Mounir El Hamdaoui: ‘Ik ben zeker niet minder dan Robin van Persie’

Nadat zijn Engelse droom bij Tottenham Hotspur uiteen was gespat, maakt Mounir El Hamdaoui (21) nu een tussenstop op weg naar de Europese top. Willem II redde de balvirtuoos uit de vergetelheid, in Tilburg mag de bloem van weleer weer gaan bloeien. Zijn kleur is hij in elk geval niet verloren; de Eredivisie heeft er een sensatie bij.

Mounir El Hamdaoui: ‘Ik ben zeker niet minder dan Robin van Persie’

Ben je alweer gewend aan Nederland?

‘Ik heb anderhalf jaar in Engeland gewoond en dat is niet zó lang dat je je helemaal aanpast aan de cultuur daar. Natuurlijk zijn er dingen anders, maar in mijn ogen zijn die te verwaarlozen. Ik heb het leven hier meteen opgepakt zoals ik het vóór mijn vertrek naar Engeland had achtergelaten. Leuk om mijn vrienden en familie weer vaak te kunnen zien. Dat is toch een probleem als je in het buitenland woont, maar dát ik ben teruggekeerd had daar niets mee te maken. Ik heb de stap puur op basis van mijn voetbaltoekomst genomen.’

Het liefst was je in Engeland gebleven.

‘Als ik bij Tottenham Hotspur aan spelen was toegekomen, had ik niets te klagen gehad, nee. En dan was ik ook zeker niet teruggekomen. Maar mijn toekomst daar was uitzichtloos. Als talent moet je spelen om beter te worden. In Londen wees niets erop dat dat ook zou gebeuren. Dan moet je ook voor jezelf moeilijke beslissingen durven nemen, want het is niet leuk een club uit het Premiership te verlaten. Maar met Willem II heb ik nu een uitstekend alternatief.’

Halverwege het seizoen 2004/2005 vertrok je van Excelsior naar Tottenham. Met welke verwachtingen ging je naar Londen?

‘In de wetenschap dat ik het in het begin met invalbeurtjes van zo’n twintig minuten zou moeten doen en dat het vervolgens aan mezelf zou liggen hoever ik zou komen. We hadden onderhandeld met Frank Arnesen (destijds technisch directeur van The Spurs, red.) en hij hield me dat beeld ook duidelijk voor. Maar al snel na mijn komst vertrok hij naar Chelsea en was het over met mij. Zijn vertrek is mij fataal geworden. Achteraf bleek dat Arnesen andere plannen met me had dan trainer Martin Jol. De rol die Robin van Persie had bij Arsenal, zou ik bij Tottenham krijgen. Ik moest een belangrijke speler voor de toekomst worden en zou langzaam worden gebracht. Daarom ben ik daar ook naartoe gegaan, het gevoel was goed. Maar als ik wist welke rol ik in werkelijkheid toebedeeld zou krijgen, had ik het nooit gedaan. Een club kan nog zo’n grote naam hebben, zonder speeltijd ben je nergens.’

Heb je het moeilijk gehad met het vertrek van Arnesen?

‘Dat kwam als een mokerslag aan. Daardoor had ik niemand meer om op terug te vallen. Maar dat is het risico van de voetballerij. Kijk naar Tarik Sektioui, die nu bij FC Porto speelt. Co Adriaanse haalde hem omdat híj het in hem zag zitten, maar de kans bestaat dat Sektioui daar nu op een zijspoor belandt. Alle managers en trainers hebben nu eenmaal hun eigen, soms ondoorgrondelijke gedachtegang.’

Maar Arnesen haalde jou toch niet in z’n eentje?

‘Nee, Jol was het er ook mee eens. Hij vond mij altijd al een goede voetballer, had me eerder al naar RKC Waalwijk willen halen. Voor díé club was ik te duur, maar het half miljoen pond (ruim zevenhonderdduizend euro, red.) dat ik moest kosten was voor een grote Engelse club een schijntje. Wat er daarna is gebeurd weet ik niet. In de eerste weken nadat ik overkwam zei Jol dat ik mijn kans zou krijgen. Ik moest geduld hebben, maar mijn minuten zouden zeker komen. Op dat moment hou je je daaraan vast, maar na verloop van tijd geloof je er niet meer in.’

Twijfelde je ook wel eens aan je eigen kunnen? Want was jij wel goed genoeg voor Tottenham Hotspur?

‘Ik ben in mezelf blijven geloven en dat zal ik ook altijd doen. Ik weet wat ik kan. Dagelijks toonde ik op trainingen aan dat ik goed genoeg was en dat moet Jol toch ook hebben gezien? Zelfs mijn medespelers vonden het vreemd dat ik niet speelde. Mijn eigen concurrenten, hè! Kwamen Mido en Jermain Defoe naar me toe om te zeggen dat ze er niets van snapten. “Hoelang wacht je nog voordat je er wat van gaat zeggen”, vroegen ze. Maar wat moest ik doen?’

