'Sigarenrokers zijn geen onruststokers'

Na ieder televisie-optreden tref ik op de VI-redactie een beeldscherm vol e-mails aan. Het gaat zelden over voetbal of inhoudelijke zaken die in het programma aan de orde zijn geweest, het gaat bijna altijd over roken. Een sigaar opsteken op tv zien veel kijkers bijna als crimineel gedrag. Dat bekende tv persoonlijkheden tijdens uitzendingen limonadeglazen met alcoholische dranken leeglurken, vindt niemand kennelijk een probleem. De lange tirades van de obsessieve leden van Clean Air Nederland lees ik al niet meer. In hun selectieve verontwaardiging willen deze drammers heel Nederland rookvrij maken, want meeroken is ook dodelijk. Deze CAN-fanaten moeten al hoesten als ze een rookpluim op de televisie zien en klimmen meteen op de barricaden. Ik zie ze nooit protesteren tegen overmatig alcoholgebruik en de gevolgen daarvan, of tegen verkeersongelukken, vandalisme en agressie.

'Sigarenrokers zijn geen onruststokers'

Een sigarenroker is geen onruststoker, maar ruim vijftigduizend vrouwen worden jaarlijks in elkaar geslagen en mishandeld als manlief met een stuk in zijn kraag thuiskomt. De helft van Nederland is te dik, waardoor hart- en vaatziekten en diabetes oprukken, wat een vermogen kost. Ik zie de hysterische dwingelanden van CAN nooit protesteren bij zo’n vreetschuur waar het junkfood over de toonbank vliegt. Toch kan ik me niet voorstellen dat alle leden van de CAN-secte op de Veluwe, in Drenthe of aan de Friese meren wonen. Zij leven ook gewoon in industriegebieden, waar de lucht minder schoon is. Zij doen ook boodschappen in de stad en ademen vrolijk alle uitlaatgassen in. Maar hun selectieve verontwaardiging blijft op de roker gericht. Ik kan alle drogredenen wel dromen: op de televisie heb je een voorbeeldfunctie, roken in een sportprogramma kan niet, ik laat de andere gasten meeroken.

Waar maken die mensen zich druk om? Ik ben 54 jaar en weet heel goed dat roken niet gezond is, maar mag ik dat zelf bepalen? Ik houd me overal keurig aan de huisregels, vraag altijd of iemand er bezwaar tegen heeft als ik rook. En ik weiger zoals Hans Kraay senior, Bert van Marwijk, Henk ten Cate, Frank Rijkaard, Ronald Koeman, Johan Neeskens en Freek de Jonge alleen tijdens de reclame te roken. Ik sla mijn vrouw niet, begin iedere dag, als de CAN-kliek nog in bed ligt, met een duurloop van tien kilometer en ik rijd vervolgens twintig kilometer op de racefiets. Ik eet gezond, ben geheelonthouder, ik rook alleen een sigaartje. ’s Morgens een Matelief, de rest van de dag een Corona. Van een klein, maar exclusief fabriekje uit Kampen, want het leven is te kort om slechte sigaren te roken.

Deze gekte tegen tabak is komen overwaaien uit Amerika, het begon ooit in Californië. In San Francisco mocht ik vorig jaar niet eens op het terras voor een restaurant roken. In Boston vond ik na lang zoeken een café voor rokers, maar daar mochten alleen sigaretten worden gerookt en in New York hebben rokers geen leven meer. Burgemeester Michael Bloomberg joeg een algeheel verbod voor roken op werkplekken door de gemeenteraad en dat geldt ook voor cafés, bars en restaurants. In Nederland wordt het ook steeds gekker. Els Borst wilde als minister zelfs de hele tabaksindustrie uit Nederland verbannen. Ik kan me niet voorstellen dat er ooit nog een roker op D66 stemt.

