Exact een jaar na zijn debuut in de basis tegen Frankrijk, won het Nederlands elftal afgelopen maandagavond in en tegen Estland en is het hard op weg zich te plaatsen voor Euro 2020. Dat is niet alléén het werk van Frenkie de Jong, maar de Passing Master heeft met zijn manier van spelen wel een enorme impact op het voetbal én de revival van Oranje.
De New Wave hoefde niet eens grootse vormen aan te nemen om over Estland heen te rollen, afgelopen maandagavond in Tallinn. De spelers van Oranje deden wat ze móésten doen: winnen en heel blijven. De manier waarop het gebeurde beklijfde misschien veel minder dan drie dagen eerder in Hamburg, waar het Nederlands elftal een van de mooiste zeges boekte van de laatste jaren, met als resultaat dat het de regie in Groep C van de kwalificatie voor Euro 2020 weer helemaal in eigen hand heeft genomen.
Was het vrijdag formidabel, dan bleef Oranje in de A. Le Coq Arena steken op een ruime voldoende. Wat kon er beter na Duitsland? Niet veel, al plakte bondscoach Ronald Koeman wel een extra eis op de opdracht: hij was benieuwd hoe zijn formatie zich zou houden in een uitwedstrijd tegen een opponent met (veel) minder kwaliteit. Zo veel van die duels had Oranje de laatste anderhalf jaar onder Koeman nou ook weer niet gespeeld, de ploeg trof vooral de wereldtop. Ga maar na: vier keer Duitsland, tweemaal Frankrijk, Portugal en Engeland. Slechts Wit-Rusland was een eenvoudige opgave en die (thuis)wedstrijd vormde ook geen enkel probleem: 4-0, dezelfde marge als in Estland.
Gerelateerde artikelen
