Analyse Ajax: het Technisch Hart is uitgewerkt
PRO

Analyse Ajax: het Technisch Hart is uitgewerkt

Opnieuw is de maand augustus een sportieve horrormaand geworden voor Ajax. En weer lag de oorzaak van de blamage niet op het veld, maar bij de clubleiding.

Deyovaisio Zeefuik mocht de voorbereiding meedraaien als volwaardig lid van de eerste selectie. Kenny Tete zou Ajax spoedig gaan verlaten en dus kreeg de jongeling de kans om zich aan Joël Veltman te meten. Al snel werd duidelijk dat niet hij, maar een andere rechtsback de concurrent moest worden van de aanvoerder. Toch duurde het opnieuw weken voordat die speler werd aangetrokken.

Luis Manuel Orejuela, een 21-jarige rechtsback werd op 8 augustus aangetrokken. Verrassend. Hij werd al langere tijd gevolgd, maar de interesse in de vleugelverdediger van Deportivo Cali was juist de laatste periode afgenomen. Reden daarvoor was dat de analyses van afgelopen seizoen veelal haken en ogen lieten zien. Orejuela was bij zijn club veranderd van een groot talent met veelzijdige kwaliteiten tot een kwetsbare rechtsback, die geregeld steekjes liet vallen.

Toch liet Marc Overmars plotseling weten dat hij de Colombiaanse verdediger zo snel mogelijk naar Ajax wilde halen. De volgers van het Colombiaanse voetbal waren verbaasd, ook binnen en rond de Amsterdamse club keken mensen verrast op, maar ook weer niet. De interesse in Mateo Barac was evenzeer een surprise. Waar de analyses van Orejuela lieten zien dat hij een matig seizoen achter de rug had, gaven de technische en tactische vaardigheden van de Kroaat aan dat hij niet kan opbouwen en daardoor ongeschikt is. Uiteindelijk kwam Barac niet door de medische keuring heen, waardoor de transfer afketste.

En Zeefuik? Die kreeg begin augustus met de exotische aankoop Orejuela het signaal dat hij toch niet voldoet als stand-in als rechtsback. Maar door de afhandeling van de transfer moest hij wel paraat staan. Zelfs op een dusdanige wijze, dat hij donderdagavond door Marcel Keizer werd ingezet om Ajax extra defensieve houvast te geven in de slotfase. De tegengoals lagen zeker niet alleen aan Zeefuik, maar de wissel met Kasper Dolberg en het omzetten van allerlei posities was wel een kapitale blunder. Toch schuilde in de wissel bovenal een veel groter probleem. Een speler die niet goed genoeg werd bevonden als tweede rechtsback, moest de Amsterdammers helpen te overleven.

Het plan mislukte hopeloos met een historische blamage als resultaat. De kritiek op Marcel Keizer zwelt aan, maar het is het benoemen van een gevolg. Het gevolg van een structurele vorm van wanbeleid van de clubleiding. Het Technisch Hart van Ajax werd in het leven geroepen om Ajax verder te helpen. Geen enkele beslissing mocht meer gedaan worden door een individu. Gevolg is dat de club verstrikt is geraakt in praatclubjes, gekonkel, besluiteloosheid en armoede. Niet financieel, de bankrekening is voller dan ooit, maar wel op sportief vlak. Terwijl de overtuiging half juni nog zo groot was.

Wie repte over de lijn Bosz na zijn plotselinge vertrek had het mis, het was bovenal de lijn Ajax. Ofwel: volgens het Technisch Hart had Bosz het aardig gedaan, maar het moest niet overdreven worden. Geen prijs, wel een Europese finale, maar daar kwam toch wel veel geluk bij kijken. Aldus de evaluatie van het Technisch Hart. En Bosz had geen plan B, had de verkeerde spelers opgesteld in de topper tegen PSV en liet te weinig jeugd doorbreken. Dus hij moest helemaal niet denken dat hij zomaar een andere assistent kon nemen voor Hennie Spijkerman. Het Technisch Hart sloeg de piketpaaltjes en Bosz wist voldoende. Deze strijd kon hij niet winnen en met Borussia Dortmund kwam de ideale oplossing al snel voorbij.

'Volgens het Technisch Hart had Bosz het aardig gedaan, maar het moest niet overdreven worden.'