Roken in de horeca is een actueel onderwerp, want het personeel rookt mee. In treinen en op stations mag ook niet meer worden gerookt. De Nederlandse Spoorwegen kan de treinen niet op tijd laten rijden, de agressie in treinen is verontrustend, het zwartrijden neemt toe, maar roken in een speciale coupé is nu verboden, want de conducteur rookte mee. Dat hij een coupé verder door een paar zwartrijders wordt geïntimideerd, is blijkbaar minder relevant. U moet me goed begrijpen, ik besef heel goed dat niet-rokers in rookvrije ruimten willen reizen of eten. Maar beseffen zij ook dat rokers dat juist onder het genot van een sigaret of sigaar willen? Daarom begrijp ik dat gezeur over een rookvrije horeca niet. Waarom zijn er dan geen rookvrije kroegen en restaurants? Ik zoek tegen die tijd wel een eetcafé waar ik na de maaltijd een espresso kan drinken met een lekkere sigaar.

In Amerika mag er in stadions niet gerookt worden. Sinds de tribunebrand bij Bradford City in 1985 geldt dat rookverbod ook voor Schotland en Engeland. Het kon niet uitblijven, de rookobsessie is nu ook tot Zeist doorgedrongen. De KNVB start een publieksonderzoek over roken in voetbalstadions. Er ligt al een verzoek bij alle profclubs en stadiondirecties om de mogelijkheden van een rookvrij vak te onderzoeken. Er schijnen zelfs al spelers te hebben geklaagd over rokers op de tribunes. En zo worden de rokers overal als paria’s weggejaagd door een stel fanatici. Hoezo, kwetsende spreekkoren? Verboden te roken! En de politiek laat massaal de oren hangen naar deze actievoerders. De betutteling van de overheid laat geen enkele ruimte voor persoonlijke vrijheid open.

Bij voetbal hoort You’ll never walk alone van Gerry and the Pacemakers en de geur van braadworst, hotdogs en sigaren. Dat heeft veertig jaar lief en leed op de tribune me geleerd. Als mijn opa me vroeger voorlas, stak hij eerst een bolknak op en ik heb mijn naaste familie nooit in paniek horen roepen dat ik zat mee te roken. Nu moet ik in mijn eigen huis, voor de goede vrede, onder de afzuigkap in de keuken een sigaar roken als mijn schoonzussen er met de kinderen zijn. Het zijn best gezellige meiden, maar ze wonen met hun gezinnen in de Rijnmond, waar de kinderen de hele dag lekker buiten spelen. Ik schat dat die kinderen daar wekelijks minstens een pakje shag oproken, om over de kinderen die in een wijk langs de snelweg wonen nog maar te zwijgen.

Zoals ik niets heb tegen rookvrije treincoupés en restaurants, heb ik ook geen bezwaar tegen een rookvrij vak in een stadion. Maar ik hoop niet dat de KNVB heel trendy gaat meehuilen met de wolven in het bos door een algeheel rookverbod in de stadions af te kondigen. Dit land is volledig op hol geslagen als het over roken gaat. Op iedere hoek van de straat kan ik drugs kopen. Volgens mensen die daarvoor hebben gestudeerd, moeten softdrugs zelfs gelegaliseerd worden. Maar als iemand een sigaar opsteekt, wordt hij als een crimineel behandeld en de klassieke sigarenboer als een drugsdealer. Dat gaat me toch ietwat te ver. En al die wetenschappelijke rapporten over meeroken neem ik niet serieus, want het is heel gebruikelijk dat deze wetenschappers voor een fors bedrag de mening van de opdrachtgever benadrukken in dergelijke dossiers. Een commissie van de Gezondheidsraad heeft de gevaren van meeroken onderzocht. Die kwam tot de conclusie dat de kans op longkanker van een meeroker met twintig procent wordt verhoogd, al wisten de geleerden dat ook weer niet helemaal zeker. Maar de politiek wil blijkbaar zieltjes winnen over de rug van de roker, alsof er geen andere prioriteiten zijn.

Met ingang van 2004 moet ik de redactieleden van VI een rookvrije werkplek garanderen. Dat geeft geen problemen, we houden ons keurig aan de regels. Met wat sociale vaardigheden kom je een heel eind. En ik ken mijn anti-rook magiërs. Gelukkig beschik ik over een eigen werkkamer, want ik zou niet weten hoe ik een stukje uit mijn tekstverwerker moet krijgen zonder sigaar.

Johan Derksen

Bekijk hier al onze video's