Door een 2-0 nederlaag tegen Tsjechië is het EK voor Nederland in de achtste finale al voorbij. Tactische analyse van de wijze waarop Tsjechië door Oranje in de kaart gespeeld is.
De 52ste minuut van Nederland - Tsjechië leent zich voor de eeuwige wat als-vraag. Eerst duikt Donyell Malen alleen op voor Tomas Vaclik, maar komt hij na een imposante dribbel niet tot een schot. Daarna schat Matthijs de Ligt een lange bal van Tsjechië helemaal verkeerd in. Hij glijdt onderuit en maakt hands. Wat op advies van de videoscheidsrechter een rode kaart oplevert. Dat pijnlijke moment voor De Ligt breekt een wedstrijd open die tot dat moment totaal gesloten is geweest. Met tien man verandert de opdracht voor Nederland van creëren naar counteren.
Vooraf is in de opstelling van het Nederlands elftal slechts een groot vraagteken geweest: Wout Weghorst of Donyell Malen? In zijn toelichting op de keuze voor Malen geeft Frank de Boer bij de NOS meteen een stuk van zijn strijdplan bloot. 'Met zijn snelheid willen we voor dreiging zorgen. De verdedigers van Tsjechië zijn niet de allersnelste, hopelijk kunnen we daarvan profiteren', zegt De Boer.
Binnen een minuut is te zien dat Oranje dit in de praktijk brengt. Waar Tsjechië tegenstanders eigenlijk wil verleiden tot geschuif achterin speelt Nederland extreem direct. De passzuiverheid ligt in de eerste helft slechts op 75 procent. Dat is aanzienlijk lager dan tegen Oekraïne (90 procent), Oostenrijk (79 procent) en Noord-Macedonië (86 procent). Deels is dat zinvol bij het zoeken van de ruimte achter de weinig wendbare centrale verdedigers Ondrej Celustka en Tomas Kalas. Deels wordt Tsjechië in de kaart gespeeld door dit directe spel. Dat valt vooral Maarten Stekelenburg aan te rekenen.