Onderdeel van het afscheid nemen van Bosz waren de verschillende meningen binnen het Technisch Hart. Dennis Bergkamp en Edwin van der Sar vonden het prima om afscheid te nemen van de trainer, tot afkeer van Marc Overmars. De directeur spelerszaken kon uitstekend samenwerken met Bosz. Door zijn eigen ervaringen als technisch directeur (van Feyenoord) kende Bosz de valkuilen van het werk van een td bij een topclub. Hij ging dus geen moment openlijk op de stoel zitten van Overmars, dronk dagelijks koffie met hem, waarbij er een duidelijke klik ontstond. Hoezeer Bosz ook hoopte op een linksback en een linksbuiten, hij trad nooit kritisch naar buiten dat de clubleiding er maar niet in slaagde om toe te slaan. Overmars was dan ook voorstander van het aanblijven van Bosz, en daarmee indirect voor het afscheid nemen van Spijkerman, Bergkamp, L'Ami en Rekelhof bij de eerste selectie. Maar hij had geen meerderheid en was bovendien verantwoordelijk voor de spelerszaken, niet voor de invulling van de staf. Zo was dat nou eenmaal vastgelegd in het Technisch Hart, waar Bergkamp als assistent-trainer wel een duidelijke stem mocht hebben, Saïd Ouaali als hoofd jeugdopleiding mee mocht praten, en Edwin van der Sar als voorzitter de eindbeslissing nam. Overmars stond alleen en accepteerde het afscheid van Bosz.

Daarop volgde al spoedig het volgende twistpunt binnen het Technisch Hart. Voor de opvolging zagen Van der Sar, en vooral Bergkamp, het helemaal in Marcel Keizer zitten. Overmars gaf aan dat er ook nog naar externe kandidaten moest worden gekeken, onder meer naar Michael Laudrup, en gaf daarmee zijn twijfels aan. De beslissing stond echter al vast: vanaf het eerst moment na het vertrek van Bosz was het duidelijk voor Van der Sar en Bergkamp dat Keizer het moest overnemen. Daarmee zouden ook Bergkamp zelf, Spijkerman, l'Ami en Rekelhof gewoon bij de eerste selectie betrokken kunnen blijven. Weg met de onrust, Ajax kon verder gaan op de ingeslagen weg, zo beredeneerde het merendeel van de leiding. Opnieuw werd erop gewezen dat Overmars verantwoordelijk is voor het spelersbeleid en niet voor de staf.

Een feeststemming bij Marc Overmars, Hendrie Krüzen, Peter Bosz en Edwin van der Sar na het bereiken van de Europa League-finale.
Een feeststemming bij Marc Overmars, Hendrie Krüzen, Peter Bosz en Edwin van der Sar na het bereiken van de Europa League-finale.

Het is met de kennis van nu opnieuw de omgekeerde wereld gebleken. Als Overmars als technisch directeur het voor het zeggen had gehad, was Bosz momenteel mogelijk nog trainer van Ajax geweest. Toch is dat wijze besluit niet genomen, maar heeft hij de portefeuille spelerszaken onder zijn hoede. En juist daarin laat Ajax jaar in jaar uit grote mankementen zien. Het verkopen van spelers gebeurt op een zeer efficiënte wijze, met klinkende zwarte cijfers tot gevolg, alleen het aankoopbeleid is verworden tot een achilleshiel van de club.

Rode draad is de alleszeggende eigenschap van Ajax om de selectie aan het begin van het seizoen totaal niet op orde te hebben. Een mix van besluiteloosheid, verkeerde inschattingen van eigen talent en een gebrek aan visie richting de toekomst zorgt ervoor dat Ajax in een pijnlijke vicieuze cirkel terecht is gekomen. Er is voldoende geld, maar investeringen worden afgewacht want zijn mogelijk niet nodig, waardoor de club met een kwetsbare selectie start en daarmee averij oploopt in de maand augustus in de competitie en Europees. De paniek slaat toe, het is crisis in Amsterdam, en dus moet alsnog worden gerepareerd en een achtervolging worden ingezet. Keer op keer. De kracht van de bal bepaalt uiteindelijk het lot.

Talloze voorbeelden zijn te noemen, van Hakim Ziyech tot Siem de Jong, maar daarbij is het vooral reageren. Ook deze zomer komt een gebrekkige visie aan het oppervlak. In het voorjaar was het al duidelijk dat Davy Klaassen zou vertrekken, dat Bertrand Traoré niet nog een jaar in Amsterdam zou voetballen. En ook de kwaliteiten van Davinson Sánchez en Kasper Dolberg werden nauwlettend door allerlei Europese topclubs gevolgd. De clubleiding had alle tijd om het huiswerk goed te doen en de lijstjes met vervangers rond te maken, maar tevergeefs. Twee reservekeepers en een tweede spits werden aangetrokken, verder regeerde de kunst van het opportunisme. Het ene moment had een speler (Mitchell Dijks) geen rugnummer of plek in de selectie, het andere moment was hij basisspeler. Net zoals de wensenlijstjes ook dit jaar weer alles weg hebben van de aandelenkoers. Op de ene dag hoopt de club een linkeraanvaller en een linksback te strikken, maar een dag later moest er plots alleen een middenvelder nog bijkomen.