Wat overheerste, woede of teleurstelling?

‘Teleurstelling omdat ik niet speelde, boosheid omdat ik niet eerlijk ben behandeld. Hadden ze dat wél gedaan, dat was ik minimaal een paar keer ingevallen in competitieduels. Van binnen kook ik soms, maar dat zal ik niet zo snel laten merken. Ik blijf altijd netjes. En of ik mijn kop wel eens heb laten hangen? Op het moment dat je naar huis rijdt en weet dat je wéér niet in dat schitterende stadion mag spelen, is dat heel lastig. Vaak zat ik niet eens op de bank. Maar laten we het maar houden op een gebrek aan geluk. Ook dat heb je nodig in de voetballerij, de een krijgt eerder een kans dan de ander. Nee, natuurlijk is dat niet eerlijk. Maar dit wereldje ís toch ook niet eerlijk?’

Heeft het meegespeeld dat jij van een onbekende eerstedivisionist kwam?

‘Natuurlijk, zeker in het begin. Ik weet nog goed dat ik voor het eerst op de training tussen al die sterren stond. Ze wisten echt even niet wat ze met een speler van Excelsior aanmoesten. Binnen een paar dagen veranderde dat, maar voor Jol heeft dat volgens mij zeker meegespeeld. En dan nog niet eens zozeer de club waar ik vandaan kwam, als wel de naam die ik had. Hij kijkt puur naar grote namen en durfde mij niet te brengen. Ja, natuurlijk is dat laf. Als je als Nederlandse trainer een Nederlands talent helemaal naar Engeland haalt, dan doe je dat toch niet om hem te laten verpieteren? Terwijl ik soms echt beter was dan de andere spitsen, zat ik niet eens bij de eerste achttien. En hij heeft het me zélf verteld. Hij vond me voetballend vaak beter dan Mido, maar díé speelde omdat hij een grotere naam had en daardoor een grotere speler was. Dat is toch niet te bevatten? Stel je eens voor dat ze dat bij Barcelona ook met Messi dachten. Dan hadden we hem nu nog niet eens gekend. Maar als je ziet dat Hossam Ghaly, voetballend echt een van de betere spelers bij Tottenham, in een halfjaar tijd zelfs nog nooit op de bank heeft gezeten, geeft dat blijk van een structureel probleem.’

Hij is het slachtoffer van de koopzieke topclubs.

‘Ja, het is tegenwoordig ongelooflijk. Veel clubs halen gewoon een aantal spelers en kijken vervolgens pas of ze wel gebruikt worden. Zo’n risico kunnen ze nemen, maar daarmee maken ze wel jonge jongens kapot. Ik vind het schandalig beleid, maar wie let er nog op de spelers? Veel trainers zijn bovenal bezig hun eigen positie veilig te stellen en als voetballers daar de dupe van worden: Ach, jammer…’

In Nederland staat Jol bekend als een zeer kundige trainer.

‘Qua trainingen is hij geweldig, daarover geen kwaad woord. Zijn oefenstof is van een heel hoog niveau, wat je van een goede trainer verwacht. Of hij ook daadwerkelijk een toptrainer is, moet in de toekomst blijken. Maar qua omgang met jonge spelers heeft hij me niet kunnen overtuigen. En dat is óók een essentieel onderdeel van het trainersvak. Ik ga niet zeggen dat talenten niet naar Tottenham moeten gaan, maar als ik toen wist wat ik nú weet, had ik de stap nooit gezet.’

De minuten die je wél maakte, waren in het shirt van Derby County.

‘Ik ben drie periodes verhuurd geweest, maar aangezien ik zowel aan mijn schouder als aan mijn liezen ben geopereerd, was het geen succes. Jammer, want de trainer van Derby, Phil Brown, was helemaal lyrisch van me. Hij kwam me op het spoor in een wedstrijd van het tweede van Tottenham tegen de reserves van Fulham. We wonnen met 2-1, ik scoorde en gaf een assist. Brown was eigenlijk voor een verdediger van ons komen kijken, maar belde een dag later Jol dat hij míj wilde hebben. Halverwege het seizoen werd Brown ontslagen en ook zijn opvolger Billy Davies zag het erg in mij zitten. Ze wilden me graag houden, maar ik vond het niveau te laag. In het Championship speel je toch op het tweede plan, al moet ik zeggen dat de sfeer bijna van Champions League-niveau was. Derby is een grotere club dan bijvoorbeeld Vitesse. De beleving is immens, elke wedstrijd was ons stadion met meer dan dertigduizend mensen stijf uitverkocht.’

