen Feyenoord opteert Mourinho voor een derde variant: twee aanvallers, met drie pure middenvelders daarachter. Nemanja Matic staat als enige controleur voor de defensie geposteerd, met Bryan Cristante (rechts) en Lorenzo Pellegrini (links) voor zich. Dit betekent dat mannetjesputter Cristante in de zone staat waar hij Kökçü voor de voeten moet lopen.
Toch ontsnapt de captain alsnog vaak aan de dekking van Roma.
