Waar in Nederland het hele EK is gediscussieerd over systemen heeft Italië het toernooi gewonnen met een filosofie waarin niet langer over posities gesproken wordt. Hoe Roberto Mancini met Italië zegevierde via vier principes van de Hollandse School.
1. Ontregel met positiewisselingen
Erik ten Hag kreeg afgelopen week de vraag die in Nederland eindeloos vaak gesteld werd. Hoe dacht de Ajax-trainer over de 5-3-2-formatie van Oranje? De verhandeling die volgde, demonstreerde dat Ten Hag de verkeerde vraag kreeg. Omdat het internationale voetbal zó dynamisch is dat praten over formaties kroegpraat geworden is. ‘Een systeem is maar iets statisch’, lichtte Ten Hag toe. ‘Als je Ajax ziet voetballen, kun je er niet zoiets op leggen. Ons veldspel in balbezit is heel dynamisch. In balbezit spelen wij vaak met drie man achterin en dat heeft een reden. Op die manier kunnen we hoger op het veld een overtal creëren.’ Bij balbezit van de tegenstander lost Ten Hag dit anders op. ‘Dan proberen we hoog druk te zetten. Dat gaat denk ik beter met vier man van achteruit.’
Het lijkt erop dat je één of meerdere social media-scripts op VI.nl hebt uitgeschakeld. Daarom worden er geen social posts of liveblogs geladen. Wijzig hier je instellingen.
Wat Ten Hag zegt over Ajax kan moeiteloos op Italië geplakt worden. Roberto Mancini heeft bij de EK-winnaar spelprincipes ingeslepen die ervoor zorgen dat de veldbezetting voortdurend verschuift. Spelmaker Jorginho heeft voor dit EK die ideeën in woorden gevat. ‘Iedereen heeft onze filosofie geleerd. Wat de trainer wil, zit in onze hoofden. Iedereen heeft de kwaliteiten om in deze filosofie te spelen. De filosofie is belangrijker dan wie er speelt. ‘Wij willen de bal, wij willen de ruimtes vinden en naar voren spelen’ Iedereen op het veld probeert in die filosofie te voetballen.’
Gerelateerde artikelen