Engeland is sowieso het paradijs voor de voetballiefhebber.

‘Ja, ik heb een toptijd gehad. De trainingen waren op een gigantisch hoog niveau en de sfeer in de stadions was onbeschrijfelijk. Zelfs als ik balend op de tribune zat, kon ik daarvan genieten. En natuurlijk het leven zelf. Als jongen van twintig woonde ik plots in het hartje van Londen, een wereldstad. Alles wat ik maar wilde doen, kón ik doen.’

Ben je een ander mens geworden?

‘Qua ervaringen sowieso een ríjker mens. Die had ik voor geen goud willen missen. Aanvankelijk was het wennen, ik woonde daar alleen, maar mijn medespelers hebben me fantastisch opgevangen. En de eerste weken keek ik ook mijn ogen uit als ik met Mido of Freddy Kanouté een hapje ging eten, haha. De benadering van de mensen naar voetballers is veel mooier dan hier. De supporters leven voor de sport, ze zien je bijna als een god. Ja, zelfs als je niet speelt, haha. Als mensen horen dat je voor Tottenham Hotspur voetbalt, doen ze alles voor je. Ga in een restaurant zitten en iedereen rent voor je.’

Behalve als het een Arsenal-restaurant is.

‘Goh, die rivaliteit is echt ongelooflijk. Ik had op een gegeven moment rood-witte voetbalschoenen aan, omdat dat de nieuwe lijn van mijn sponsor was. Nou, dat was uit den boze. Ze keken me aan of ik een misdrijf had gepleegd, haha.’

Afgelopen winter kon je ook al terug naar Nederland. AZ had belangstelling.

‘Ja, maar ik vond hun plannen niet zo interessant. Ze meldden zich in november 2005 voor het eerst. Toen hebben we globaal gesproken en twee maanden later belde technisch directeur Marcel Brands me opnieuw. Hij zei dat hij me heel graag wilde hebben en als het toen niet kon, dan in de zomerstop. Hij vond me een typische speler voor AZ. Maar wat wilden ze nou concreet met me? Het eerste halfjaar zou ik worden verhuurd om daarna tweede spits te worden achter Shota Arveladze. Toen ik vervolgens zei pas in de zomer te willen verkassen, vond hij het prima. Hij zou er nog op terugkomen. Sindsdien heb ik niets meer gehoord, maar geen probleem. Ik was namelijk toch niet van plan die rol te gaan bekleden, ze hadden Danny Koevermans immers ook nog. AZ is misschien een grotere club dan Willem II, maar mij ging het puur om speeltijd.’

Toch is de move Tottenham-Willem II wel een heel grote stap terug.

‘Ik vind dat wel meevallen. Je moet soms beslissingen nemen om via een omweg toch uit te komen waar je wílt komen. Vorig seizoen hebben ze in Tilburg misschien op de rand van de afgrond gestaan, maar ik ben altijd gecharmeerd geweest van Willem II. Dit is van oudsher een voetballende club, ze worden niet voor niets het Ajax van het zuiden genoemd. Via Saïd Boutahar, een van mijn beste vrienden, had ik heel goede verhalen gehoord over assistent-trainer Andries Jonker, terwijl Jonker via Willem van Hanegem weer bij mij terecht is gekomen.’

Willem II heeft deze zomer een transformatie ondergaan. Alles is nieuw. Wat is er dit seizoen mogelijk?

‘Doordat we veel nieuwe jongens hebben en ook de technische staf volledig fris aan het avontuur is begonnen, merk je niets meer van de vieze smaak van vorig seizoen. De sfeer is top, dat valt echt op. We hebben een goede groep, alleen is het in de beginfase wat onwennig. Thuis tegen FC Utrecht hebben we laten zien waartoe we in staat zijn, maar de mensen kunnen zeker de eerste maanden geen wonderen verwachten. Willem II heeft littekens overgehouden aan het angstige vorige seizoen, wij moeten die nu gaan wegwerken. Ik weet zeker dat dat lukt, al zal het met horten en stoten gaan.’

Zeg dat wel. Een 5-0 nederlaag bij SC Heerenveen is niet niets.

‘Klopt, een vreselijk harde zeperd. En het was ook nog dikverdiend. Maar we moeten er niet te dramatisch over doen. Ik weet zeker dat we de komende tijd meer van zulke klappen te verwerken krijgen, dat hoort bij het groeiproces van een ploeg. Zaterdag werd weer eens duidelijk dat creativiteit onze belangrijkste kracht is, maar dat wij fysiek nog tekortkomen. Daaraan moet aan worden gewerkt. Al vind ik het alleen maar positief dat wij een voetballend team zijn. Wij zijn geen slopersploeg, dít is het Willem II zoals Willem II hoort te zijn. En uiteindelijk behalen de mooie ploegen altijd resultaat. Ik ben gekomen om de play-offs voor Europees voetbal te spelen en ben ervan overtuigd dat we dat gaan halen.’