'De clubleiding had alle tijd om het huiswerk goed te doen en de lijstjes met vervangers rond te maken, maar tevergeefs.'

Het is niet alleen het beeld van de buitenwereld, het probleem is dat de combinatie van opportunisme en amateurisme hoogtij viert binnen de clubleiding. Ajax laat blijken verrast te zijn door het vertrek van Sanchez, terwijl dit voor iedereen al maandenlang tot de mogelijkheden behoorde. Een centrale verdediger uit Oostenrijk en een rechtsback uit Colombia moeten nu de gaten dichten, terwijl er al historische averij is opgelopen. En in de tussentijd werden op dezelfde posities Kenny Tete en Jaïro Riedewald van de hand gedaan. Beide spelers hadden aanvankelijk hoop onder een nieuwe trainer te kunnen jagen op revanche, maar kregen al snel door dat Ajax het liefst zo snel mogelijk van hen af wilde. Ze werden van de hand gedaan, zonder dat er ook maar zicht was op vervangers. Met alle gevolgen vandien. Dat er van een leermoment geen sprake is, werd afgelopen week weer duidelijk. Maakte de clubleiding vorig jaar nog in de zomer een kapitale inschattingsfout in de soap Hakim Ziyech, deze keer is het huiswerk weer niet tijdig en bekwaam afgerond. AS Monaco is in de markt voor Dolberg. Dat er interesse zou komen voor de Deen, is voor niemand een verrassing, maar een adequaat lijstje met mogelijke vervangers was tot enkele dagen geleden niet beschikbaar. Gevolg dat vorige week plotseling allerlei lijntjes werden uitgegooid binnen de club om tot een lijst met potentiële nieuwe spitsen te komen. Opnieuw is het niet ageren, maar reageren. En dat in een periode waarin Ajax het Europese succes had kunnen benutten. Ajax stond weer op de kaart, met grote woorden als "we are back." In plaats van de euforie verzilveren, maakte de club van zichzelf het slachtoffer. En heeft het opnieuw het nakijken.

Het is een pijnlijk repeterend verhaal geworden in de hoofdstad. Ajax heerst op financieel vlak, maar schuttert op de andere onderdelen. De vraag is bovenal: hoe lang nog? 'Ik denk dat iedereen goed naar zichzelf moet kijken', sprak algemeen directeur Edwin van der Sar donderdagavond na het debacle. Het voelt als een déjà vu, waarbij de ware observatie waarschijnlijk dan ook niet zal worden gemaakt. Zoals altijd zal het excuses worden genoemd dat topspelers niet naar de Eredivisie willen komen. Een drogreden, aangezien het recente verleden, ook bij Ajax, heeft uitgewezen dat spelers met kwalitatieve meerwaarde altijd haalbaar zijn als het beleid op orde is en het sportieve verhaal klopt. Juist door het recente succes in Europa en de financiële status had Ajax het ideale moment van doorpakken in handen. Maar het heeft het zelf laten glippen.

Dat zal nu alweer lastig worden, aangezien een seizoen zonder Europees voetbal de naam van Ajax te grabbel gooit. Volgens traditie nadert dan ook weer een volgend bekend hoofdstuk: die van de paniekaankoop. De naam van Rodrigo Caio waait over vanuit Brazilië. Een 24-jarige verdediger van São Paulo waar een transfersom van naar verluidt veertien miljoen euro voor wordt neergeteld. Geheel volgens traditie heeft ook deze verdediger weinig overtuigende indrukken achtergelaten en werd donderdag nog door Overmars op het eigen clubkanaal gesuggereerd dat de achterhoede met de komst van Maximilian Wöber op orde was. Een dag later is het echter code rood in Amsterdam en wordt een paniektransfer niet langer meer uitgesloten. En zo blijven de wanorde en chaos zichzelf maar voeden en in stand houden.

Net zolang tot het moment van het objectieve constateren daar is. Het moment van een conclusie van wat iedereen al enige tijd weet. Zeventig jaar geleden werd de opstelling van een ploeg bepaald door een technische commissie. Al heel snel kwam men er achter dat dit niet werkte. Een voetbalploeg laat zich niet leiden als een democratie, dus werd een trainer aangesteld. Inmiddels is kraakhelder dat een technisch beleid van een club geen praatclubje kan zijn met meeste stemmen gelden. Na alle vormen van wanbeleid rest dan ook één gedachte: het Technisch Hart is uitgewerkt.