Ajax treft met Besiktas een gehavende tegenstander in een vormcrisis. Tactische introductie van de kampioen van Turkije.
Stel je voor dat Ajax het de komende Champions League-wedstrijd zonder Jurriën Timber, Lisandro Martínez, Daley Blind, Ryan Gravenberch en Antony moet doen. En het nog de vraag is of Noussair Mazraoui, Sébastien Haller en Dusan Tadic op tijd hersteld zijn. Dat is ongeveer de alarmerende situatie waarin Besiktas afreist naar de Johan Cruijff Arena.
Vrijdag zag Sergen Yalçın de Wet van Murphy in werking treden. In het laatste competitieduel voor Ajax waren een afgekeurd doelpunt, twee individuele fouten, een 2-1 nederlaag en het verliezen van de koppositie nog de minste zorgen voor de Besiktas-trainer. Yalçin had tegen Altay geen enkele centrale verdediger tot zijn beschikking. Domagoj Vida was al langer afwezig en recent vielen Welinton en Francisco Montero weg. Middenvelders Mehmet Topal en Necip Uysal die eerder werden ingezet als noodverband lagen er ook uit. Dus bestond het hart van het elftal uit de 38-jarige middenvelder Atiba Hutchinson en de achttienjarige debutant Serdar Saatçı. Zij werden geflankeerd door twee linksbacks, omdat rechtsachter Valentin Rosier zowel geschorst als licht geblesseerd was.
Voorin bleek Besiktas minstens zo gehavend. Rechtsbuiten Rachid Ghezzal, spits Michy Batshuayi en linksbuiten Cyle Larin, die samen de voorhoede vormden tegen Borussia Dortmund, waren stuk voor stuk afwezig. Op back-ups Alex Teixeira en Georges-Kévin Nkoudou kon Yalçin wegens blessures geen beroep doen.
Alleen op middenveld kon Yalçın nog beschikken over vaste kern. Tot Miralem Pjanic in de dertigste minuut naar zijn linker hamstring greep. Yalçin bevestigde na afloop dat de van Barcelona gehuurde spelmaker hierdoor het duel met Ajax mist. Achter de namen van Oguzhan Özyakup en Hutchinson, die beiden net als Pjanic last kregen tijdens het duel met Altay, staat nog een vraagteken vanwege spierklachten. Hij rekende wél op de aanwezigheid van Rosier, Uysal, Batshuayi en Larin in Amsterdam. Dat neemt niet weg dat Erik ten Hag zijn ploeg kan voorbereiden op een tegenstander die flink wat kwaliteit mist en afgaande op de laatste competitiewedstrijden inlevert aan automatismen.