En vervolgens snel terug naar de top?

‘Ik maak er geen geheim van dat ik Willem II zie als tussenstap naar mooiere tijden. Ik weet wat ik kan, dat is het belangrijkste. Ja, uiteindelijk is de top mogelijk. Eerst de Nederlandse, dan de Europese. Kijk naar Khalid Bouhlarouz, zó snel kan het gaan. In drie jaar van RKC Waalwijk naar Chelsea. En datzelfde geldt voor Van Persie. Ik bewonder enorm wat hij heeft bereikt, maar ik ben zeker niet minder dan hij.’

Jij bent de nieuwe blikvanger in Tilburg. Wat mogen we van jou verwachten?

‘Ten eerste zoveel mogelijk goals. Ik speel in de aanval, dan moet je ook scoren. Daarnaast wil ik zorgen voor attractief spel. Voetbal is een publiekssport, dan moet je ook proberen het publiek te vermaken. Dat kan ik vrij aardig, al is het onzin te zeggen dat ik in het circus thuishoor. Ik verkies nuttig voetbal namelijk nog altijd boven mooi spel.

Pardon?

Ja, dat klinkt misschien vreemd uit mijn mond, maar het is de realiteit. Bovendien gaat het soms ook hand in hand, mooi en nuttig voetbal. Bij mij zit het in mijn ritme, ik speel op mijn intuïtie. Daarom vergeet ik soms een simpel balletje te geven, maar maak ik een mooie actie. Balletjes achter het standbeen langs, af en toe een tegenstander poorten. Schitterend toch?’

Toch zijn er steeds minder goochelaars zoals jij.

‘Trainers willen hun spelers steeds vaker omturnen tot robots. Met veel taken die allemaal uitgevoerd moeten worden. Maar ze vergeten dat elke speler zijn specifieke kwaliteiten heeft. Een balvirtuoos heeft geen taken nodig, ik snap niet dat sommigen dat niet begrijpen. Het mooiste voorbeeld is Salomon Kalou. Als hij vrijgelaten werd, speelde hij de sterren van de hemel; met een takenpakket zat hij in een keurslijf. Dat is funest voor het spel. Uiteindelijk krijg je dan alleen maar eenheidsworsten.’

Maar jij moet op de training een plaag zijn voor je medespelers.

‘Ach, dat valt wel mee. Ze weten wat ik kan en dan accepteren ze het ook. Mijn spel is heel simpel, ik kies niet altijd voor de makkelijke oplossing. Combinatievoetbal is schitterend, maar een lange solo hoort er óók bij. Het hangt af van het moment. Samen met Boutahar heb ik voor Excelsior een keer een doelpunt gemaakt tegen Sparta vanaf de aftrap; vijf balcontacten, telkens één keer raken. Heerlijk. Als Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart het hadden gedaan, was het nu nóg wereldnieuws geweest.’

Hoe belangrijk was het straatvoetbal voor de ontwikkeling van jouw talent?

‘Essentieel. Ik heb het allemaal op de pleintjes geleerd. Samen met Saïd en Robin, tot ’s avonds laat waren we alleen maar in de weer met de bal. Want op straat kom je alle facetten van het spel tegen. Een-tegen-een, kracht, techniek, afronden. Het sterft steeds meer uit. Als ik na een training door Tilburg rij, zie ik geen kind op straat. Iedereen zit binnen, achter de spelcomputers. Gelukkig zijn er in Rotterdam nog wél voldoende jochies die ervan houden te pielen met de bal. Alleen daarom al wil ik hier blijven wonen. Dit is mijn stad en dat zal het altijd blijven. Voordat ik naar Engeland vertrok, woonde ik hier met mijn ouders, sinds kort heb ik mijn eigen huisje. Ik ben hier geboren, ken iedereen, weet elk plekje en elk pleintje; uiteindelijk zal ik hier altijd terugkomen. Op het moment dat ik Rotterdam binnenrij en de skyline zie, krijg ik tintelingen in mijn buik. Dat zegt genoeg.’

En heb jij meer gevoel bij Nederland of Marokko?

‘In het verleden heb ik wel eens een voorlopige keuze voor het Marokkaanse team gemaakt, maar daar wil ik op terugkomen. Als Marco van Basten me zou benaderen, kies ik voor Oranje. De Marokkaanse bond heeft me gebruikt. Ze willen dat je zo snel mogelijk een officiële wedstrijd speelt, zodat ze je later in de wachtkamer laten zitten. Nou, dan hebben ze aan mij een verkeerde. Marokko zit in mijn bloed en in mijn manier van leven. Qua voetbal zegt mijn hart: Nederland.’

Bekijk hier al onze video's