Pothuizen, negentien jaar prof met bier en sigaretten

Na negentien seizoenen kwam er een einde aan de profloopbaan van Patrick Pothuizen. De 38-jarige verdediger van NEC kijkt met genoegen terug op zijn kleurrijke carrière.

Pothuizen, negentien jaar prof met bier en sigaretten

'Ik kom tegenwoordig veel mensen tegen die verbaasd zijn dat ik het tot mijn 38ste heb volgehouden', aldus Pothuizen in gesprek met Voetbal International. 'Of die zeggen dat ik veel hoger had kunnen voetballen, als ik maar meer voor de sport had geleefd. Allemaal bullshit. Het is echt niet zo dat elke dag van de week op stap ben. Maar ik moet wel mezelf kunnen zijn om te kunnen presteren. En daar hoort af en toe een biertje en een sigaret bij.'

'Vroeger gingen we op maandagavond altijd stappen in Amsterdam', vervolgde de 38-jarige verdediger. 'Dan kwam ik weleens om zeven uur 's ochtends thuis. Maar om tien uur moest er dan alweer worden getraind. Geen probleem. Ik zorgde altijd dat ik voorop liep. Alleen de eerste vijf minuten waren kut. Maar daarna begon je alles eruit te zweten. Even later was je weer als nieuw.'

Pothuizen heeft dan ook mooie herinneringen aan zijn tijd als voetballer. Vooral ook vanwege de avonturen die hij buiten het veld beleefde. 'Met Jack de Gier en Marcel Koning gleed ik op trainingskampen nog weleens langs de regenpijp naar buiten. Of we kochten de obers van het hotel om met een paar shirtjes. Elke keer dat we in de lobby een cola bestelden, zorgde hij er dan voor dat er ook een beetje rum bij zat. Een goede deal.'

'Onder onze trainingspakken droegen we soms onze gewone kleding. Als we dan om elf uur naar bed moesten, was het: trainingspak uit, via de nooduitgang naar buiten en dan zo - hop - de taxi in. Duurde nog geen vijf minuten. Van de acht dagen trainingskamp, waren we er vijf op avontuur. Mooi man. Dat heb je tegenwoordig niet meer. De nieuwe generatie voetballers komt zijn hotelkamer niet meer af. Het gaat ook bijna niet meer. Tegenwoordig wordt alles gecontroleerd en geregistreerd. Hoe zeggen ze dat ook alweer bij die clubs? Meten is weten?'

'Ik speelde bij FC Twente, onder René Vandereycken. Na de wedstrijd ging ik de stad in. Vijf uur ’s ochtends was ik thuis. Wist ik veel dat er de volgende dag een conditietest werd gehouden. Kreeg iedereen zo’n hartslagmeter om. Je mocht niet boven de 160 slagen per minuut komen, zeiden ze. Nou, daar zat ik na vijf minuten al aan. Ben je ziek?, vroeg de verzorger nog aan me. Kun je vanmiddag nog wel trainen? Natuurlijk kon ik nog trainen. Pfff, hartslagmeters… Ik ben blij dat je die vroeger niet had.'

Pothuizen keek uitgebreid terug op zijn loopbaan en imago als losbol. Lees meer in Voetbal International 21, die vanaf woensdag in de winkel ligt.

Bekijk hier al onze video's
Gerelateerde artikelen